5 En toen schoot hij den wagen uit, net als zoo'n menschelijke kanonskogel. nmèsrv Dus toen stapten Mabel en Agnes in, want 't politiebureau was in ieder geval een eind dichter bij hun huis, en ze konden dus net zoo góed zoover mee rijden. We vroegen, of we mee naar 't bureau zouden gaan als getuigen, maar dat hoefde niet, zei ze, zo kon dien bullebak wel alleen aan, en nog wel een paar er bij ook. Ze was zoo kalm mogelijk, maar in de opwinding vergat ze één ding, en daar werd 't haast nog erger door. Mabel ging voorin naast haar zitten en Agnes achterin, en toen de politie-auto Grace voorbijreed en vóórging, wenkte de dikke agent, dat ze mee moest komen. Ze startte, maar toen viel Mabel er bijna uit. Grace had er niet aan gedacht, dat ze 't voorste por tier aan dien kant sluiten moest om 't dicht te houden, zie je, dus toen Mabel er een beetje hard tegenaan leunde, sloeg de kruk om en 't portier ging open en Mabel lag er haast uit. Dus toen moest Grace stoppen en uitstappen om 't te sluiten, en de politie-auto stopte ook en de dikke agent keek om om te zien, wat er gebeurde en hij wenkte voortdurend dat ze komen moest. Je kon aan zijn wilde bewegingen zien, dat hij zich Weer kwaad zat te maken. Grace had ons vanmiddag over dat portier zitten vertellen; je had al 'n Week beloofd, dat je die slui ting zou repareeren, zei ze, en ze wachtte er nóg op. Maar toen Mabel er haast uitgevallen was heeft ze gezegd, dat ze den eersten den besten keer, dat ze de kans kreeg, een garage inreed om 't te laten maken. Dat zou jij trouwens ook gedaan hebben, zei ze. Ja, hoor eens, Jim, ik herhaal alleen maar wat ik ge hoord hebNu ja enfin, ze reden eindelijk weg, en meer weet ik er niet van. Ik zou me maar niet te ongerust maken als ik jou was als een misdadiger gearrestéérd is ze per saldo niet; ze ging alleen met den agent mee naar 't bureau, om 'n geschilletje te be slechten. Je zult haar wel te spreken krijgen, als je 't bureau opbelt, denk ik. En vraag je, of ze mij meteen even opbelt, als ze thuiskomt? Ik ben zoo ontzettend nieuwsgierig. Goed, Jim. Dag! Hallo. O, ben jij 't, Jitn. Ja, met Mabel. Ik ben net een klein poosje thuis. Wat zeg je. O, heb je 't politiebureau opgebeld en was ze er nog niet Ja, ze heeft oponthoud gehad onder weg Nee, niets ernstigs. Dat denk ik ten minste niet, maar ik zeg altijd, je kimt nooit weten, en een mensch kan nooit te voorzichtig zijn. Je kunt nooit weten, of die verschrikkelijke man niet in de buurt was. Die misdadiger. Grace lachte er om, maar ik heb gauw al mijn deuren en ramen op slot gedaan, toen ik thuiskwam. Grace moet zelf weten, wat ze wil wagen, ik voor mij. Wacht nu even, Jim! Ik begrijp best, dat je je zenuwachtig maakt, al denkt Grace, dat 't niets te beteekenen heeft, maar als je er zoo doorheen schreeuwt, versta ik je niet. Welke misdadiger? Die Peter Krutch natuurlijk, die gisteren uit de gevangenis ontsnapt is. Nu, 't is zoo gegaan: we hebben bij Susie gebridgd vandaag, zie je, en 't duurde een beetje langer dan we gedacht hadden, 't Schijnt altijd zoo uit te moeten komen, dat we tegen vieren een robber af hebben, en dan. O, heb je Susie gesproken en heeft die dat allemaal al verteld Heeft ze je ook verteld, dat die dikke politie-agent Grace gearresteerd heeft, omdat ze Ach ja natuurlijk, anders kon je niet weten, dat je 't politiebureau op moest bellen. Weet je alles tot aan 't moment, dat we wegreden? Heeft ze je verteld, dat ik haast uit den wagen geval len ben? Jemoest nu heusch maar eens ophouden met treuzelen en dat portier laten maken, JimIk ben er ontzettend van geschrokken. Ik zat...-. WatO, goed, dan zal ik 't nu maar overslaan, maar ik zou je toch aanraden om dat slot te laten maken! 't Is te gek. Nu, we reden de straat uit achter dien politie-auto aan, en Grace zette de radio aan. Een beetje muziek kon nooit kwaad, zei ze. Kun je 't je voorstellen op zoo'n moment? Den eersten tijd gebeurde er niets, maar toen we 'n paar straten verder waren, begon de politie-auto, die eerst met een kalm gangetje gereden had, ineens harder te rijden en toen schoot hij een hoek om.'t Was zóó gebeurd en we wisten gewoon niet, hoe we 't hadden. Dat Wil zeggenalle drie, behalve Grace. Ik moet eerlijk zeggen, ze is verschrikkelijk bij de pinken. Ze zette de radio bliksemsnel over op de politieberichten, en ze was net op tijd om een stuk van een oproep te hooren herhalen ze zeggen altijd alles twee keer, zooals je weet. Oscar zit er hier dikwijls naar te luis teren, dus ik heb ze vaak gehoord. Nu, 't ging over dien Peter Krutch, die nog steeds op vrije voeten was. Een vrouw in een huis in de Jef- fersonstraat, daar vlakbij waar we toen Waren, had, geloof ik, de politie gewaarschuwd, -dat ze een man had zien rondsluipen, die op hem leek, dacht ze. Grace begon te lachen, toen ze 't hoorde en ze zei, dat 't wel weer zoo'n onnoozel schepsel zou zijn, dat zich direct van alles verbeeldde, als ze de krant had gelezen. Waarschijnlijk zoo'n soort vrouw, die iets ziet flikkeren in de keukenkast en dan meteen de brandweer op gaat bellen, en dan blijkt 't, dat 't een zonnestraal is, die naar binnen schijnt, als de deur opengaat. Ze wou wel haast wedden, dat 't zoo was, want Wat zou Peter Krutch daar in de buurt moeten? Zoo'n soort man hield zich waarschijnlijk ergens in een achterbuurt verborgen, zei ze, als hij zich in stad waagde. Maar dat kan ik nog zoo zeker niet vinden. Als je zoo eens leest, wat er al niet in de krant staat iederen dag, ga je denken, dat 'n mensch uooit te voorzichtig kan zijn. Enfin, Grace zei, nu 't eenmaal zoover was, had ze geen zin om die politie-agenten kwijt te raken, terwijl zij, wie Weet waar op af gingen, want dan kreeg ze ze later maar wéér en dan konden ze beweren, dat ze weg had probeeren te komen, toen zij even hun rug hadden gekeerd. Dus ze reed door naar dat adres in de Jeffersonstraat, dat ze door de radio hadden omge roepen, en ja hoor, daar stond de politie-auto, voor 't huis met dat nummer, maar de agenten zaten er niet in. Zeker naar die vrouw toe, die de politie had gewaarschuwd. Toen heb ik gezegd, dat 't toch best kon, dat Peter Krutch ergens bij dat huis in de buurt was, en dan gingen ze misschien aan 't schieten, dus dan was 't roekeloos om te dichtbij te komen, en toen zei Grace goed, als ik 't prettiger vond zou ze wel op 't hoekje stoppen. Maar net toen ze wou stoppen, zei ze: wacht even, ze was toch maar een paar straten bij mijn huis vandaan, dus kon ze' me net zoo goed even thuis brengen, dan werd 't niet te laat voor me Oscar is net zoo lastig wat eten op tijd betreft als jij bent, volgens Gracedus toen zei ik, dat ik 't prachtig vond, dan konden ze meteen teruggaan; als ze er zin in hadden, zei ik. Ze mochten er mijn portie van hebben. Dus toen heeft Grace me thuisgebracht, en daarna is ze met Agnes teruggegahn. Ze zal wel gelijk hebben, dat er niets aan de hand was, denk ik, maar ik was er zelf toch maar liever niet bij, want zooals ik je zei, je kunt nooit weten. Enfin, ik hoop maar, dat er niets ernstigs gebeurd is, en wil je even aan Grace vragen, of ze me direct opbelt, als ze thuiskomt Als ze kón ten minste. Dag, Jim! Dag, hoor! Hallo. O, Jim.Ja, je spreekt met Agnes wat er nog van haar over is ten minsteWat zeg je.f Ben ik grappig? Dat zal best, want ik heb nogal een grappig gevoel ook! Zou jij ook hebben, als je in dien auto had gezeten met je hart in je keel, terwijl die afschuwelijke moordenaar voorin zat en zijn revolver zoowat tegen Grace d'r zij aan hield! Jim! JimHallo. Wat had je toch? Ik werd al bang, dat je flauw was gevallen. O, viel je van je stoel af? Sta nu niet zoo te springen - ofschoon ik 't me best in kan denken - dan zal ik je de heele ge schiedenis vertellen, 't Wós me Wat! We zijn vandaag bij Susie wezen bridgen, zie je, en 't werd een beetje later dan we Wat. O, heb je Susie gesprokenMabel ook? O. Nu, toen we Mabel voor haar huis hadden afgezet - ze is niet bepaald wat je noemt avontuurlijk aan gelegd, zie je, en ze zat verschrikkelijk in angst; ze haalde zich allerlei onmogelijke dingen in haar hoofd ten minste, we dachten dat 't onmogelijke dingen waren, maar zooals 't nu geloopen is, zullen we deu- kelijk 'ons heele leven lang iederen Woensdagmiddag van haar te hooren krijgenHad ik 't je niet gezegd? Maar wat ik eigenlijk vertellen wou, toen we haar thuis hadden gebracht, zijn we teruggereden naar dien hoek vóór dat bewuste huis, en de politie auto stond nog steeds voor de deur, en er was nog geen agent te zien. We bleven daarom maar zitten Wachten, tot ze terugkwamen. Er was een klein oploopje gekomen voor dat huis, menschen, die naar den politie-auto stonden te kijken en wachtten, of er wat gebeurde, maar Wij stonden een eind verder om 't hoekje half achter de heesters van de voortuintjes, en er was geen mensch, die ons zag. We waren teruggereden naar dien hoek, omdat Grace 't wel een leuk idee vond, ineens voor hun gezicht te staan als ze terugkwamen. Ze zei net: „Dat zal rijk zijn, dat gezicht van dien dikken agent, als hij naar buiten komt en ziet, dat wij er nog zijn," toen er een man te voorschijn kwam tusschen twee huizen vandaan en hij kwam het steegje uit en de straat op, een klein eindje achter den auto. 't Was een heel gewone man met een schild padden bril op, en hij wandelde gewoon verder, dus we letten haast niet op hem. Een van die huizen, waar hij tusschen vandaan kwam, stond leeg, maar in 't andere hingen gordijnen, en ik dacht, geloof ik éls ik ten minste iets dacht dat hij uit dat huis kwam. Maar in plaats, dat hij de straat overstak, kwam hij regelrecht om onzen wagen heen loopen en toen deed hij 't voorste portier open en toen ging hij naast Grace voorin zitten, net of we daar op hém hadden zitten wachten! Als iemand 't gezien had, had hij ten minste nooit anders kunnen denken. „Pas op als jullie een van beiden een kik geven," zei hij, heel kalm en gewoon, maar op zoo'n kouden en zoo'n zoo'n enfin, ik Weet niet, hoe ik 't zeggen moet, maar we hoorden wel, dat hij liever op ons wou schieten, dan dat hij ons aankeek! „Ik méén 't," zei hij, en toen liet hij 't voorste eindje van die groote dikke revolver, die hij uit zijn zak haalde, over den rand van zijn bank heen naar mij toe wijzen. Dat vond kleine Agnes duidelijk ge noeg! Ik had geen geluid kunnen voortbrengen, al hadden alle politie-agenten van de stad op een rijtje langs me heen gewandeld. Hij zag Wel, hoe 't met me stond, geloof ik ten ihinste, hij vestigde zijn aandacht weer op Grace, en zijn revolver ook. Grace Was zoo wit als een doek, maar ze stak haar neus in de lucht en ze keek hem vlak in zijn oogen. Hij zei: „Vooruit maar, zus. Den kant van de Noorderbrug op." Grace was onderwijl alweer aardig bijgekomen, en ik had weer zóóveel moed, dat ik opzij dorst te kijken, het raampje uit, S/of op blz. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 5