l)e kippenboer verkoopt behalve jonge vette kippen, ook
pisang, doch dat ie een bij-handelt je. Pisang tracht hij
slechts teverkoopen. als merrouw met hem van meening
verschilt aangaande jeugd en vetheid van de kip.
den limonade- en vraelitenman. Als Kromo z'n
bordje rijst met „heeten rommel", een gebakken of
gedroogd stukje viscli en soms wat sajoram
(groentesaus) lieeft genuttigd, dan drinkt hij als
hij althans goed bij kas is, een glaasje glibbe
rige, inlandsche limonade toe, of hij nuttigt een
rijpe pisang. En terwijl de waroengman z'n stalletje
op den schouder neemt en verder sukkelt, gaat,
Kromo een tukje doen in de schaduw "van een
d jamboe-boom.
Soms zit er, heel gezellig, een groote kring inlanders
om de „wandelende waroeng" gehurkt. Dat is b.v.
in den schafttijd van fabriekskoelies. Als een suiker
fabriek „aan het malen" is gegaan van welk feit
de waroeng-sjouwer natuurlijk op de hoogte is
dan neemt, hij z'n handel op schouder en gaat op een
sukkeldrafje den langen weg af naar de suikerfabriek.
En hij posteert zich bij de fabriek, rustig wachtend
tot het schafttijd is, en de hongerige koelies naar
buiten komen. Hebben ze geen geld Hindert niet.
De waroenghouder geeft erediet tot morgen, overmor
gen of tot den betaaldag.
Het inlandsche kind raakt al vroeg met de „wan
delende waroeng" vertrouwd. De pisang, de limonade
en de snoeperijen zijn zoo ongeloofelijk goedkoop, dat
het voor een enkele cent heel wat krijgt en voor een
gobang (2 y2 cent) het buikje kan voleten.
In vele inlandsche gezinnen wordt slechts bij
uitzondering gezamenlijk gegeten. We zouden kun
nen zeggennaar onze begrippen gebeurt het nooit.
En in de „betere" standen eet vader met de jongens
en moeder met de meisjes. Zoo althans is oostersche
zede. Maar de „vliegende waroeng" is daar, om in
aller nood en behoefte, aan spijs en drank te voorzien.
Er is een tijd in het jaar, dat de waroengman
overdag niets te doen heeft. Dan blijft bij gewoonlijk
maar thuis. Dat is de tijd van de groote vasten, ter
herinnering aan den profeet, do tjjd, die aan het
Lebaranfeest voorafgaat. (Lebaran wordt als het
Nieuwjaarsfeest beschouwd.) In de vasten mag geen
Mohammedaan iets gebruiken, zoolang de zon aan
Vriendelijk glimlachend verschijnt de schoenmaker op het De ijsco-man is in Lndie óók al bekend. Op
erf. Hij repareert d la minute. Heel erg precies moet u maar z'n driewieler gaat hij de. stad rond. Maar de
niet kijken en voor een belangrijke reparatie hebt u hem Europeaan staat een beetje wantrouwend tegen-
niet noodig. Maar kleine werkjes knapt hij vlug en netjes op. over die lekkernij en laat liever thuis het ver
koelende ijs „draaien"
den hemel staat. Er zijn getrouwe Islamieten, die
zelfs hun speeksel uitspuwen. Maar als de avond valt.
dan komt ook voor den waroengman het werk aan
den winkel." Hij trekt er tegen zonsondergang op uit,
zich zettendJpj het kruispunt van wegen, of leurend
langs de woningen. En ten slotte zijn z'n inkomsten op
zoo'n vastendag niet eens zooveel minder dan anders.
Zoo oppervlakkig bezien, is er een groot verschil
tusschen het leven van den inlander en van den
westerling in z'n koele land. En zeker, als wij ijs-
karretjes in den zomer en chocolade-kooplui, die
tevens roomsoezen verknopen in den winkel, niet
rekenen en als wij ook niet denken aan den rond-
trekkenden haringman dan kennen wij de wan
delende waroeng niet. Maar wat zijn, vooral in de
groote steden, de cafeteria's en automatieks anders
dan gelegenheden waar je vlug dikwijls staande
en niet al te gezellig je maaltijden inneemt of
gaat snoepen
Het eenige verschil is, dat wij in ons klimaat die
dingen graag binnenshuis doen, terwijl de inlander,
Al zal de Indische huisvrouw er gewoonlijk
prijs op stellen, dat de kokki zelf cp den
pasar de mooiste mangga's en verleidelijkste
mpaja'x' uit zoekt, toch ziet de vruchten-
coopman nog wel kans z'n waar te slijten,
als hij wat goeds heeft.
Een In
disch stilleven.
De koopwaar van den
boterboer. Daar versche
boter slechts op weinig
plaatsen verkrijgbaar
is, behelpt men zich met
blikken-boter. Zeer in
trek is de Australische
boter de,, Wood Dunn".
Deze naam is goed op
de blikken te lezen.
„Heeft mevrouw ook
boenders noodig t" De
boenderkoopman, die
van allerlei boenders,
bezemsplumeaux, zoo -
wel van Europeesche als
van Inlandsrh maaksel
voorzien isversrhijnt
al vroeg op het erf.
De man die laempiaak goreng" (een gebakken rijst
gerecht) verkoopt komt alléén op het erf. als hij zeker
weet. dat er in het huis liefhebbers van zijn snoeperij
wonen. De „baas" van hel zaakje loopt voorop en trekt
door het slaan van twee ijzers op elkaar, de aandacht.
Een koelie sjouwt het „restaurant"
daartoe in staat, gesteld door het warme klimaat, het
allergrootste deel van zijn leven in de buitenlucht
doorbrengt.
En zoo heeft, de „wandelende waroeng" ten slotte-
z'n bestaan te danken aan hel warme klimaat.