30
„Wordt er niets voor hen gedaan!" vraag ik
werktuiglijk.
„Neen, hier doet de een nooit iets voor den ander.
Het principe is doodeenvoudig. Men betaalt alleen
hen, die werken en prodnceeren. De herinnering
bestaat niet en brengt in ieder geval nimmer geld
op. Het is de wet van de jungle, die hier geldt:
ieder voor zich
„Hoe heeten die twee ouden!" vraag ik opnieuw.
„Het zijn de twee pioniers, die ik u
straks noemde," antwoordt mijn vriend.
„De twee, die de fundamenten van het
tegenwoordige Hollywood hebben ge
legd. Het zijn Mack Sennett en Griffith I"
De schimmen van Hollywood
De doodkist zonder verblijf
Elorey blijft staan.
„Hier is de plaats waar Renée Adoréerust, de
Frarnjaise met de groene oogen, die in de „Groote
Parade" de verliefde Fransche boerin was van John
Gilbert. John Gilbert en zij slapen nu zij aan zij.
Zij deed er drie jaar over om te sterven. Zij leed aan
tuberculose en iedere maand hielden wij een collecte
in de studio's, om haar sanatorium te betalen.
Dit is de laatste rustplaats van Barbara la Marr, die
zich vier jaar lang eveneens woest verdedigde tegen
de tuberculose, maar die stierf van wanhoop en angst.
Zij liet twee kleine kinderen achter, die Sazu Pitts, de
comédienne, tot zich nam. Jarenlang bracht Sazu
Pitts eiken dag versch geplukte bloemen naar het
graf van haar vriendin. Maar de tijd doet het zijne
aan ieder menschenhart. U ziet wel de bloemen
staan hier nog. Maar nu zijn het kunstbloemen. De
kinderen groeien mooi op en Sazu Pitts heeft den
eed, aan 'n stervende gedaan, dus niet verzaakt"....
Zonder een woord te spreken wijst Florey op de
inscriptie van een anderen sluitsteen. Er is een kope
ren plaat op bevestigd. Ik lees:
No. 1.204
Rodolfo Guglielmi
(1895—-1926)
Dit is dus het graf van Valentino. De bloemenvaas
boven de nis is leeg. Zij is zelfs verroest.
„Valentino," vervolgt Florey, „liet slechts schul
den na. Zijn vrienden betaalden de nijpendste die
waaronder anderen te lijden hadden. Er bleef niets
over om hem te begraven. Zijn doodkist bleef acht
dagen op het kerkhof staan, begraven onder de bloe
men. Toen de bloemen verwelkt waren, plaatste men
de kist voorloopig onder een tafel in de loofhut van
den tuinman. Deze „voorloopige voorziening" hield
achttien maanden stand. Toen" bood de rijke Itali-
aansche familie Balboni, die acht nissen van 't praal
graf had gekocht, de kerkhofdirectie aan, Valentino
tijdelijk gastvrijheid te verloenen. Men plaatste hem
in een nis. In de daaropvolgende jaren stierf de eene
Balboni na de andere. En telkens als men een nis noo-
dig had voor een doodkist van een Balboni, moest
Valentino verhuizen. U ziet hier, dat in zeven van de
acht nissen reeds Balboni's rusten. Valentino rust
in de achtste. En er is nog één Balboni in leven. Zoo-
dra ook deze sterft zal Valentino terugkceren onder
de tafel van den tuinman, of naar een grafkuil van de
gemeente verhuizen.
(Copyright by Agence Littéraire internationale
Pans. Nadruk - ook gedeeltelijk - verboden.)"
VOLGENDE WEEK:
Ik ontmoet Greta Garbo!
au daag zal ik u eens laten zien wat er overblijft
van de gelukslegende van Hollywood," zegt
FJorey den volgenden morgen, als hij mij met
zijn auto komt halen.
Waar gaan wij heen?" vraag ik.
„Naar de dooden. De dooden van Holly
wood. De schrikbeelden van de film, die
ons dikwijls bezoeken, naast ons gaan
zitten in de nachten van dronken
schap in Trocadero en op hun elle
boog leunen voor het oog van de
camera in de studio. Zij zijn gestorven
door de film en voor de film en vaak
schijnt het, of zij teruggekeerd zijn,
om de levenden te bewaken en te
waarschuwen.
In het midden van het kerkhof,
waarheen hij me brengt, verrijst
Rudolf Valentino, de in
1926 overleden filmacteur,
eens de meest gevierde ster
van hel witte doek.
het centrale praalgraf, op
getrokken van wit marmer,
koud als een kathedraal en
bevolkt met blauwe en
groene schaduwen. Het is
verdeeld in zalen en kapel
len. Alle muren, zelfs die
van de gangen, zijn ver
deeld in vierkanten van
80 centimeter hoog en
breed de deksteen van
de diepe nis, waarin de
doodkisten worden ge
plaatst. Op den sluitsteen
staan een naam en een
datum gebeiteld.
„Tweehonderd dooden
van de film rusten hier,"
zegt Florey. „Ik heb hen
allemaal gekend. Allen zijn
gestorven in den fleur van hun jeugd, vermoord door
het helsche rhythme van den loop van den roem."
„Ligt Jean Harlow hier ook?"
„Neen, zij niet. Men heeft een eigen praalgraf voor
haar gebouwd in de vallei. De wereld, die zich verlus
tigd heeft in haar stralende vitaliteit, in haar zonnige
natuur en haar liefde voor het leven, zal haar spoedig
vergeten zijn. Men kan zich echter geen Jean Harlow
voorstellen in een kil, steenen graf. De weinigen, die
zich haar zullen blijven herinneren, zullen haar blij
ven zien als een lente.
flLWarlene, Fritz Lang, Robert Florey en ik treden
binnen inde vermaarde „Broun Derby", de oud
ste en beroemdste bar van Hollywood, op den hoekvan
Vines Street en den Hollywood Boulevard. De bar-
houdster ontvangt ons met een glimlach. Het is
Gail Patrick, een der aardigste filmsterren.
Wallace Beery, de kluizenaar, zit in een hoek te
slapen. Wij gaan zitten en bestellen iets. Dan blijft
het een oogenblik stil.
„Ja," zegt eindelijk Florey, „het was een vreemde
jongen
Wij hebben zoo juist in een kleine Wijkbioscoop
een voorstelling bijgewoond, waarin Rudolf Valen
tino optrad. Ja, Rudolf Valentino, al langer dan tien
jaar dood, een der meest gevierde en beminde acteurs
van het Witte doek en thans vergeten.
Wij hebben twee van zijn succesfilms gezien: „De
vier Ruiters van de Apocalypse" en „Meneer Beau-
caire". Het is onmogelijk daar thans nog een objec
tief oordeel over te vellen. De techniek is met reuzen
sprongen vooruitgegaan en een film uit die jaren lijkt
thans zeer gebrekkig. Heeft deze huppelende acteur
met zijn hortende bewegingen en triviale gebaren, die
zich op de borst slaat om zijn liefde te bekennen en
een knie ter aarde buigt, om de hand van zijn meeste
res te kussen, inderdaad de harten kunnen beroeren
van een sentimenteele meisjeswereld? Ja, zonder
twijfel: ja! Twee- of driemaal heb ik gedurende de
voorstelling het aandoenlijkste, het geheimzinnigste,
het meest cynische en het teederste mannengelaat
aanschouwd, waarvan de meisjes kunnen droomen.
„In 1923 had hij een con
tract van 250 dollar per
Week. Op een avond kwam
hij aan mijn deur kloppen.
„Ik heb er genoeg van,"
zei hij. „Ik verveel me hier.
Ik vertrek ga je mee?"
Ik ging mee. We vertrok
ken in een auto ver van
Californië vandaan. Hij be
zat geen dollar meer en zijn
contract verbood hem el
ders voor de film of voor
het theater te werken. Maar
hij moest leven. In een
kleine stad gingen wij een
advocaat raadplegen, die
het contract nauwkeurig
onderzocht.
„U mag optreden in een
tent," eindigde hij zijn
onderzoek. „Men heeft ver
geten u het optreden in
een circus te verbieden.
Men heeft het theater, de
studio en de gebouwde cabarets erin vermeld, maar
de tent is u niet verboden."
Drie uur later begon Valentino met een klein circus
een weidsche tournée dwars door Amerika. In elke
stad stelde men hem voor als een soort hemelverschij-
ning; hij verkocht zijn foto en maakte bovendien
reclame voor schoonheidsproducten. Met een ernstig
gezicht verkondigde hij den toeschouwers:
„Ik, Valentino, scheer mij met de zeep van meneer
X. En mijn prachtige teint heb ik te danken aan
de crème van meneer Y.
Hij was geweldig populair van de film en men liep
overal storm op het circus. Binnen een paar maanden
had hij honderdduizend dollar verdiend. Maar even
spoedig had hij ze weer uit zijn vingers laten vloeien.
Hij leidde het leven van een vroolijken Frans, maar
dit was slechts schijn voor de wereld. In werkelijk
heid ging hij gebukt onder ellende en bitterheid en hij
was misschien de eenzaamste mensch van de wereld.
Lange nachten heb ik hem zien weenen van wanhoop.
Hij was een ongelukkige en niet de Don Juan, dien
velen in hem zagen.
Het is precies twaalf jaar geleden, dat hij is gestor
ven. Ik was zijn beste vriend en toch weet ik niet wel
ke ziekte hem wegrukte. Volgens de officieele lezing
is hij bezweken aan een gevaarlijke blindedarm
ontsteking. Anderen zeggen dat hij vermoord is door
een revolveraanslag. In elk geval echter, hij blies den
laatsten adem uit in een hospitaal te New York,
waarheen hij zich had laten vervoeren onder een
valschen naam. Hij stierf heel eenzaam en schreiend
van smart. Eenzaam, zeg ik dertigduizend meis
jes en vrouwen volgden zijn lijkkist. Er vielen op
stootjes voor er vielen zelfs dooden. Tragiek? Die
vindt men in het leven en sterven van Hollywood...."
Florey was aan het eind van zijn relaas.
„Een whisky," schreeuwde Fritz Lang.
En Mariene, naast mij gezeten, droomde met strak
ke oogen van ik weet niet welke begrafenis.
Jean Harlow, de filmster, wier
stoffelijk overschot een rust
plaats vond in een praal
graf in de vallei van
Hollywood.
Florey is in Hollywood zijn eerste en trouwste
vriend geweest. Hij begint te vertellen