DUBBELTJESDUIKERS EN KEEEDJESPREIDERS Het oosten begroet den Europeaan met 'n gebrul, dat den eerzamen reiziger overvalt als de leeuw het in alle zielsrust voortwandelende schaap. Het begint in Algiers, waar de handelaars en duikers met hun bootjes het schip omringen, vóór men het besef heeft, in de haven te zijn aangeland. Met koortsachtige haast roeiend en intusschen hevig schreeuwend en gesticuleerend om de aandacht te trekken, beginnen ze heftige debatten, al heeft niemand hun iets gevraagd. Zij spreken met handen, mond en voeten en naar het lawaai te oordeelen, dat ze maken, moeten hun lede maten ook een stem bezitten. De laagste rang, dien men krijgt, als men onverschillig op hen neerkijkt, is kapitein. Toont men eenige belangstelling, dan wordt men meteen tot prms bevorderd. Maar zoodra men koopt voor den prijs, dien zij vragen, is men een ezel. Zij laten u na betaling zonder complimenten staan om een ander slachtoffer te zoeken. Het grootste spektakel maken echter de dubbeltjesduikers. Zij kunnen alleen maar door hun gebaren en geschreeuw opvallen, want zij bieden alleen hnn kunst aan. Zij springen pardoes in het water voor het kleinste zilverstukje en halen het binnen eenige seconden op. Zij zwemmen Ho he te tees passagier begroet EV- De dubbeltjesduikers zwem men als baaien. In een minimum van tijd halen ze de geldstukjes, die men in zee gooit, op. als haaien en het is de moeite waard hen voor een paar dubbeltjes te laten demonstreeren wat ze kun nen. Voor den gek houden kan men hen niet. Zjj zien onmiddellijk of men een in zilverpapier gewikkeld bronzen muntstuk in zee gooit, en dan lachen ze alleen maar eenigszins uit de hoogte en springen niet. Hun kunst is niet zoo moeilijk als zij er uitziet, want het geldstuk zinkt tamelijk langzaam, maar het is een mooi gezicht deze slanke lichamen snel achter elkaar te zien duiken. In elke haven herhaalt zich hetzelfde schouwspel, tot dat men in Ceylon gekomen is, want hier zijn de eenige belangstellenden voor wat er over boord mocht vallen de haaien en die geven niets om dubbeltjes. „Echte oostersche tapijten, mijnheer de kapitein belangstelling aan boord is altijd groot, als de ranke vaartuigje* der dubbeltjesduikers bij het schip vctschijnen en de bruins duikers huil vaardigheid demonstreeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 34