VLINDER VAN RUPS TOT EEN WONDERLIJKE METAMORPHOSE 1 De rups van den zijdespinner Antinea Jtoylei. Men lette op de donkere oog-puntjes op den kop. 2 De rups heeft als het ware enkele blaad jes aan elkaar genaaid en is bezig zichzelf daar binnen in te spinnen. Ze heeft nog slechts enkele draden gereed. Boven ziet men den kop der rups naar buiten steken, terwijl zij juist bezig is den draad te spinnen, welke aan den cocon de noodige stevigheid geven zal. 3 De bladeren zijn verdroogd en afgevallen. De cocon hangt stevig aan de twijg. l)e rups heeft zich intvsschen verpopt. Men ziet haar in 'n tweeden, kleineren cocon doorschijnen. 4 Vier weken lang hangt de cocon reeds aan de twijg. De opname geeft het moment weer, waarop de vlinder den binnensten cocon door breekt. Ook het buitenste omhulsel heeft hij reeds doorstoken. (Zie de zwarte vlek bovenaan) 5 Met den linkerpoot heeft de vlinder de twijg omvat, om. zich aldus beter uit zijn omhulsel te kunnen wringen. Ook de rechter poot zoekt naar houvast. De oudste vlinders schijnen tijdgenooteu der reusachtige Sau riërs te zijn geweest, want zoover men heeft kunnen nagaan leefden zij in het Jura-tijdperk, een periode dus, waarin de aarde be groeid was met een een vormig, bloemloos pl anten- dek. Deze oude vlindersoorten, thans gerekend tot de soort der Paleontinidae, waren dieren van een voudige vormen, uiterlijk gelijkend op motten. Doch in den overgangstijd naar de tertiaire periode, waarin.als bij tooverslag nieuwe wezens verschenen en een blóesemend gewas de plaats innam van de weinig varieerend© plantensoorten oener vroegere periode, deden, gekoesterd door den milden zonne- schijn, in de nieuwe plantenwereld ook de veel- kleurige vlinders hun in trede, waarvan in het uit dien tijd dateerende barn steen nog vaak de fraaie vleugels, en soms zelfs het geheele lichaam bewaard bleven. Vlinders van aller lei kleur en grootte, die zich, toen evenals nu, wieg den in den zonneglans, of in de avondschemering rondzweefden en grillig fladderden van bloesem tot bloesem. Van het eigenaardige leven dezer vlindersoorten, van hun metamorphose van rups, via pop tot vlinder, vertellen de op deze bladzijden afgebeelde foto's, waarin men de merkwaardige ontwikkeling als het ware op den voet kan volgen, en waaruit voor de zooveelste maal de wonderlijke doelmatigheid blijkt waarmee in de natuur alles is ingericht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 6