Sol vol if
KNIP,..
TWEE ZUSTERS....
ut een wip
34
Dat is mogelijk met onze Kant-en-
Klaar-knippatronen, omdat zij direct
voor het gebruik gereed zijn. U ver
liest geen tijd met het overteekenen
en uitraderen en loopt daardoor geen
kans Uw stof te verknippen. Probeert
U het eens met de hierboven afge
beelde blouse -No. 527.
Vanditmodel kuntU patronen bestellen
in de maten 40-42-44-46-48 a 20 ct.
plus 5 cent porto voor toezending.
B«st*iling«n kunnen alt volgt geschieden door
bemiddeling van Uw agent of bezorgerdoor
girostorting op no. 293631 door toezending
van het bedrag per postwissel of In postzegels aan
Patronenkantoor PA NORA
Nassauplein 1 Haarlem
Vervolg van blz. 31
liet niet gewenscht om liem tot haar
vijand te maken. Eigenlijk was ze
wat hang voor hem hij leek in niets
op Freddie of Osgood, die ze naar be
lieven kon aanblaffen. Ze bleef doodstil
zitten en probeerde iets te verzinnen,
waardoor ze hem zou kunnen bewegen
om met haar mee te gaan.
„Nee," vervolgde hij, „het was verre
van vriendelijk van je om te zeggen, dat
ik niemand goed genoeg zou achten
want het is juist andersom. Ik zou niet
graag een aardig meisje gunnen, wat
haar te wachten staat, zoodra ze mijn
vrouw is bijvoorbeeld een aardig
meisje zooals je zuster - - neem me niet
kwalijk, maar d'r naam kan ik me niet
meer herinneren. Eigenaardig, hè? Ik
ontmoet een buitengewoon aardig meis
je, vriendelijk en onschuldig en ik
kan me haar naam niet herinneren. I)at
gaat zoo, als je bijna iederen dag iemand
anders ontmoet. Maar in dit geval spijt
het me toch geweldig. Enfin, ik wil maar
zeggen, dat ik er niet aan denk om een
meisje, dat ik in ieder opzicht respec
teer, te hinden aan een kerel zooals ik
ben die waarschijnlijk niet zal na
laten om het er nu en dan eens van te
nemen. Begrijp je wat ik bedoel?"
Vastberaden zei Helen: „Ik wil naar
huis."
Hij knikte, zonder verder aanstalten
te maken. „Ja, jij wilt naar huis om te
slapen en ik ga naar huis om er over na
te denken, hoe gelukkig ik hen. Ik heb
geld genoeg, maar wat doe ik er mee?
Heb je daar wel eens over nagedacht?
Wat kan ik er mee doen?"
„Niet wat je er nu mee doet," ant-
woordde zij op scherpen toon.
„Hoe weet jij, dat ik er iets beters mee
kan uithalen! Je bedoelt natuurlijk,
dat ik boven mijn theewater ben, niet
waar!"
„Ja!"
„Goed, dan kal ik er nog een schepje
bovenop doenKellner, een glas
brandy."
„Doe dat alsjeblieft niet," smeekte
Helen.
Hij legde zijn handen op de hare.
„Maak het me nou niet lastig. Wees
een aardig meisje. Je bent werkelijk
aardig, hoewel niet zoo aardig als je zus.
Alleen je bent veel knapper, het
knapste meisje, dat ik ooit heb ont
moet."
De kellner brapht de brandy en Crane
dronk het glas in één teug leeg. Helen
vroeg om de rekening. Crane haalde
een bankbiljet van vijftig dollars uit zijn
portefeuille. Hij kreeg nauwelijks iets
terug. Helen wist, dat ze hem bedrogen,
maar ze sprak er niet over. Met behulp
van den zaalchef kreeg ze hem de deur
uit, nagestaard door de glimlachende
gezichten van de overige bezoekers.
Helen voelde zich diep vernederd.
Een autobewaker reed den wagen
voor en ondersteunde Crane bij het in
stappen. De man richtte zich tot Helen
en raadde aan: „Ik geloof, dat u beter
achter het stuur kunt gaan zitten,
dame."
Crane ving de woorden op. „Wat wil
je daarmee zeggen? Wat heeft die onbe
schaamdheid te beteekenen? Ik rijd mijn
eigen wagen!"
„Toe, laat mij rijden, Ridley."
Hij gaf geen antwoord, doch bleef
vastbesloten zitten waar hij zat, hoewel
hij geen moeite deed om den auto in be
weging te zetten.
„Ik denk er niet aan om in te stappen,
als jij rijdt."
„Denk je, dat ik niet in staat ben om
te sturen?"
„Ja, daar ben ik zelfs van overtuigd."
Ze verwijderde zich, in de hoop, dat hij
haar terug zou roepen, maar daar dacht
hij blijkbaar niet aan. Ze liep het hek
uit in het bewustzijn, dat de portier en
de autobewaker lachten om haar po
ging Crane op deze manier tot andere
gedachten te brengen.
De hoofdweg lag donker en verlaten
in den prillen morgen. Het was, dacht
Helen, niet onmogelijk om naar huis te
loopen maar wat moest er terecht
komen van haar prachtige japon en de
kostbare, mooie schoentjes, die een der-
gelijken tocht nooit zouden overleven.
Nee, ze kon niet loopen. Als hij nu maar
redelijk werd. Ze wilde niet omkijken,
hoewel ze een auto hoorde naderen.
Als iemand eens aanbood om haar naar
huis te brengenMaar als ze herinner
de zich eensklaps verschrikkelijke ge
schiedenissen over meisjes, die op zulke
voorstellen van op het oog „nette" auto
mobilisten waren ingegaan. Naast haar
stopte een wageii. Het was Ridley. De
koude buitenlucht bleek zijn benevelden
toestand te hebben vervolmaakt, want
terwijl hij stopte, zakte hij half over het
stuur.
„Ridley."
Géén antwoord. Ze liep om den auto
heen en door hem met inspanning van
al haar krachten opzij te duwen, slaagde
ze er in de bestuurdersplaats vrij te
krijgen. Langzaam en voorzichtig reed
ze langs den verlaten hoofdweg. Ze
wenschte, dat ze net zoo goed kon rijden
als Kate; de wagen behoorde tot de
duurste merken en reageerde haarfijn
op de minste beweging. Toch voelde ze
zich veiliger dan met Crane aan het
stuur. Verbeeld je, dat hij in slaap was
gevallen bij een snelheid van negentig
kilometer per uur. Ze was zóó blij op
deze manier te kunnen wegkomen, dat
ze er niet aan dacht wat ze met Crane
zou moeten beginnen. Hoe had hij haar
naar dat café durven brengen? Ze begon
het voorgevallene te reconstrueeren,
ten einde er zelf zonder kleerscheuren
af te komen. Ze hoorde zich reeds tegen
Freddie zeggen: „Natuurlijk wist ik, dat
hij dronk, maar ik heb er geen oogenblik
aan gedacht, dat hij zelfs zijn fatsoen
niet zou kunnen bewaren, wanneer hij
uitging met een meisje zooals ik. Boven
dien, ik deed het voor Kate. Ik wilde
natuurlijk zekerheid hebben wat voor
een man hij eigenlijk is."
Het aanbreken van de schemering
maakte het rijden nog moeilijker. Ze
schakelde de koplampen uit, doch kon
toen heelemaal niets meer zien. Voor
alle zekerheid liet zij ze maar weer
schijnen, hoewel het grijs van den aan-
brekenden dageraad en het geel van de
koplampen het uitzicht niet bevorder
den. Gelukkig was de weg eenzaam,
slechts één wielrijder peddelde voor
haar uit. Helen vond, dat de wagen van
Crane veel te gemakkelijk stuurde; ze
was gewend aan den tweedehands
wagen, waarmede zij en Kate vele jaren
door deze streek hadden gereden. Ze
wenschte, dat ze Kate hij zich had.
Kate was een uitstekende chauffeuse.
Ze had bijna den kleinen zijweg bereikt,
die voerde naar het huis van haar moe
der. Ze was thans op gelijke, hoogte met
den wielrijder; ze week uit om hem
zooveel mogelijk te vermijden, doch
maakte de bocht te groot en moest
bijsturen. De auto gehoorzaamde te
gewillig en schoot naar de andere zijde
van den weg, met het gevolg, dat ze
regelrecht op den wielrijder aanvloog.
Ze remde uit alle macht de wagen
piepte; boven dit geluid weerklonk een
Een kegelavond
mèt gevolgen!
,,'t Was weer reuze gezellin van
avond", zegt mijnheer Bas als 't
avondje van de kegelclub om is.
Den volgenden morgen is hij
heesch, hij hoest en schraapt. „Ze
hebben gisteravond weer zoo
zwaar gedampt"zegt hij.
„Vergeet volgende week je Wy-
bertjes niet, dan kun je rooken,
zooveel je wilt en je spaart je
keel".
W y bert. tabletten voorkomen
keelaandoeningen waar rookers
zooveel last van hebben en hel
pen tegen hoest en keelpijn.
Alleen in origineele blauwe
dobzen a 25, 35 en 60 cent.