■s
't Gaul den vissehert toch al niet naar den tleeze en
de {/«dwongen rust maakt er hun humeur niet heter op.
En in de Breskensche haven
ziet 't er al niet zonniger uit.
Daar zit nog heel wat storm in de lucht
en heel wat buien drijven oveide masten.
D'r moet toch heel wat gebeuren, ah een
Zeeuw niet op z'n fiets kan blijven zitten.
verzekerden, dat 't zóó nog in geen veertig jaar meer te
keer had gegaan, maar waarbij de weerkundigen zelfs de
onaandoenlijke harten hebben vastgehouden en de koele
hoofden geschud.
Een week lang heeft de zee zich opnieuw de ert'vijandin van
Zeeland en de Zeeuwen bewezen: de keien van onze dijken
hebben het ontgolden en de boomen van onze polderwegen,
de schepen en de visschers hebben aan de zee en aan hun
beroep zwaren tol betaald.
Maar hoe weinigen 't ook nog zijn, die het geweld en het
gevaar braveeren en bekampen zooals in de tijden van de
Zeeuwsche zeevaart, bij honderden hebben we langs de kusten
geschaard gestaan orn de sensatie van dat geweld en dat
gevaar veilig en knus te proeven en te genieten. Degeneratie-
verschijnsel? Wat wilt u, als u den champagne te lang hebt
opgelegd gelaten? F. d'ALBEMARLE
Dat belooft maar weinig goeds uit 7 noordwesten.
de boeren klimmen op de dijken, de dochters van
komenijsbazen en de zonen der schoenlappers op
den Boulevard, en turen uit over de loodgrijze
golven en de witte, kruimige schuimkoppen, rug
gen gekromd en beenen gespreid tegen den storm,
de kleeren flabberend als die van den lichtmatroos,
die hun stamvader was.
Ze hebben hun zeemansharten al vroeg kunnen
ophalen van 't jaar; October heeft er geen gras over
laten groeien en heeft ons van den eersten dag den
besten aan een suffisante serie stormen geholpen,
waarvan niet de bibberende oude vrouwtjes alleen