DE ZINGENDE MOORDENAAR m De slachtoffers worden rastgestohen op een doornstruik 34 Onder de zangvogels, die onze bosschen be volken, neemt de familie der wurgers een aparte plaats in. Met den stevigen, gekromden snavel, die doet denken aan dien van een roofvogel, weten deze „zingende moordenaars" niet alleen wormpjes en insecten te bemachtigen, maar zij overvallen bij voorkeur muizen en jonge, onbe holpen vogeltjes, die nauwelijks kunnen vliegen. Ook hagedissen en hazelwormen worden niet versmaad. Van de wurgers is de groote grauwe klauwier de meest geduchte. Hij valt zelfs spreeuwen en merels aan en wordt daarom ook wel de „roofwurger" ge noemd. De kleur van zijn rug is grauw; die van de borst wit, terwijl de vleugels en de staart zwart en wit gevlekt zijn. Twee zwarte strepen ter weers zijden van den kop omhullen de felle, rnstelooze oogen. De „roofwurger" bouwt zijn nest steeds in de nabijheid van doornstruiken. Het is van hem bekend, dat hij evenals alle wurgers de bnitgemaakte insec ten, muizen en argelooze vogeltjes, die hij niet meteen verslinden kan, op de stekels van doornstruiken, zelfs op prikkeldraad, vaststeekt om ze later op te eten. Typisch is ook, dat hij den buit op één bepaalden tak spiest, hetgeen '11 luguber gezicht oplevert. - -V Gulzig en mei kennersblik wurilt het veldmuisje verorberd. l)e roofwurgerook wel „wachter" genaamd (of grootegrauwe klauwier) op zijn uitkijkpost, vanwaar hij alles wat er in zijn omgeving gebeurt kan zien. De roofwurger heeft ook een uitkijkpost, gewoonlijk een hoogen boom Sf struik vanwaar hij de heele omgeving kan overzien en er is maar weinig, dat aan zijn scherpe, geoefende blikken ontsnapt. Een eigen „wijs" houden de roofwurgers er niet op na. Het zijn spotvogels, dat wil zeggenzij bootsen 't gezang van andere vogels op verbluffend bedrieg lijke wijze na. Een bijzondere held op dit gebied is de roodrugwurgeT, ook wel negendooder genoemd. Deze kan zingen als een nachtegaal, kwetteren als een leeuwerik, fluiten als een merel en wielewaal. Het is de zingende moor denaar bij uitstek, sluw en koen als geen tweede. De roofwurger heeft nog '11 andere eigenaardige gewoonte. Zoodra hij onraad bespeurt, bijvoorbeeld een wouw, laat hij meteen een luiden waarschu wingskreet hooren en de andere vogels in zijn omgeving zijn dan aanstonds op hun hoede. Vandaar dat men hem ook wel den „wachter" noemt. Een wachter intusschen die zelf meermalen niet te vertrouwen is en voor geen overval terugdeinst In tegenstelling met de andere wurgers, die alle trekvogels zijn, blijft de roofwurger of „wachter" 's winters in onze bosschen huizen. Alleen wanneer het voedsel in zijn" onmiddellijke omgeving erg schaarsch wordt, begeeft hij zich op weg naar betere jachtterreinen in warmere streken. Dit blijft echter een zeldzaamheid. even zeld zaam als 'n strenge winter in onze gewesten! De sluehtoffers van den zingenden moordenaar! Een vastgesioken hagedis 'n lekker hapje voor later! 'n Jonge leeuwerik, slachtoffer van dftn onheirouw- baren „wachter"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 34