ROODE RUSLAND Het avontuurlijke en romantische leven van een Britschen spion in het ïi w 26 Vervolg van bladz. 23 revolutionnaire samenzwering, en hij wou van i-ion ja de namen en adressen vernemen. Maar Son ja hield vol, dat zij niets wist. Yoedin dreigde haar met eenzame opsluiting in een kelderhol en een dieet van zoute haringen zonder wa ter. Daar werd een menscli gek van, verklaarde hij. „Red je zelf.drong hij aan. „Geef de namen en adressen, dan word je dadelijk vrijgelaten." Er kwam een oogenblik, dat Sonja, ziek en uitge put, achterover in haar stoel viel en haar oogen ■sloot. Zij zag niets meer, hoorde alleen nog maar de stem van den pijniger: „Weet je, dat ik je hier op staanden voet dood kan schieten?. Ik geef je nog éénlaatstekans." Het werd doodstil in de kamer. Plotseling knalde er luid een revolver vlak bij haar oor, en onmiddellijk volgde een schot bij haar andere oor. Zij gleed op den vloer en er werden nog meer schoten afgevuurd vlak boven haar hoofd. Toen zij haar oogen opende, draaide alles. Scherpe kruitdamp prikte in haar neusgaten. Toen werd zij omgekeerd, met haar gezicht naar boven, en zij zag, dat ér meer mensehén in de kamer waren. Yoedin stond over haar heen gebogen. „Je bent niet dood," zei hij. ,,'t Waren losse patronen. Doodgeschoten worden is heelemaal niet leuk, vind je wel? Leven is beter, niet? Je kunt nog kiezen. Alles tolde rond en zonk weg. Er klonk een fluitend geluid in haar ooren. Flauwtjes hoorde ze een stem zeggenJe krijgt er niets meer uit vanavond." Toen werd alles leeg, en toen zij weer bij zinnen kwam, zag zij, dat zij niet meer in haar vroegere cel was. Men had haar naar een andere gevangenis overgebracht. In die gevangenis, de Deryahinsky, zaten tal van politieke gevangenen, gijzelaars, „speculanten" en „zakkenlui" opgesloten. Sonja had een soldatenbed in een hoek van een zaal met een aantal andere vrouwen. De heele sanitaire inrichting bestond uit een paar emmers achter een gordijn. Akoelina mocht driemaal per week op bezoek ko men. Dm de paar dagen werd Sonja opgeroepen om verhoord te worden. Dan werd zij te voet tusschen een paar soldaten naar de Tsjeka gebracht. Dat was een heel eind ver. Toen zij weer eens den hoek van de Gorohowaya- straat had bereikt en het deurtje van de Tsjeka zou binnengaan, zag zij een troepje soldaten aankomen. En één van die mannen, in grijze jassen, met de bajo net op 't geweer' en de roode, vijfpuntige ster op de mutsen, was Sjoera's broer Serge! Van schrik en ver bazing riep Sonja bijna zijn naam, maar ze bedwong zich juist op tijd. Toen kwam haar de gedachte in 't hoofd, dat zij haar ondervrager moest inlichten over die ontdekking. Het was een opwelling, die niet zoo makkelijk te verklaren is. Zij dacht aan geen mogelijke gevolgen, zij dacht in haar ontdaanheid eigenlijk niets. Serge was Tsjekist geworden. zou hij voor verrader hebben gespeeld, en was dat de verklaring van de verschijning der Tsjekisten tijdens den strooptocht Yoedin luisterde met een twijfelachtig gezicht naar Sonja's koortsachtige verklaring. Hij stelde haar alleen de moeilijke vraag: „Waarom maak je zoo'n haast om je medeplichtige te verraden, wiens leven je gered hebt?" Hij gaf echter bevel, dat het troepje soldaten voor hem zou worden geleid, als zij terugkwamen. Toen maakte het arme meisje een uur van ontzet- tenden twijfel door. Als haar verdenking eens on juist was. als Serge slechts in schijn Tsjekist was geworden, een rol speelde, ten dienste der Witten Dan was hij een held, en zij een verraadster, die Sjoera's eigen broer had aangeklaagd! Misschien had zij een ander voor Serge aangezienZij besloot te verklaren, dat zij zich vergist had, dan was alles in orde. Toen zij de kamer opnieuw werd binnengeleid, stonden er vijf mannen in een rij tegen den muur. Vier hunner keken haar aan als onbekenden. De vijfde. De vijfde bewoog zich niet, maar zijn mond viel langzaam open, en zijn oogen bolden op, eerst van verbazing, toen van vrees. Zijn gezicht werd asch- grauw. Yoedin gaf een bevel en de andere vier gingen. „Je papieren," vroeg hij den „Tsjekist", en hij las den naam voor: „Iwan Krilof". Het verhoor begon. Serge erkende, dat hij Kolya Orlof had gekend, en ook, dat hij aanvankelijk deel had genomen aan de samenzwering. Maar hij ont kende pertinent heftig, dat hij inee had gedaan aan den rooftocht. Hij was weggebleven, zei hij, „omdat hij dacht, dat 't niet goed was." Toen. Yoedin hem de namen der vier deelnemers vroeg, keek hij Sonja hulpeloos aan. Hij wist natuur lijk heel goed, dat zij en zijn broer verloofd waren. Hij stotterde alle namen uit, behalve Sjoera. Dat waren er dus vier: Orlof en de drie adelborsten. „Sonja Orlof beweert, dat er vijf mannen hebben meegedaan," zei Yoedin, „en dat jij de vijfde was." Een merkwaardige Eussisvhe prent uit den tijd, toen de thans in ballingschap lerende Trotsky nog een der machtigste mannen der Sovjet-republieken was. Trotsky is leier voorgesteld als een St. Joris, die een draak (de eontra-revohitieverslaat! Toen kon Sonja zich niet langer inhouden. Zij viel uit: „Hij was er wél, en als hij zegt van niet, liegt hij!" en zij wendde zich naar den ongelukkigen Serge en beschuldigde hem, dat hij met de anderen was binnengekomen, maar zieh op den achtergrond had gehouden („achter de anderen weggescholen," noemde zij het), zoodat zij gedood werden en hij niet. „Ik heb je leven gered, lafaard!" riep ze, „en je bent gaan loopen als een haas! En toen je later merkte, flat alles mislukt was, heb je een anders papieren gekocht of gestolen om in de Tsjeka te komen, en de schoenen te likken van degenen, die je eigen ouders vermoord hebben!" Toen sprak Yoedin zijn meening uit. „Jullie liegen allebei, 't Riekt naar.romantiek." Sonja wou iemand beschermen, zei hij, en zij probeerde Serge daartoe mee te sleepen. Zij moest maar ophouden met dat nutteloos gedraai, en (1e waarheid spreken. „En u zult wel erg opkijken van hetgeen ik nu ga zeggen," zei Sonja, toen zij ons het verhaal deed. Yoedin zei die woorden over romantiek met een heel andere, stem, een stem, die ik nog niet van hem gehoord had. 't AVas lieel vreemd: die man had me weken lang gebrutaliseerd en gemarteld, maar toen ik in zijn oogen zag, dat hij de waarheid vermoedde en er uit zijn stem een soort heimelijk medelijden klonk, kón ik niet doorgaan met liegen. Ik begon alleen maar te snikken." Ook Serge viel snikkend op zijn knieën en toen kwam Sonja tot 't vermoeden, dat hij zijn broeders niet verraden had, doch alleen maar een lafaard was; dat hij alleen rood was geworden om zijn hachje te redden. Yoedin gaf hun beiden tijd om tot bedaren te komen en kreeg er toen de waarheid uit. Serge werd weggeleid. Dien nacht verhing hij zich in zijn cel. Sonja werd na een paar dagen eenzame opsluiting teruggebracht naar de Deryabinsky- gevangenis, en evenals te voren mocht Akoelina haar bezoeken Ongeveer vier maanden, na den mislukten stroop tocht, terwijl Sonja nog in de gevangenis zat, kwam Sjoera terug. Na velerlei avonturen was hij in de woning van den dokter terecht gekomen, en daar trof ik hem, radeloos van verdriet. Hij had juist de waarheid vernomen, dat Sonja zijn leven had gered, en dat Serge op zoo'n rampzalige manier uitliet leven was gescheiden. Toen hij zijn berusting en energie had weergevon den, wat vrij vlug het geval was, ging hij met zijn vrienden aanstonds aan 't. werken voor Sonja's bevrijding. De onschatbare Akoelina was de ziel van die onderneming. Zij had in de gevangenis een cipier ontdekt, die uit dezelfde streek kwam als zij, en meende op zijn hulp te mogen rekenen. Akoelina beraamde in stilte haar plannen, gehol pen door een Roode-Kruiszuster, die een vriendin van de Orlofs was. Mij werd alleen een bescheiden geldsommetje gevraagd. Op een dag zei ze, dat ze klaar was, maar wat zij wilde, vertelde zij ons niet. 's Avonds gingen wij naar de gevangenis. Akoelina en de zuster liepen voorop, Sjoera en ik volgden op eenigen afstand.Wij zeiden niets,en ik kon me Sjoera's gevoelens indenken. De zuster had een afgedragen verpleegsterscostuum aan. Akoelina droeg een zwar ten rok, een bruine blouse en een rooden halsdoekin plaats van een hoed droeg zij, gelijk de meeste boerenvrouwen, een groote, zwarte sjaal, die haar halve gezicht verborg. Als gewoonlijk stond er een menigte bloedver wanten van gevangenen voor de gevangenispoort. De twee vrouwen gingen naar binnen, Sjoera en ik namen do ons aangewezen standplaats in. Ongeveer een half uur later zagen wij ze weer buiten komen helaas, geen drie, maar twee gestaltenAkoelina en de zuster, zooals zij naar binnen waren gegaan. Ik keek den armen Sjoera aan. Hij zei niets, maar ik zag hem een moeilijke slikbeweging maken. Ik wou hem iets zeggen tot troost, dat Akoelina een anderen keerwel zou slagen of zooiets, maar wat kon ik zeggen, dat niet onnoozel klonk? Wij lieten de vrouwen aan den overkant der straat passeeren en volgden toen weer. Zij kwamen een paar minuten vóór ons thuis. Langzaam en met zware voeten beklommen wij de trap. De keukendeur was op een kier voor ons gelaten. AVij duwden haar open, en daar zat, aan de keukentafel, Sonja! Terwijl de zuster en ik de keuken uitgingen, vielen de jongelui elkaar in de armen. Sonja had de kleeren van Akoelina aan, den zwarten rok, de bruine blouse en den rooden halsdoek, en toen wij binnenkwamen, had zij de groote zwarte sjaal nog over haar hoofd. Het geheim van haar ontsnapping was hiermee ont sluierd. Maar hoe moest het nu gaan met Akoelina? Dié vraag bracht de verpleegster zichtbaar in ver warring. „AVe moeten wachten tot middernacht," zei ze alleen. Sonja, doodop, ging op een sofa liggen rusten. De uren gingen voorbij. Eén van ons drieën, de zuster, Sjoera en ik, bleef steeds in de keuken, voor 't geval dat er gebeld of geklopt mocht worden. Tegen eenen hoorden we iemand komen -maar het waren geen soldaten. Akoelina kwam binnen, precies zoo gekleed, als zij het huis had verlaten. Toen Sonja haar zag, wou zij haar om den hals vallen, maar zij bezwijmde, en de volgende minuten werden besteed aan de taak, haar bij te brengen. Daarna, toen wij allen om de samowar zaten, voldeed Akoelina aan onze nieuws gierigheid. Zij en Sonja zaten naast elkaar, precies eender gekleed. „Kijk, kindertjes,"zei ze, „ik ben met een dubbel stel kleeren de gevangenis ingegaan!" En toon kwam het heele verhaal. Door een afspraak mét Petya, haar streekgenoot, had zij met Sonja een klein kamertje in kunnen gaan, en daar had Sonja één stel kleeren van Akoelina aangetrokken. Akoelina had haar ook haar pas gegeven dien moest ze aan de poort afge ven en gezegd, dat ze recht de trap af moest loo pen en beneden uitkijken naar de zuster, die haar op stond te wachten. Sonja kwam snel de trap af, en de zuster nam haar mee een hoek in. Ze zei tegen de wacht, dat Akoelina met de boodschap kwam, dat Sonja erg ziek was en dadelijk medicijn moest heb ben; toen gingen zij samen snel naar buiten, aan de poort hun passen afgevend. Akoelina bleef eenige uren in het kamertje zitten, zoolang tot Petya haar kwam zeggen, dat de Wacht was afgelost. Toen kon Akoelina wegkomen. Petya deed haar uitgeleide, en

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 26