Steradent
EEN ZILVERVOS
Het
BREIWERK-HOEKJE
HET VERSCHIL
van DAGenNACHT
Pas op Uw stem
28
Kent U dezen
nieuwen steek
De FANTASIE-KANTSTEEK
Aan de lezeressen die graag breien.
De uitleg van dezen steek vindt U in
een brochure, die onlangs door de
.3 Suisses" Wolfabrieken werd uitge
geven. Om deze brochure te verkrijgen,
behoeven de lezeressen slechts haar
naam en adres op een briefkaart (geen
brief) te zenden aan de „3 Suisses"
Wolfabrieken, afdeeling 11 te Tilburg.
Plakt er boven het gewone port 3
postzegels van 5 cent op voor de waarde
van de brochure.. Omgaand ontvangen
zij de brochure der „24 Breisteken",
die zeer practische voorbeelden bevat
van 24 nieuwe steken. Door een ver
nuftig systeem van plooiing, kan men
de uitleg van den gezochten steek
zonder moeite vinden. Elke beschrij
ving van een nieuwen steek is duidelijk
geïllustreerd. Schrijf vandaag nog, U
zult er geen spijt van hebben.
is niet grooter dan de aanblik
van Uw kunstgebit vóór en
na behandeling metSteradent.
Zelfs het oudste en reeds
geheel beslagen gebit wordt
en blijft door een dage-
lijksch bad in Steradent weer
als nieuw!
Uw tandarts beveelt het aan.
Bij apothekers en drogisten
in bussen van 50 en 90 et.
Proefbusje gratis op aanvraag.
N. V. Handelmij. Reckitts,
Pharm. afd. - De Bilt.
fa
NA
HF
door M. B. Gtiunl
Hij is er weer, Bed Ik heb gisteren
zijn sporen gezien in de groote
bocht van de Slik."
In de stem van Dick Carleon was een
trillende diepte van opwinding.
Red Ewan was al zoo lang pelsjager,
dat hij zich niet meer verbaasde over de
omzwervingen van een wild dier. Zon
der opkijken zei hij
„Dat tref je Misschien krijg je 'm.
Dan kun je weer eens naar Engeland.
Een prima zilverkruis brengt duizend
dollar op in Montreal."
„Jawel, maar hij zit dezen keer aan
jouw kant, Red!"
Als ik 'm krijg, deelen we samen
goed? Je zult best je meisje weer
eens willen zien."
Carleon lachte even en nam een houten
spanner van de tafel.
„Ik weet eigenlijk niet," zei hij. „Mis
schien kan ik mijn geld beter bij elkaar
houden. Trouwens, er is altijd kans,
dat.dat.
„Dat zij hier komt, hè?" lachte Red.
„Laten we 't hopen. We kunnen hier
best een flinke vrouw hebben."
De oude pelsjager dacht aan een por
tret in zilveren lijstje, _dat bij Dick op
tafel stond een meisje in avondjapon.
Zou zij ooit de reis naar 't sneeuwland
schap aandurven
,,'t Zou voor jou ook gezellig zijn,"
zei Dick. „We wonen maar elf mijl van
elkaar.
„En da's niemendal hier. Zeker niet,
als 't je lokt aan den anderen kant van
die elf mijl.
„Ja, precies. Enfin, ik stap maar eens
opJe kunt je nachtrust best gebruiken,"
„Ik zal er vallen bijzetten, tot 't eind
van de lijn. En dan ga ik meteen terug,
als 't weer goed blijft. Dat zal dus 'n dag
of tien worden."
„Den vijfentwintigsten terug...."
„Ja," antwoordde Red, naar zijn
kalender kijkend, 't Is gewoonte -in
't noorden, dat de jagers elkaar op de
hoogte houden van hun tochten. Was
Red op den afgesproken dag niet terug,
dan zou Dick zijn honden irispannen, om
hem op te zoeken.
Dick trad naar buiten, in de kou. Zij
riepen elkaar een afscheid toe, en de
jonge jager greep zijn sneeuwschoenen,
die rechtop in 't blauwwit van de
sneeuw-in-maanlicht stonden.
Red bleef even staan op den top van
een heuveltje, om zijn pijp te stoppen en
aan te steken. Hij keek over het witte
vlak tot aan de bergen in 't noorden,
leiblauw tegen de sneeuwwolken af
stekend.
Een mijl van huis ging hij een boschje
in, waar een keep in den stam van een
den de plaats aanwees, waar zijn val
stond. Hij bleef stokstijf staan, want in
de val zat de grootste vos, dien hij ooit
gezien had -de zilverkruisvos, waar
over Dick gesproken had.
Toen het dier den man zag, kroop het
terug zoover de ketting reikte. Het dook
laag neer en loerde kwaadaardig naar
zijn vijand. Red trok zijn sneeuwschoe
nen uit en sneed een knuppel van een
boom, want hij moest het dier dooden,
zonder den pels te beschadigen. Met
den knuppel omhoog trad hij vooruit.
Er klonk een krak als een zweepslag
lusschen de boornen, hooger den heuvel
op. Red wankelde, en de knuppel viel
uit zijn vingers. Een seconde later lag
de oude jager voorover in de sneeuw
zijn handen krauwden er doorheen in de
dennenaalden van 't vorige jaar.
De moordenaar kwam te voorschijn.
Hij was een halfbloed van den bovenloop
der Slik-rivier en heette Seymoui. Toen
hij den doode bereikte, gaf hij hem een
lichten schop - toen er geen reactie
kwam, grijnsde hij tevreden en wendde
zich naar den vos. Hij haalde een stuk
ijzerdraad uit zijn zak, maakte er een
lus aan en liet die over den kop van 't
dier schieten. Hij had dit werk al vaak
gedaan en was er zoo handig in, dat hij
ditmaal niet genoeg oppaste: toen hij
den draau aantrok, sprong de vos naar
voren en beet hem snel in den rechter
duim. Seymour vloekte, zette zijn eenen
voet tegen de borst van het dier en
liet et zijn volle gewicht op neerkomen.
Zoo bleef hij staan, tot hij zeker wist, dat
het kleine, felle hart niet meer klopte
toen hief hij het beest op en bekeek vol
daan den prachtigen pels.
„Is Chef Dan zóó duur met zijn doch
ter vroeg Oota Pierre.
De jonge Indiaan keek somber op
van den gordel, dien hij zat te vullen met
patronen.
„Duizend dollar is een hand vol geld,"
zei hij, „maar Neepawla is het waard."
De dikke heks lachte schor. „Deen een
vrouw is duizend dollar waard, als ze
geen tooverkunst verstaat. Maar je
hoeft niet zoo te kijken je krijgt haar
wel."
En tegelijk werd er geklopt.
Alex stond op, maar de deur ging al
open en een man kwam met wankele
stappen de hut in. Het was Seymour, de
halfbloed, maar hij was niet makkelijk te
herkennen, want zijn halve gezicht was
zoo leelijk door de vorst geschonden, dat
het zwart werd. Zijn jas hing open, en
zijn rechterarm hield hij in zijn hemd.
Hij struikelde over het kacheltje en
viel toen op den vloer.
Oota Pierre knielde neer en begon den
man de sneeuw van de schouders te
slaan. Hij schreeuwde van pijn.
„Pas op mijn arm! Vervloekt nog-aan-
toe, pas op mijn arm!"
De oude Vrouw keek hem aan en haar
lippen krulden. Zij nam een schaar en
begon de mouw van Seymour's arm
open te knippen. Het lichaamsdeel
was donkerrood en hevig opgezet. Men
kon den pols zien kloppen. Oota Pierre
had al meer gevallen van bloedvergif
tiging meegemaakt, maar nooit zoo'n
erg als dit.
„Hoe is 't gekomen?" vroeg zij.
„Een vos in een val. Hij heeft me ge
beten."
„En wat wou je nu van me?"
„Dat je me helpt natuurlijk!"
,,'t Is een heele toer, om de kruiden te
vinden maar ik zal zien, wat ik voor
je doen kan."
Zij wist, dat de man al zoo goed als
dood was. Zij liet hem door haar zoon
onder een stapel dekens leggen, en be
gon een mengseltje te koken in een pot.
Terwijl zij er zich overheen boog, lachte
zij venijnig.
Twee dagen later begon Seymour te
ijlen, en de Indiaansche vrouw luisterde
gretig en glimlachend. Toen stierf Sey
mour.
Oota trok den jutezak onder hem van
daan. Zij stak er haar hand in en trok,
en zij gaf een verbaasden kreet, toen zij
haar buit zag.
„Zoo, jongen, ga nu morgen het meisje
maar koopen. En we zullen zelf de Rood-
jassen waarschuwen. Ik wil geen last
krijgen om den dood van Seymour."
De jonge Indiaan knikte.
„Niet kwaad! Niet kwaad!"
Nic, de Griek, nam den prachtigen
pels, hief hem bij den neus op en schudde
Zonder het van elkaar te weten,
hebben twee vriendinnen op de
zelfde betrekking gesolliciteerd...
Annie was erg schor, toen ze
zich kwam aanmelden. Ze dorst
bijna niets te zeggen. De perso-
neelchef maakte het kort
Kitty kreeg het baantje. Ze maak
te 'n uitstekenden indruk. „U
hebt 'n goede heldere stem en
op die dingett wordt gelet
„Ans, je moet heusch wat aan je
stem doen. Je zult zien, dat heeft
'n groote invloed. Doe net als ik
en neem eiken dag Wybert-tablet-
ten tegen hoest en heeschheid."
Alleen in origineele blauwe
doozen d 25, S5 en 60 cent.