*DYBUK*
De wijze oude Rabbi temidden van zijn discipelen.
In liet kort verteld, komt het hier op neer,
dat 'n arme jongeman die hevig verliefd is
op een meisje, haar ziet ontglippen, daar haar
vader haar aan een rijken jongeling wil uit
huwelijken. In den tempel verkoopt hij nu
zijn ziel aan den duivel en wordt dan door den
bliksem doodelijk getroffen.
Later neemt zijn geest bezit van het meisje
en als dan de hooge Joodsche Raad dien
geest uit haar drijft, sterft het meisje even
eens en is de film uit.
We kunnen niet anders zeggen, dan dat dit
verhaal zeer plechtig en mysterieus is verfilmd
en dat schoone Joodsche gezangen, hande
lingen en gebruiken door de heele geschiedenis
heenloopen. Die geven deze film zelfs een
bepaald cachet en een aparte bekoring. Toch
moet men het geheel niet als filmkunst met
een groote R beschouwen, want dat is het
zeker niet. Hier en daar is het zelfs tamelijk
primitief gemaakt, doch daar die, laten we
zeggen onhandige constructie consequent tot
het einde is doorgevoerd, werd een zekere
eenheid in stijl verkregen, welke even opmer
kelijk als bizar is.
Het verlovingsfeest van Lea met den rijken
man, waarbij de goede hoedanigheden van het
bruidspaar worden opgesomd.
Opvatting, gegeven en uitwerking van deze ernstige
Joodsche film is zoo geheel anders dan we van films
in het algemeen gewend zijn, dat zij daarom alleen
reeds de aandacht verdient. Eigenaresse van deze
rolprent is Munt film, Amsterdam.
Links de 'jongeling Honen en rechts het meisje
Lea bij het graf van een bruidspaar, dat vlak
voor Hjn huwelijk werd gedood.
Er is meer dan één reden, welke deze film interessant maakt. Vooreerst
is zij geheel Jiddisch gesproken en ten tweede werd zij gemaakt naar
een oude Joodsche legende, waarin de Dybuk of bezetenheid een groote
rol speelde.
Het verhaal is betrekkelijk kort en niet bijster ingewikkeld, maar door de
zeer uitvoerige behandeling is het toch nog een film van beteekenis geworden.