PARIJS LUIDT
HET NIEUWE SEIZOEN IN
lp
III. RIJKE WEEFSELS
42
Zien we voor liet jurkje van alledag in hoofdzaak
soepele wollen stoffen gebruikt, die in tegenstelling
met vorige jaren over het algemeen niet gewerkt zijn,
en wordt voor het eenvoudiger middagjurkje veelal
een doffe effen zijde genomen, voor het avonduur is
Mevrouw Mode niet zoo bescheiden; dan maakt zij
keus uit de kostbaarste brokaten en lamé's, zware
fluweelsoorten, ragfijne kanten en taffetas en moiré's,
zooals groot moeder ze gedragen heeft. Brokaatenlamé,
dat vorstelijk afhangt, en tegenwoordig gemaakt
wordt op een wijze, dat zelfs de meest gevoelige huid
geen hinder meer heeft van de aanraking met de
metaaldraden. Zijden fluweel, dat niet alleen on
kreukbaar is, maar bovendien dusdanig geprepareerd,
dat het minste spatje geen vlekken
meer achterlaat. Kanten, die over het
algemeen niet glanzen, rustig gehou
den zijn.
Vrouw Mode zoekt het ditu
meer in de kwaliteit dan in de schit
tering, zij het dan ook dat met me
taaldraad, stroo of cellophaan door
werkte kanten nog in vrijwel elke
collectie voorkomen. Glanzend goml-
_of zilverlamé wordt ook thans nog tot
geheele toiletten verwerkt, 'n Gala
dracht, die over het algemeen meel
rijk dan bepaald flatteus is. Voor het
avondtoilet gebruikt men een geheel
nieuw weefsel, het doffe zijden tricot,
dat zoo prachtig slank afkleedt. Een
tricot, dat ook voor ochtend en mid
dag gebracht wordt, maar dat zóó fijn
geweven is, dat men het slechts van
nabij als jersey herkent.
Worden ook voor mantels in hoofd
niet -gegewerkte stoffen aange
wend, we zien toch ook wel reliëf
weefsels. Fluweel is zoowel voor het
coquette pakje als voor den meer
gekleeden mantel uiterst populair.