!^IS GEEN BELETSEL
INAWIJN VAN OUD
1
15
WASCHDAG IN DE POVLAKTE
Emerson, maar hij begon tegen me te
fluisteren.
„Sst," fluisterde hij, „we moeten
bekende lui op deze receptie hebben,
dat maakt meer indruk. Misschien lezen
ze wel kranten daar achter in Spanje,
en dus moeten we zorgen, dat ze de lui
ontmoeten, waar ze over lezen, dan
zien ze, dat madame de Stelt een echte
hooge oome is, of tante dan, dat ze zulke
lui over den vloer krijgt."
Toen nam hij me bij mijn arm en
bracht hij me naar een groep menschen
in den hoek van de kamer, die zoowat
zoo groot was als de wachtkamer van
't centraal station.
„De heer J. 0. Curwood, de beroemde
schrijver!" zei Emerson, en daar stond
ik handjes te geven aan meneer en
mevrouw Conde, en hun zoon, en ma
dame de Stelt en haar dochter, en
madame de Stelt 'r zuster, en op 't eind
aan Rechter Blake, die een pandjesjas
aanhad en me amper aankeek.
Hij had 't zeker al erg hoog in zijn
bol, om zoo verwaand te doen tegen
iemand, die hem aan 't karweitje had
geholpen, maar ik moet zeggen, hij zag
er schitterend uit in zijn pandjesjas,
met dat gebuig aldoor en dat eeuwige
wonderolielachje.
Madame de Stelt had een zwarte
zijden japon aan en een massa diaman
ten van miss Missouri Martin, zooals
ringen en armbanden, die miss'Missouri
absoluut aan haar had willen leenen,
ofschoon ik later hoorde, dat ze er een
mannetje bij had gezet, om er op te
passen.
In ieder geval, als je madame de Stelt
aankeek, zou je om alle koffie van Java
wedden, dat ze nooit in een kelder in
de buurt van de Tiende Avenue had
gewoond en jenever als water gedron
ken. Ze had haar grijze haar boven op
haar hoofd opgestapeld, met een grooten
Spaanschen kam er in, en haar dochter,
Eulalie, in haar witte japon, was zoo'n
mooi poppetje als je maar wenschen
kunt, en geen mensch kan 't Rechter
Blake kwalijk nemen, dat hij af en toe
een zoentje bij haar ging stelen.
Enfin, 't duurde niet lang, of Rodney
Emerson begon weer te roepen: „de
heer Willie K. Vanderbilt", en wie
kwam daar binnenf Niemand anders
dan Dikke Niek. Emerson bracht hem
bij 't groepje lui en stelde hem voor.
Kleine Manuel, ook een kennis, stond
naast Rechter Blake, en die vertelde
in 't Spaansch tegen meneer en mevrouw
Conde en zoo, dat „Willie K. Vander
bilt" een heele hooge millionnair was,
en meneer en mevrouw Conde vonden
't erg interessant, maar Rechter Blake
en madame de Stelt hadden natuurlijk-
lak aan Dikken Niek en omgekeerd, en
de jongeluitjes letten nergens op dan
op mekaar.
Toen hoorde ik: „de heer William
Powell", en dat bleek niemand anders
te zijn dan Tony Bertazzola, van de
Kuikens-club, en die lijkt net zooveel
op William Powell als ik op Curwood,
dat wil zeggen heelemaal niet. Toen
volgde „de heer Thomas Alva Edison",
waar ik niets anders in kon zien dan
Velletje Bolivar, en toen „de edelacht
bare heer burgemeester Walker," dien
we altijd gekend hadden als Boffer
Bernstein.
Zoo ging 't een tijdje door er
kwamen groote Pieten van alle soorten,
mét en zónder dames, en een paar enkele
dames ook. Ik begon al te vinden, dat
ze 't een beetje te bont maakten, toen
ze aandienden: „Zijne Excellentie de
vice-president der Vereenigde Staten,
de hoogwelgeboren Charles Curtis," en
ik Griekschen Leendert binnen zag
komen, en dat zei ik ook tegen David
de Dandy, die overal tegelijk liep om
te kijken, of alles goed ging, maar hi j
zei alleen maar: „Nou, als je niet weet
dat 't Grieksche Leendert is, weet je toch
niet beter, of 't is vice-president Curtis t"
Ik moet eerlijk zeggen, ik vond 't
reusachtig oneerbiedig tegenover al die
groote mannen, en dat vond ik 't ergste,
toen Rodney Emerson riep: „de hoog
edelgestrenge heer commissaris van
politie, de heer Grover A.Whalen", en
Dolle Willem Wilkins binnenkwam, die
er nogal warm inzat toentertijd, want
ze moesten hem in verscheiden plaatsen
hebben wegens geweldpleging.
Dave de Dandy nam Dollen Willem
persoonlijk onder zijn hoede en haalde
een pistool uit zijn broekzak, want 't
was puur een gezellige bijeenkomst, dus
hoefde er niemand ijzerwaren mee te
brengen.
Ik keek aldoor naar meneer en me
vrouw Conde, maar zoover ik zien kon
maakten al die namen niet veel indruk
op hen.
Later ben ik te weten gekomen, dat
ze nooit kranten krijgen in dat Spaan-
sche stadje van hen, behalve een locaal
blaadje, waar niets in staat dan aanrij
dingen en familieberichten en gevonden
voorwerpen.
Meneer en mevrouw Conde schenen
zich zelfs tamelijk te vervelen, al klaarde
S/of op blz. 20
k om uit te gaan. U behoeft niet bang
te zijn voor regen en guren wind!
'n Glas Kina wij n van Oud (T onicum)
op z'n tijd, doet wonderen.
Kinawijn van Oud bevordert Uw
eetlust, is koortswerend, verdrijft
lusteloosheid, is een tonicum par
excellence!
Kinawijn van Oud
is een zachtzoete,
roode wijn, getrok
ken op de fijnste
Kinabast en genees
krachtige kruiden.
Kinawijn v. Oud
(Tonicum) wordt
verkocht in alle
goede zaken.
Per Üter-fl. 1 2.20
'I, 1.15
Alleen LUX is net veilige
wasmiddel voor wol,
do.ordat LUX 5 maal zo snel op
lost als zeeppoeders en gewone zeepvlokken
meeste zeeppoeders en zeepvlokken zijn na 15
inuten nog niet volkomen opgelost en onopgeloste
zeepdeeltjes maken, dat het "wollen goed viltig en hard wordt
en gaat krimpen.
De enige manier om Uw wollen goed tegen bederf te beschermen,
is Lux te gebruiken. Met Lux heeft U nooit onopgeloste zeep
deeltjes in het sop. Wollen goed, dat in Lux gewassen
behoeft maar 2 of 3 maal te worden gespoeld. Dan is U
er absoluut zeker van, dat alle zeep er uit is. Met andere was
middelen heeft U die zekerheid nooit
Lux is zo goedkoop! Het flinke standaardpak kost slechts 121 ct.
en toch kan U er b.v. IIUIhhi* zijden kousen mee wassen
Het reuzenpak, met meer dan de dubbele inhoud, kost
slechts 25 ct. Bovendien bevat het standaardpak Lux nog een
breipatroon en het reuzenpak 2 breipatronen.
En op elk pak een waardevolle bon
voor geschenken