iA Waar oc Op 9t uiterste puntje van Zuid,-Afrika Een kleermakerij in de openlucht! n vroeger tijden, toen de zee reis Amsterdam-Batavia dik wijls maanden in beslag nam en bovendien om tal van rede nen veel gevaarlijker was dan thans, kenden onze zeevaarders op verschillende kusten aan loophavens, waar de schepen nieuwe voorraden water, melk, vleesch en vruchten konden in slaan en desgewenscht konden schuilen voor storm en gevaren of voor 't verrichten van hoog- noodige reparatiën. Zoo'n punt was Kaap de Goede Hoop, waar in 1652 onder Jan van Riebeek een Nederlandsche nederzet ting werd gesticht. Over de boulevards van Kaapstad rijden behalve autobussen en andere moderne vervoermiddelen nog steeds de oude huurrij- tuigjes, als een laatste herinnering aan den tijd van zeilschepen en eerste stoombooten. Kaap de Goede Koop, op 't uiterste puntje van Zuid-Afrika, waar de Atlan tische en de Indische Oceaan samenvloeien. Degenen, die voor het eerst een zeereis maken, tracht men te doen gelooven dat de scheidingslijn in het water zeer duidelijk te zien is! Het landhuis „De Groote Schuur" te Kaapstad, gebouwd door Jan van Riebeek, ademt sterk 'n Nederlandschen geest. Kaapstad is nog steeds de toegangspoort voor Nederlandsch Zuid-Ajrika, vandaar dat de sporen van Nederlandschen invloed in deze stad van ruim 250.000 inwoners sterker en talrijker zijn dan dieper het binnenland in. Vroeger lieten de Oost-Indiëvaarders hier brieven achter voor nakomende schepen. - W- :v. WÊÊ

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 35