LEOPOLD III
1
KONING VAN BELGIË
Gezien door: zijn eersten minister Spaak
zijn kamerheer baron Capelle
zijn leermeester professor
Herman Teirlinck
In verband met 't ophanden zijnde officieele bezoek van koning
Leopold III van België aan ons land zal 't onze lezers zonder
twijfel interesseeren kennis te nemen van de wijze waarop
vooraanstaande personen uit de onmiddellijke omgeving van den
populairen vorst over hem denken. Wij hebben ons daartoe ge
wend tot degenen, die door hun geregeld contact met den koning
beter dan anderen hem hebben leeren kennen en waardeeren
tot zijn eersten minister Paul Henri Spaak, zijn kamerheer baron
Capelle en tot zijn leermeester in de Nederlandsche taal die
de koning zooals bekend uitmuntend beheerscht den bekenden
letterkundige Herman Teirlinck. Uit hun korte, gevoelige typeerin
gen komt het beeld van den eenvoudigen, eenzamen vorst op den
Belgischen troon wel zeer scherp naar voren. De jeugdige koning
Koning Leopold III van België in zijn werkkamer
heeft zich bij zijn onderdanen zeer bemind ge
maakt; ook ver buiten de grenzen van zijn land
en in Nederland vooral is hij een geziene figuur.
Hij bezit alle goede eigenschappen, die men bij
een koning mag verwachten; zijn sobere levens
wijze en zijn ijzeren werklust zijn iedereen ten
voorbeeld, evenals zijn groote, zorgzame liefde
voor zijn op zoo tragische wijze van hun moeder
beroofde kinderen en het warme hart, dat hij allen,
die onder 's levens zorgen gebukt gaan, toedraagt.
(EEN DRIETAL INTERVIEWS DOOR EEN SPECIALEN MEDEWERKER)
Minister Spaak eerste minister, Paul Henri
Spaak, doet geen moeite
zÜn oprechte bewondering onder
stoelen of banken te steken.
„Het is een man," zegt hij, „die gedurende dertig jaren
gevormd is door zijn vader en de beste geleerden van het
land voor zijn hooge, koninklijke roeping."
De minister-president spreekt van zijn eerste contact met
den koning en een toon van zwaarmoedigheid trilt door zijn
stem als hij een der allereerste ontmoetingen schildert: op
het station van Arlon, toen de koning terugkwam uit Zwitser
land na het vreeselijke ongeluk: het gelaat uitgehold van
smart, een handdrukgeen woorden.
Daarna hebben twee mannen bij een geregelde samen
werking, die steeds nauwer werd, elkaar leeren waardeeren.
Driemaal heeft de minister zijn souverein met vaste hand
het schip van staat uit een benarde positie zien sturen; met
dien ijzeren wil, die, eenmaal op een doel ingesteld, door
geen macht ter wereld hiervan is af te brengen. Telkens
toonde de koning daarbij boven het gekrakeel en de richtin
gen der partijen uit te staan en alleen het belang van zijn
land en volk voor oogen te hebben.
„Kortom," aldus besluit de minister-president, „de koning
heeft alle eigenschappen, die noodig zijn de situatie te allen
tijde te beheerschen. Hij is inderdaad de vertegenwoordiger
en verdediger der hoogste belangen van ons land. Hooit
gaat hij zijn constitutioneele rechten te buiten, integendeel,
hij weet ze steeds op de juiste wijze en in hun vollen omvang
te gebruiken."
„ten naluurvrienj,"
zegt baron Capelle
tfc^anuit de werkkamer
van baron Capelle in
het. grijze paleis ziet men
op de ramen der konink
lijke vertrekken. Op 't terras, vlak onder de vensters, staat
een voederbakje, beschut door een rieten dak. Het is de ver-
De Belgische koning en de minister-president P. H.* Spaak.