Voordat de leerlingen gaan passagierenhoudt de commandant grondig Tijdens de relcenles in een der ruime klaslokalen. Rechts de directeur der school inspectie. Alles moet tip-top in orde zijn! en tevens commandant van 't schip, de heer A. Wassing. Directeur der school en tevens commandant is de heer A. Wassing en met zijn toestemming hebben wij een rondgang door 't schip gemaakt. Men kan zich haast niet indenken aan boord van een schip te vertoeven, alleen de patrijspoorten, die men hier en daar gewaar wordt, verraden zulks. Bekwame vaklui hebben het inwendige van het vaartuig vol komen veranderd. Er zijn groote, lichte, luchtige klaslokalen verrezen, een imponeerende gymnastiek zaal, ruime eetzalen en bovendien prachtige, doel matige verblijven voor de leerlingen. De hal is mooi en geheel in sfeer van het geheel. De machines, die de oude stoompont zoo dikwijls ■haar vaste route over de Zuiderzee deden maken, zijn verwijderd, maar toch prijkt de gele schoorsteen nog vol glorie boven 't dek en nog steeds kringelt er rook uit als in het ketelhuis door de jongens duchtig gestookt wordt. Het prettige schoolschip wordt bevolkt door een vroolijke schare „matrozen", voornamelijk schip perszonen uit 't geheele land, allen 14 tot 16 jaar oud. Twee jaren blijven zij dag en nacht aan boord van 't schip en de stemming, die er heerscht, strekt iedere school ten voorbeeld! De jongens worden in dien tijd opgeleid voor de binnenvaart en voor de Rijnvaart, daarna kunnen zij desgewenscht geplaatst worden op de bestaande zeevaartscholen om zich nog verder te bekwamen. De dag begint hier reeds vroeg. Om half zeven is 't „overal" (een zeemansterm voor reveille) en om vijf minuten vopr zeven treden allen aan op het voor dek voor de oehtendinspectie. Dan wordt ontbeten en daarna maakt de eene helft der leerlingen „schoon schip", terwijl de andere zich vol ijver bezig houdt met „splitsen en knoopen". Om negen uur vangen de lessen aan, zij duren tot twaalf, dan vliegen de „hongerige" jongens aan tafel en tot half twee zijn ze vrij. Dan beginnen de lessen op nieuw, nu tot half zes, terwijl van zeven tot acht uur wederom moet worden gestudeerd, waarna tot S negen uur aan gymnastiek wordt gedaan of vrij gegeven. Klokslag negen uur gaan allen naar kooi en dan duurt het niet lang of een vreedzame stilte hangt over het schip, terwijl buiten het bonte avondleven der grootstad koorts achtig zijn gang gaat. De vakken waarin de jongens worden onderwezen zijn van uiteen loopenden aard, hoewel alle natuur lijk met de scheepvaart verband houden. Er wordt onderwijs ge geven in: kaartenlezen, instrumen- tenleer, werktuigkunde, natuur kunde, wetten en reglementen, in vakteekenen, rekenen, Nederland- sche taal, in „splitsen en knoopen", in roeien, wrikken, zeilen, zwem men, in scheepskennis, ter-wijl vooral de aardrijkskunde niet vergeten wordt. Daar naast worden vreemde talen onderwezen, terwijl ook 'n cursus gegeven wordt in eerste hulp bij ongelukken. Kennis van motoren is voor schippers en machinisten vooral van veel belang, zoo ook metaal bewerking en de „wetenschap", hoe een schip het best onderhouden wordt. Ook wordt den jongens godsdienstonderwijs verschaft en na de opsomming van deze vakken zal het iedereen wel duidelijk zijn, dat de leerlingen hun tijd hier in deze twee jaren allerminst op hun sloffen slijten Natuurlijk kan de boog niet altijd gespannen zijn en driemaal per week, 's Woensdags, Zaterdags en 's Zondags mogen de levens lustige leerlingen 's avonds van half zeven tot negen uur gaan „passagieren". Voordat ze echter aan wal gaan worden de jongelui door den commandant streng geïnspecteerd, want de „matrozen" van de „Ko ningin Wilhelmina" moeten Het vakteekenen wordt door alle leerlingen vlijtig be oefend, Tijdens de roeiles, vol aandacht voor den leeraar. er keurig uitzien als zij in het publiek verschijnen! Met stralende gezichten, glimmend, van top tot teen gepoetst, wandelen zij in groepjes naar de stad om vóór de klok negen slaat, weer terug te zijn aan boord van hun gezellige school en vertrouwelijk home. En als de laatste slag van negen over het don kere water van het IJ galmt, liggen allen reeds op één oor, stad, drukte, winkels, menschen. alles vergeten. W. v.d. R.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 3