ZOMERBONT Zoo dwaas en smakeloos als het is om zich op warme zomerdagen in zware bonten te hullen, zoo practisch kan zoo'n vos, stola, cape of kwiek jasje zijn voor de koele, ja soms zelfs ijskoude zomer avonden. Zilvervossen zijn door het groote aantal farms, dat ons land thans bezit, den laatsten tijd belangrijk goedkooper geworden. Martertjes worden gedragen in stola's van drie tot vijf, die per stuk ongeveer evenveel als een vos kosten; zoo'n stola is dus wel een kostbaar geheel. Vossen worden verwerkt tot capes en meer nog tot de lang niet zoo zwaar makende bolero's met mouwen, die aan den onder kant van crêpe georgette of ander soepel materiaal gemaakt zijn. Voor sportieve doeleinden zijn de vesten van een gladharige bontsoort, als b.v. veulen of antilope, alleraardigst. Ook voor de bontjasjes, die in negen van de tien gevallen kort zijn met wijden rug, worden liefst gladharige bontsoorten gebruikt als veulen, antilope, tarpan, kalf. In Engeland dweept men momenteel met een sterk gekruld lam, dat zoowel in wit als in beige en bruin gebracht wordt. De bontmanteltjes worden veelal gegarneerd met reepen suède of -leer. Witte bontjasjes, die het zoo alleraardigst doen op lichtere zomerjurken, worden vaak afgezet met biezen van marine of wijnrood suède. Wil men het effect niet verloren laten gaan, dan moet men er wel voor zorgen, dat die lichte zomerjurkjes in elk geval van stevige stof gemaakt zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 38