65 Zilvervossen voor de winnaars t OVOM/ILTI Zenuwen? Hij lacht er omf f van de groote PALMOLIVE VOSSENJACHT 27 de lading ving onmiddellijk aan en in- tusschen kreeg de bemanning, die vrij was van wacht, verlof 0111 een paar uur aan wal te gaan. Dahn behoorde ook tot de gelukkigen. Hij ging zich vlug ver- kleeden en was een van de eersten, die het schip verlieten. Lang voor zijn per missie verstreken was keerde hij echter weer aan boord terug. Hij begaf zich regelrecht naar de brug en kapitein Hansson was zeer verrast, toen Dahn hem verzocht hier af te mogen monste ren. „Afmonsteren?" viel hij verbaasd uit. „Waarom wil je hier plotseling van boord, goeie vriend?" Dahn keek hulpeloos rond. „Ik weet wel dat ik pas in Stockholm af kan mon steren, kapitein," mompelde hij ver legen, „maar als u zoo goed zou willen zijn. ik maak natuurlijk geen aan spraak op mijn volle gage Kapitein Hansson schudde het hoofd. „Daar gaat het niet om ik vraag waarom je de reis wilt onderbreken. Heb je ruzie gehad met een van de anderen, terwijl je aan den wal was?" „Volstrekt niet, kapitein. Ja, waarom ik hier wil blijven, kan ik eigenlijk niet goed zeggen. Het bevalt me hier de menschen de omgeving...." Stotterend zweeg hij. Kapitein Hans son nam hem scherp op. Dahn was niet beschonken en de zonderlinge reden, die hij aanvoerde om hier achter te blijven, was dus blijkbaar ernstig bedoeld. Hij dacht even na en plotseling ging hem een licht op. Dahn had schipbreuk geleden met de Vega, een Duitsch stoom schip. Was het misschien mogelijk, dat hij hier thuis hoorde en de stad herkend had? „Is Stralsund je geboortestad soms, Dahn?" informeerde hij, zelf verrast door die invallende gedachte. Dahn schudde zijn hoofd. „Neen, kapitein, ik ben hier nbg nooit geweest." „Dus je wilt alleen maar achterblij ven, omdat het je hier zoo goed bevalt," lachte Hansson. „Wel, 'n mensch zijn zin is 'n mensch zijn leven. We zijn vlak bij huis, anders liet ik je niet gaan. Kom maar mee naar de kajuit, dan zal ik de zaak voor je in orde maken. Het spijt me eigenlijk, dat je me gaat ver laten." Hij meende het, maar hij wilde hem niet terughouden. Het mysterie, dat Dahn omgaf, zou op de Warmeland nimmer zijn oplossing vinden en wel licht kwam het die oplossing aan den wal een stap naderbij. Toen de zon dien avond onderging heesch de Warmeland den Stock- holmschen wimpel in den mast en voer de haven uit. Dahn stond op de kade en zwaaide zijn kameraden na, tot de invallende duisternis hen aan het oog onttrok. Het was zonder spijt dat Dahn de Warmeland zag vertrekken. Weliswaar wekte de scheiding van zijn kame raden een weemoedig gevoel, maar dat verliet hem, toen hij naar de stad terug keerde. Er kwam een wonderlijke rust over hem, een veilig gevoel van thuis zijn, dat hij nog nooit eerder had gekend. Hij huurde een bescheiden kamer in het zeemanshuis en ging zuinig met zijn geld om, hoewel hij ruim in zijn midde len zat. De eerste dagen dwaalde Dahn doel loos rond, bekeek de stad en de drukte aan de haven en mahkte wandelingen langs het Oostzeestrand. Het laatste deed hij het liefst. In zijn eentje aan het strand, gezeten tuurde hij uit over de zee, volgde de vlucht van de blanke meeuwen en staarde droomerid naar de heldergroene beukenbosschen van Rü- gen, of naar de verre kim, waartegen Hiddensee zich afteekende als een flauwe streep. Volhardend en ingespannen was de strijd, dien hij met zijn troebel geheugen aanbond. Hij dwaalde door de omgeving, in de hoop zekere herkenningspunten te vinden, die hem den weg zouden wijzen naar het verborgene in zijn leven. Zelfs liet hij zich overzetten naar Alte- fahr en strekte zijn wandelingen dooi de bosschen van Rügen heelemaal uit tot aan Bergen. En inderdaad kwam het hem soms voor, dat hij hier al eens meer gedwaald had, hoewel hij op andere oogenblikken overtuigd was, dat hij veel van wat hem bekend leek in een andere omgeving had gezien. De men schen, de huizen, de taal en de streek, dat alles was hem vertrouwd, maar toch was het niet wat hij zocht. En dringen der dan ooit te voren kwam in deze da gen de vraag in hem op, wat die zoekge raakte tasch bevat kon hebben, dat zijn gedachten er telkens naar terugkeerden. Op verrassende wijze kreeg hij een antwoord op die vraag. Op zekeren dag had hij zich in de nabijheid van het strand aan den zoom van het boscli op den bemosten bodem uitgestrekt en tuurde naar de overdrijvende wol ken. Plotseling, zonder eenig vooraf gaand verschijnsel, voelde hij een ste kende pijn in zijn hoofd. Hij had een gevoel, alsof daarbinnen iets met geweld vaneengereten werd en greep impulsief naar zijn voorhoofd. En op hetzelfde oogenblik viel hem een gedachte in, di« hij luid onder woorden bracht. „Boek. dagboek," stamelden zijn lippen. Tege lijk wist hij intuïtief zeker, dat in de zoekgeraakte tasch een dagboek gezeten had en dat dit dagboek de oplossing be vatte van alle geheimzinnige raadsels, waarin hij zich verstrikt voelde. Toen Dahn langs het strand naar de stad terugkeerde, was hij vervuld van teleurstelling en onrust. Het antwoord op de vraag, die hem zoo lang gepijnigd had, maakte hem niets wijzer. Zijn mysterieus verleden bleef een gesloten boek en het scheen hem toe, dat alleen een wonder het vermocht te openen. In verdrietige gedachten verdiept naderde hij de haven. Er stond een dich te menschenmenigte samengepakt, 'be staande uit visschers en zeelieden, ha venarbeiders, en een groepje dames en heeren uit de betere kringen. Dahn zag terstond waarvoor ze samengekomen warenaan boord van de Cajus, een tweemaster, waarnaar hij reeds vaak had staan kijken, werd zejlexercitie ge houden. Het schip zou overmorgen voor de eerste maal na langen tijd uit varen en was daarom van de kiel tot aan het topje van den mast opgeknapt en opnieuw geschilderd. Dahn voegde zich bij de menigte en bleef het onge wone schouwspel belangstellend gade slaan. Kapitein Peetz, de gezagvoerder van de Cajus, stond op de brug en gaf óp luiden toon zijn commando's. De be manning bestond voor het grootste deel uit jongelui, die pas van de zeevaart school kwamen. Zij droegen geen truien, doch witte kielen en matrozenmutsen en voerden vlug en zonder falen de be velen uit. Zij waren trotsch op hun eer ste schip en zagen ongeduldig den das van de uitvaart tegemoet. Aan den havenkant, dicht in Dahn's nabijheid, stond een jonge vrouw in ge zelschap van een heer. Het was Raune Holk, vergezeld van den havenmeester van Stralsund. „Wel, mevrouw, ik geloof niet dat u spijt van uw besluit zult hebben," zei de havenmeester. „De Cajus is een flink schip en het is te betreuren, dat het niet eerder in de vaart is gebracht." Wordt vervolgd. U kunt zoo n prachtige zilvervos winnen. Aarzel niet, doe mee Dit is alles wat U te doen heeft: 1. Maak slechts deze zin af: Ik geef de voorkeur aan PaImolwe zeep. omdat(maximum dertig woorden). Gebruik Uw eigen woorden. Haal bij Uw winkelier 5 stukken Palmolive zeep van I2V2 cent. U ont- vangt van hem een inschrijfformulier. 3. Stuur het ingevulde formulier aan Palmolive, Postbus 635, Amsterdam C., met 5 zwarte Palmolive-bandjes. 4. Elke inzender, die een postzegel van 10 cent bijvoegt, ontvangt het prach tige in kleuren gedrukte ,,Uitknipboek van de Vijfling Dionne", nieuwe uitgave (waarde 25 cent). IEDERE WEEK 30 GROOTE PRIJZEN ELKE DAGeen prachtige ziL vervos (of honderd gulden). Een BURGERS E.N.R. rijwiel models.K.met origineeleTorpedo- remnaaf, jasbeschermer, electr. verlichting voor- en achter en contrêlelicht. Waarde f 60.- of f45.- in contanten). Vier autopeds model 1938 met ballonbanden. Den geheelen dag werkt hij ingespannen en de zorgen worden hem niet gespaard! Maar toch geen spoor van nervositeit, humeurig heid of gejaagdheidHoe hij er zoo uitstekend in slaagt zijn geestelijk en lichamelijk even wicht te behouden? 's Morgens en 's avonds gebruikt hij een smakelijken kop Ovo. De gewone dagelijksche voeding kan geen gelijken tred houden met de hooge eischen. die het moderne leven aan ons stelt. Ovomaltine bevat in licht verteer baren vorm alle bestanddeelen, die het zenuw gestel versterken en U lichamelijk fit doen voelen. Ga een tijdje Ovo gebruiken! Het beste ad vies. dat wij U in dezen tijd kunnen geven levenskracht Bij apothekers en drogisten in busjt» vgn 60 tent of j

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 27