17 het dorp over te doopen en het Angelinastad te noemen. Maar de gemeenteraad heeft wijselijk ge meend. dat het beter was nog een poosje te wachten. Ik ben eergisteren tot hier vergezeld door een heel gevolg. We zijn van Denver vertrokken in een speciaal gehuurden auto, versierd met bloemen en met standaarden van de oude Fransohe koningen. Vijftien inwoners van het dorp hebben er van ge profiteerd, om California eens te bezoeken. Zelfs onze sheriff was erbij en onze oude timmerman, die den heelen langen weg op zijn schuiftrompet heeft gespeeld. Vanmorgen zijn ze weer vertrokken. Zoodra ik rijk en beroemd zal zijn, zal ik zorgen dat het dorp een nieuwe school kan bouwen. Die we nu hebben, is werkelijk te oud en te vuil." Dit enthousiasme doet onzen jnrbliciteitschef zichtbaar ontstellen. Hij werpt zijn mes en vork neer, betaalt en zegt het meisje, dat het tijd is om op te breken. Wij blijven alleen, Florev en ik, in de onmetelijke Vendóme. Ook hij lijkt thans terneer geslagen Het lokaas van het contract Een veelbelovend en symbolisch intermezzo," merk ik lachend op. „Misschien hebt u daar een plaatsvervangster gevonden voor Jean Harlow. Hetzelfde glanzend uiterlijk, dezelfde vitaliteit. „Zeg geeu dwaasheden alsjeblieft," bromt Florey. „Arme kleine meid! Binnen twee maanden zal zij ons dankbaar zijn, als wij haar in een bar een sand wich aanbieden." „Wat Maar die schoonheidswedstrijd dan En het contract. V' „Die wedstrijden worden geregeld georganiseerd in de Vereenigde Staten. Van Dakota tot Louisiana van Massachusetts tot Xieuw-Mexieo houdt men er ongeveer vierhonderd per jaar. Gemiddeld dus een per dag. Sinds een paar jaar is de eerste prijs van deze wedstrijden onveranderlijk een engage ment voör de film in Hollywood. Het contract zegt dat het meisje gedurende een maand zal worden gehonoreerd met een bedrag van vijfhonderd dollar per week, dat men haar reiskosten zal betalen en dat men haar in de gelegenheid zal stellen te toonen, of zij iets waard is voor de film. Maar dat is dan ook alles. Een rol vertrouwt men haar niet toe. Nóóit, begrijpt u Ik knik. „Ik vrees dat ik u inderdaad begrijp „Juist. Daar is alles mee gezegd. Vier weken salaris plus de onkosten. Elke bekroonde schoon heidskoningin kost dus drieduizend dollar. Het comité, dat deze schoonheidswedstrijden in de pro vincie organiseert, betaalt de filmmaatschappij in Hollywood deze drieduizend dollar prompt terug." „Maar welk belang heeft het comité bij die ver tooning?" vraag ik verbaasd. „Een financieel. De bekendmaking, dat de prijs- winster een contract voor Hollywood krijgt, verze kert haar een geweldige deelname aan het schoon heidsconcours. En van de inleggelden en entree's voor den wedstrijd houdt het comité nog een be hoorlijke winst over", „Een ordinair handeltje dus," stem ik toe. „Maar welk belang hebben de filmmaatschappijen dan bij deze wedstrijden?" „Zij maken met het contract een prachtige reclame in de streek, waar de wedstrijden gehouden worden. Na een maand vervalt het contract, het comité is zoet met de winst, de filmmaatschappij heeft gratis reclame gemaakt in de provincie en de ongelukkige bekroonde valt weer van haar voetstuk omlaag." Het is ontstellend. „Ontvangt zij dan haar reis kosten naar huis?" vraag ik weer. „Neen, daarin voorziet het contract niet. Het is ook niet noodig. want niemand keert ooit terug." „En Wat komt ér hier van hen terecht?" „Sommigen doen een beetje aan figuratie en de verstandigsten kunt u hier overal ontmoeten. Zij verkoopen u sigaretten, hangen uw jas op en ver zorgen bij den kapper uw handen. Zij zoeken 'n baan, de eerste de beste, die zich voordoet. De zwaksten en wanhopigsten vallen natuurlijk. Eén per dag, zei ik u, driehonderdenvijftig per jaar. Dat duurt al jaren zoo. Er zijn er ruim drieduizend in Holly wood drieduizend verheerlijkte en van hun voet stuk geworpen schoonheidskoninginnen (Copyright by Ajrence Littéraire internationale, Paris. Nadruk - ook-gedeeltelyk - verboden.) VOLGENDE WEEK: De wreede nacht van hetTro- cadero. Het spel van de hoop. trekt, doch lang nog zie ik haar staan - een onbe weeglijke ronde vlek in de verlaten laan, als een luchtspiegeling in de woestijn. De doode stad ■Met is Zondag, negen uur in den morgen. Hollv- wood loopt van Vrijdagavond tot Maandag bijna totaal leeg. Ik betreed 'n doode stad, dood als Pompei. Een stad van wit cement, van blauw cement, van rose cement. De lanen kruisen elkander en vormen delta's en meren, omzoomd van palm- boomen, van oranjeboomen en van lage villa's, gebouwd naar een stijl, die tegelijk koloniale, lande lijke en gothische invloeden verraadt met kleine, vierkante grasperken voor de deur en glas-in-lood- vensters, die aan gebrandschilderde kerkramen doen denken. Het lijkt allemaal nieuw. Ik krijg den indruk dat men deze stad dadelijk gaat inwijden, dat het leven haar nog niet is ingeblazen. Ik heb 't geluk de filmstad bij de eerste kennismaking te aanschouwen als een filmdécor, dat men naar verkiezing kan be zielen met een kunstmatig leven. De verkeerssignalen ontbranden en dooven uit, automatisch, zonder politieagent, die ze bedient, en zonder iemand, die ze respecteert of overtreedt. Ah! Hollywood is dus op Zondag toch bewoond. Daar verlaat iemand zijn villa. Hij draagt zijn pan talon zonder bretels, loopt op sloffen, rookt een pijp en leest zijn krant. Hij Schudt-het hoofd; de politiek van meneer Roosevelt schijnt hem bezorgd te maken. Hij is het type van den goeden, den gemiddelden Amerikaan van Californië. Als hij het hoofd opheft bij het passeeren van mijn auto, herken ik hem pas. Het is Gary Cooper. Hollywood telt op dezen Zondag nog meer honk vasten. Ik ontmoet Robert Florey. Hij neemt mij bij mijn arm en sleept me mee metTange stappen. Hij is een Franschman, die het betere Hollywood kent. Een kwart eeuw geleden kwam hij hier aan en hij is hier in goeden doen gekomen. Hij maakte films, zooals vroeger vele van zijn collega's het deden. Dat wil zeggen dat hij 's morgens acteur was, 's middags operateur, 's avonds in het laboratorium werkte en 's nachts zijn scenario's schreef. „U gaat met mij ontbijten in Vendóme"," zegt hij. De Vendóme is een restaurant een kubus van beton en rpse kalk en lijkt precies op een paleis in de tropen. De vestiairejuffrouw is blonder dan Carole Lombard, mooier dan Loretta Young en trotscher dan Garbo. Ik word rood van verlegenheid, als ik haar mijn hoed geef en een kaartje aanneem uit haar doorschijnende, geparfumeerde handen. De zaal is leeg. Maar toch niet heelemaaL Er zit een jong meisje, een echte schoonheid. Zij is in ge zelschap van een dik, rood jongmensch. Het meisje is zichtbaar verrukt, maar hij toont een verveeld uiterlijk. Zoodra hij ons ziet, knipoogt hij tegen Florey. W ij naderen hen en gaan zitten. Hij is een reclamechef. Hij wil ons liet meisje voorstellen, maar hij stottert een beetje. Daarom stelt zij zichzelf voor, terwijl zij half uit haar stoel overeind komt. „Angeline Lebster." Sinds eergisteren vertoeft zij in Hollywood. Alleen. Zij heeft een schoonheids wedstrijd gewonnen in Denver, in den staat Texas. De eerste prijs was een contract voor Hollywood Zij schijnt in '11 paradijs te leven. De reclameman, die haar alleen gezelschap houdt op bevel van zijn superieuren, eet met 'n knorrig ge zicht zijn cotelet. Florey luistert slechts vaag naar haar. Ik ben de eenige die zich interesseert voor die oogen, verrukt door den droom, en voor die opgetogen stem, die van haar zalig avontuur vertelt. „Ik ben eigenlijk niet van Den ver, maar van 'n dorp in de nabij heid. Toen ik als de schoonste werd uitverkozen,- was iedereen bij ons dol van vreugde. Ik was de perste plaatselijke beroemdheid. Terstond hebben een paar inwoners verzocht Handteekeningen zettenZoodra Mariene Dietrich zich in het open haar vertoont wordt zij. zooals alle sterren van het witte doek, door bewonderaars en bewonderaarsters bestormd. De trein staat stil. Ik zie een klein provinciestation met '11 landelijk huisje en 'n tuint je. En '11 bank van groen hout. We zijn in Pasadena. Dit is Hollywood. Op het perron jschijnen alleen jonge meisjes aanwezig te zijn. Zoodra Mariene op de treeplank van den wagon verschijnt, stormen zij op haar toe. Eenige van hen bieden haar bloemen aan, die zij haar in de armen drukken. De anderen zwaaien met foto's, met papieren of notitieboekjes. Zij allen verlangen Marlene's handteekening en lachen, schreeuwen en roepen haar allemaal tegelijk toe, om haar opmerkzaamheid te trekken. Mariene stapt uit, omhelst een hunner, streelt de wang van een ander, zet een paar handteekeningen en veinst glimlachend in zwijm te zullen vallen. Zij smeekt om genade. Aangezien deze ceremonie zich herhaalt bij iedere aankomst van een ster, heeft de ervaring van jaren op den duur alle bijzonder heden van deze ontvangst geregeld. De jonge be wonderaarsters verwijderen zich, doch nu wacht Mariene de tweede bestorming. Het zijn de foto grafen. Zij stellen zich op naast elkander, schouder aan schouder, hun toestellen op Mariene gericht. Mariene glimlacht. „Alstublieft. Mariene, en profil, wilt u? Houd uw bloemen zóó. Dank u. Eindelijk laten de fotografen Mariene, los. Thans is het oogenblik voor de vertegenwoordigers van de Paramount daar, om hun ster te begroeten. Zij doen het ernstig en hoogdravend. De aanwezige reporters betonnen gedu ld. Zij weten dat het dadelijk hun beurt zal zijn. Ten slotte kan Mariene haar persoonlijke vrienden naderen, die haar stormachtig begroeten en haar meetrekken naar 'ngrooten, zwartwitten auto. Ik heb reeds afscheid van haar genomen in den trein, aan gezien ik liever niet in de ontvangst deelde. Een minuut later is het perron verlaten. Een neger, een afgestompt type, vergaart in een vuilnisbak de stomme getuigen van den wekelijks terugkeerenden triomf, die altijd hetzelfde zijn, of het een Mariene Dietrich dan wel een Joan Craw ford of een Clark Gable geldt: papierrommel, een verloren handschoen, verkreukte kranten en ver trapte bloemen. De stationschef geeuwt.-Pasadena is niet meer dan een plattelandshalte, een station waarom men kan lachen. De werkliedentreinen stoppen er zelfs niet. Terwijl ik in een auto stap, die mij wacht, ontdek ik plotseling de vrouw met den rooden mantel, met haar twee valiezen in de hand. Zij wacht bij een stil - staanden autobus. Werktuiglijk is ook zij uitgestapt op het station der sterren. Er zijn nooit reizigers voor dien autobus, ofschoon hij om de twee of drie uren het station passeert. Ik maak een beweging, om de onfortuinlijke vrouw met de hardnekkige hoop aan te roepen en haar den wagen aan te bieden. Zij wendt echter het hoofd af. Zij wenscht mijn medelijden niet. Mijn wagen ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 15