Daar komt heel wat aardrijkskunde bij te pas om
ran al die smalle stegen en gangetjes precies dat uit
te kiezen, waar je eigen stal staat.
t Is al kwart over zeven: onze Blaar zal toch onderweg weer
niet slaan ginnegappen met dien jongen st ier van boer Habakukse t
kappelsehe koeien vormen maar één groote West-
kappelsche familie: allemaal grazen ze samen, zoo
lang er nog maar één gemeenschappelijk sprietje te
vinden is, op de ééne groote, gezamenlijke duinwei,
liet vroon,dat er sinds menschen heugenis gemeentelijk
eigendom is geweest en waar iedere Westkappelsche
ingezetene voor een krats zijn koebeesten heen kan
sturen. Nu weet u meteen, hoe het komt, dat daar in
Westkapelle naast de veehouders van professie iedere
gemeentenaar, die 't eventjes doen kan, er zoo'n
beetje veehoudertje bij speelt, en een of twee koeien
er op nahoudt in 't schuurtje achter zijn huis.
Ga nu maar in Westkapelle eens zien, hoe 's avonds
klokslag zeven uur in de treffendste voorkomendheid
en de prachtigste harmonie, in het stralendste hu
meur, de ééne groote^Westkappelsche kudde huistoe
keert. Geen dringen, geen vechten, geen stooten en
trappen, geen kwajongensstreken zijn dat koeien
van opvoeding of niet? Maar sterker. Daar zijn geen
knechts en geen jongens bij noodig; iedere West
kappelsche koe, die tijdens haar opleiding den noodi-
gen ijver betoond heeft, weet bijna blindelings het
heele dorp door, kruispunten over, bochten langs,
straten in, steegjes door, de eigen deur, den eigen stal
te vinden zonder geleide. En ze stapt er zonder om
wegen en zonder slippertjes op af, precies zooals ze
's morgens vroeg zonder geleide het vroon heeft
opgezocht.
Heel die verstandige en welgemanierde West
kappelsche kudde heeft maar één herder noodig,
Ouwe Jan, die al sinds onheuglijke tijden voor zijn
dorpsgenooten zijn simpele taak vervult. En het
voornaamste daarvan is: dat hij om zeven uur het
sein tot vertrekken geeft. Werkelijk, als ooit Ouwe Jan
toch nog 'ns uit den tijd mocht raken, dan is een op
volger overbodig, wanneer maar op het vroon een
behoorlijke klok geplaatst wordt: want dacht u, dat
je. zoo'n schrandere Westkappelsche koe niet zoudt
kunnen leeren klokkijken en zelf aflezen, wanneer
het tijd wordt om den stal op de zoeken
En maakt u zich maar niet ongerust, als u op een
van onze plaatjes een koe de deur ziet binnenstappen,
waar Vergunning boven te lezen staat: er is in West
kapelle nog nooit tegen een koe proces-verbaal op
gemaakt wegens openbare dronkenschap of weder-
spannigheid.
En weet u wat 't merkwaardigste is? Dat ze je in
Westkapelle zelf achter den rug van de hand toe
vertrouwen, dat in dat opzicht niet eens alle West-
kapellenaars zóó verstandig zijn als hun koeien!
Klokslag zeven uur trekken ze 't dorp binnen, netjes in 't gelid en aan den kant van den weg. En bij
iedere staldeur gaan er een oj twee links of rechts uit de flank.
Ongeloojelijk, zooveel pieren als er na zoo'n onweers
bui uil den grand komen kruipen
zouen ze hier nog van die pierenrersrhrikkers
hebben, waar de boer zooveel baat bij schijnt te
vinden t