rm SPRINKHANEN als maaltijd ZAND als plaveisel fsmtatgsf u.'" •>^5- «5 -«as. - rarep* TocH houdt de Arabier van zijn woestijn.... V' g. •v--t «v Wt? 3? 'I TTMl üwc de- gekabbelde en golvende zandvlakte vun de woestijn rijdt een eenzaam menseh op zijn kameel urenlang voort. Wie eenmaal heeft gedronken uit de bronnen van de Sahara, die zal altijd weer tot hen terugkeeren zoo verkondigt een Arabisch spreekwoord, dat rept van de geheimzinnige aantrekkingskracht van „die groote zandwoestijn" op den nieuwsgierigen mensch. Op de markt naast den koopman in sinaasappelen rit zijn collega in sprinkhanen. Ook al inag men dit spreekwoord zijn kern van waarheid niet ontzeggen, toch bedenke men daarbij, dat de Arabier van nature een zwerver is, die het liefst verblijft onder de tent in zijn ruime, vrije steppe. In dit opzicht is hij de levende tegenstelling van den Berber, met wien hij het land van Marokko hoofdzakelijk deelt. De Berber geeft de voorkeur aan een vaste woonplaats en leeft dan van zijn ambacht, zijn handel of den akkerbouw. Zoo zwijgzaam als de Arabier, zoo mededeelzaam is de Berber. Zijn beide dienaren helpen den koopman bij hel afstijgen. De Sahara moge dan al een groote aant- rekkings kracht bezitten, wanneer de Arabier op zijn kameel over de onafzienbare, geribbelde zandvlakte rijdt, heeft hij geen andere conversatie dan den eeuwigen wind, die langs hem waait een ietwat eentonig gesprek, dat zelfs dunkt ons op den duur een Berber het zwijgen op zou leggen. Totdat hij zich weer midden tusschen de menachen bevindt, in Marakeeh, de oude keizerstad, of in Rabat, sinds de Fransche protectie over Marokko het centrum van

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 2