7 6 liet lichaam is vrij. Alleen de vleugels zitten nog opgevouwen en zijn nog hort,. 7 De vlinder kruipt hon ger om zich geheel te ont poppen. Men ziet duidelijk hoe slap het geheele liehaam nog is. 8 Hooger en hooger klimt de pas uitgekomen vlinder. 9 Hulpeloos hangt de kapel aan een twijgje en pompt zich met die ge weld bloed in zijn vleugels, opdat deze zich kunnen uitstrekken. 10 Dat lieejt heel wal moeite gekostDe vlengels zijn gestrekt en de vlinder is in staat om uit te vliegen. 11 De kop van den vlin der, tientallen malen ver groot.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 7