SCHERVEN BRENGEN
GELUK
wrijf dan borst
en rugje in met
Pot 50ct - Doos30ct
l>e Winter
kan U
verrassen
met sneeuw, Loude
/y\ en nattigheid!
door Co Verhoog
12
rijn, Moeder
dat helpt!
Wee dengene, die er niet op voorbereid is. Ziekte en narigheid liggen
in 't verschiet. Zorgt daarom tijdig gereed te zijn met Uw garderobe!
Een fijne warme mantel voor een stevig jasje voor Uw zoon, zij vor
men de beschutting welke ge noodig hebt.
Veel behoeft het niet te kosten, als ge het zélf maakt. Met behulp van
onze handige Kant-en-klaar-patronen kuntU dat best en ge zult verrast
zijn over het goede resultaat. Mode voorbeelden vindt U in overvloed
in de nieuwe „Winterweelde". Niet minder
dan 350 stuks zijn er voor U en de kinderen
in verzameld. Prettige en modieuze dracht,
waar U wat aan hébt in het koude jaargetijde.
Begint dus met „Winterweelde 1939"
te bestellen. De prijs bedraagtOU ct.
Knippatronen20, 35 en 50 cent.
I'ATltOXHXKAXTOOR PA\ORA, Nassauplein 1, Haarlem
Bestellingen hunnen ge
schipden hij Uw agent, Uw
bezorger of den boelihandel:
door girostorting op no.
29363/ door toezending
van nel bedrog per post
wissel of in postzegels nail
Woorden hebben in de wereld
al meer onheil gesticht. Een
ongelukkig gekozen woord kan
iemand pijnlijker treffen dan een dolk-
spits en ongeneeslijke wonden toe
brengen. Zoo'n ongelukkig gekozen
woord was het ook, dat Loek Penders
verwijderde van Karei Meertens.
Het was op een studentenbal, dat
die verwijdering ontstond. De aanlei
ding was het onnoozele feit, dat Loek
met een nieuw kapsel verschenen was.
Zij had zich de moeite daarvoor alleen
getroost om hem te behagen en het
was dus een teleurstelling, dat hij het
zelfs niet scheen op te merken. Pas toen
zij een paar maal hadden gedanst, viel
hem de verandering op.
„Zeg, wat draag je je haar vanavond
gek," liet hij zich plotseling ontactisch
ontvallen.
Lock's stralend gezicht versomberde
als de nacht. Daarvoor had zij nu drie
uur bij den kapper gezeten! „Vind je?"
vroeg zij koel en met een beleedigd air.
Haar toon openbaarde hem iets
hij had een stommiteit begaan. Met een
halve verontschuldiging trachtte hij
zijn fout te herstellen. Maar het was na
tuurlijk te laat.
„Geef je geen moeite," onderbrak zij
hem ijskoud. „Het ontbreekt je zoowel
aan tact als aan goeden smaak en in
dit opzicht heb ik steeds aan je getwij
feld. Amuseer je ik zal mijn eigen
amusement wel zoeken."
Na die woorden stevende zij op een
vriendin af en liet Karei verbluft staan.
Hij nam haar boosheid niet ernstig.
Zij studeerde aan dezelfde faculteit en
hij zag haar dus dagelijks. Morgen zou
zij het vergeten zijn om een paar
onnoozele woorden zou zij de vertrouwe
lijke verhouding, die intieme verwach
tingen voor de toekomst inhield, niet
verbreken.
Maar hij vergiste zich. Loek was 'het
den anderen dag niet vergeten. En zij
vergat het ook de volgende dagen niet.
In de collegezaal en het laboratorium
behandelde zij hem koel als een vreemde
en als hij een poging deed om de onbe-
teekenende kwestie bij te leggen, negeer
de zij zijn bedoeling. Zij voelde zich ge
kwetst en na eenige vergeefsche po
gingen om het ongelukkige incident in
het reine te brengen, gaf hij het op. Hij
achtte zich verongelijkt en trok zich
terug. Van dien dag af gingen zij met
elkander om als vreemden. Beiden
waren verbitterd en de oude verwach
tingen voor de toekomst hadden afge
daan. En dat alles ten gevolge van een
ondoordacht woord, dat pijnlijker had
getroffen dan een dolkspits.
Het was een regenachtige achterna
middag. Loek had 's morgens college
gehad en de rest van den dag op haar
kamer doorgebracht. Zij had een paar
ingewikkelde natuurkundige formules
uitgewerkt en toen zij ermee gereed was,
zocht zij naar haar dictaatcahier, om de
les van 's morgens na te zien. Na eenig
vergeefsch zoeken kwam zij tot de ont
dekking, dat zij het cahier in de college
zaal moest hebben laten liggen. Kort-
besloten sprong zij op de fiets en
peddelde naar de universiteit.
De colleges waren allang afgeloopen.
Zij zag niemand de concierge scheen
in zijn woning te zijn en boven hoorde'
zij een paar werkvrouwen bezig. Zij liep
vlug door en zocht in de kast van de
collegezaal naar het vermiste cahier.
Maar ook hier bleek het onvindbaar.
Toen herinnerde zij zich, dat zij zich
's morgens ook nog even in het labora
torium had opgehouden. Het was streng
verboden het laboratorium zonder be
voegd toezicht te betreden, doch nie
mand zag haar en dus stapte zij maar
over het verbod heen.
De straf volgde bijna onmiddellijk op
de overtreding. In een der vertrekken
stond een kostbaar Röntgenapparaat,
waarmee 's middags nog geëxperimen
teerd was. In de haast, waarmee zij
zocht, struikelde zij plotseling over haar
eigetf beenen en voor zij zich ergens aan
vast had kunnen klampen, viel zij lang
uit tegen de Röntgeninstallatie aan. En
het volgend oogenblik bewees een klet
terend geluid van brekend glas, dat zij
een ruïne had aangericht.
Loek gunde zich geen tijd tot zichzelf
te komen. Ontsteld nam zij de vlucht en
pas toen zij buiten was, werd zij zich
bewust, dat niemand haar had gezien.
Regelrecht reed zij naar een vriendin
en viel ontdaan haar kamer binnen.
Hier de^d zij hortend en stootend ver
slag van haar ongeluk.
Riek van Klaveren keek bedaard op,
toen Loek aan het eind van haar zenuw
achtig relaas gekomen was. Zij was een
luchthartig meisje en daarom niet de
meest geschikte om nu raad te geven. In
haar angst gaf Loek zich daar echter
geen rekenschap van.
„Een kopje thee, Loek?" vroeg zij
onaandoenlijk.
„Jawel, graag. Maar zeg, wat moet
ik nu doen? Wie weet hoeveel schade
ik aangericht heb."
Riek wierp haar een verbaasden blik
toe. „Wat je moet doen? Wel, dat ligt
voor de hand, dunkt me. Je doet niets."
„Niets?"
„Weineen niemand heeft je im
mers gezien, zeg je? Welnu, dan laat je
't zoo. Je wacht rustig af; misschien
denken ze wel, dat een ontploffing of
zooiets de oorzaak is."
Zij lachte, maar Loek kon er niet mee
instemmen. Het was een ramp, waarvan
zij zich de gevolgen in haar angst veel
erger voorstelde, dan zij bij mogelijkheid
konden zijn. Een half uur later vertrok
zij allesbehalve gerustgesteld.
Toen zij op haar kamer zat, dacht zij
een oogenblik aan Karei Meertens. Zou
zij hem om raad gaan vragen? Neen,
verwierp zij dien inval onmiddellijk.
Zjj hadden nu al in geen drie maanden
meer tot elkander gesproken en hij
moest een eigenaardigen dunk krijgen
van haar karakter, als zij hem thans in
haar nood opzocht.
Het was een onrustige avond, dien
zij doorbracht, maar de nacht deed haar
eindelijk besluiten. Zij zou den raad van
Riek maar opvolgen en den storm
rustig afwachten.
Met een bevreesd hart betrad zij den
volgenden morgen de collegezaal. Aan
de anderen viel niets te bespeuren.
Blijkbaar wisten zij dus nog niets van
het ongeval. Een paar minuten later ver
scheen de assistent echter in de college
zaal.
„Mag ik de dames en heeren, die
gistermiddag in het laboratorium heb
ben gewerkt, verzoeken mij even te
volgen?" vroeg hij met een stem, die
een onheil aankondigde.