L lak( II- versieren onze lakens en sloppen GARNITUUR MIT OPEN NAAIWERK - i j t 5 36 Het verfijnde en gedistingeerde effect, dat we met een versiering van open naaiwerk kunnen bereiken, is iedere huisvrouw bekend. Vooral voor de verfraaiing van linnengoed en lingeries is dit een zeer gewilde techniek. De afbeelding hiernaast geeft een duidelijk voorbeeld hoe we met niet te veel moeite een keurig geheel kunnen verkrijgen. Een van de voornaamste eischen, waaraan open naaiwerk moet voldoen, is wel nauwkeurigheid en met deze eigenschap staat of valt dan ook ons werk. Van het begin af zorgen we er dus voor de grootst mogelijke nauwkeurigheid in acht te nemen. Als materiaal voor lakens en sloopen kunnen we nemen linnen, halflinnen of katoen. Er zijn ook stof fen in den handel die den misleidenden naam van „graslinnen" dragen. Deze benaming is daarom mis leidend, omdat ze doet veronderstellen, dat deze stoffen geheel of gedeeltelijk uit linnen bestaan, het geen absoluut niet het geval is. Het is gewone katoen, waarvan de draden bij het spinnen een eenigszins on regelmatig effect verkregen hebben en zoodoende het uiterlijk van linnen benaderen. Dit laatste even ter loops. Wanneer we echter een versiering van open naai werk willen aanbrengen, is dit het mooiste op heel linnen. Het uittrekken van de draden levert hierbij ook niet zooveel moeilijkheden op als bij katoen, daar de draden op zich sterker zijn en beter bestand tegen de, bij het uittrekken ontstane, wrijving. Het spreekt vanzelf dat een bewerking met effen wit het mooiste resultaat zal geven. We nemen dus als werkmateriaal dunne witte cordonneerzijde of witte splijtzijde. We gebruiken een fijne naald zonder punt, dit laatste voorkomt het in den draad steken. Deze naalden zijn in elke handwerkzaak te verkrijgen. We zullen eerst even de afmetingen geven, voor zoover dit nog noodig is. Het sloop is kant en klaar 74 cm. in het vierkant en het laken is kant en klaar 250 bij 150 cm. Zoomen en -out ^—acm PsSuit *~*km 'Wem-* y f-Mcm 8 51 naden moeten hierbij worden aangeknipt. We letten er wel óp, dat de zoom gebeel rondom het laken wordt gewerkt. Nu beschrijven we even de werkwijze van de open naadjes. We beginnen met de lengte van de open naadjes af te spelden en werken ze dan één voor één af, om het uitrafelen te voorkomen. Dan knippen we de draden juist in het midden van de lengte door en trekken ze naar weerskanten uit. De rafels aan den smallen kant worden met festonneersteken afgewerkt. Met de knoopjes van de steken naar binnen. Nu kunnen de draden afgeknipt worden. Alle naadjes van dit gar nituur hebben dezelfde breedte en we trekken dan ook voor ieder naadje plm. 6 draden uit. (Dit is mede afhankelijk van de fijnheid van het linnen.) Ze zijn ongeveer 1/4 cm. breed. De afstand tusschen de ver schillende naadjes is y2 cm. We beschrijven nu even den steek waarmee het open werk gemaakt wordt. We werken van links naar rechts met den open naad naar ons toe. Aan den ach terkant steken we in, op een afstand van 3 it 4 draden vanaf den smallen kant van het naadje' en 2 a 3 draden naar boven. Dit aantal draden is eveneens afhankelijk van het soort linnen dat we gebruiken. We laten aan den achterkant een stukje van den draad hangen, zoodat. we het later kunnen afhechten. De naald is nu aan den rechterkant van het werk en we steken in bij het begin van het naadje, zoodat de werkdraad schuin over de genoemde 3 a 4 draden komt te liggen. Om deze draden wordt een stiksteek gemaakt. Dan komt de naald weer van achteren naar voren met een schuinen steek naar boven om weer 3 a 4 draden verder aan den goeden kant van het werk uit te komen. Het voorgaande wordt over de geheele lengte van het naadje herhaald. De zoom van het laken werken we op dezelfde manier, maar we nemen hierbij dus de stof van het laken en den zoom tegelijkertijd op, zoodat de zoom tegen bet. open werk valt. De overige gegevens kunnen we vinden op het bijgaande schema en ook de foto zal eventueele moeilijkheden kunnen ophelderen. Wanneer het garnituur klaar is strijken we het aan den linkerkant op een. dik bekleede strijkplank.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 36