V. U. U. HUIDAANDOENINGEN fjèn goed middel tegen huiduitslag A A n GENEESMIDDEL TEGEN Wollen lingerie., maar zoo zacht als zijde doordringende kreet haar eigen stem Ze sprong uit den auto en ijlde den weg op naar huis. Ze had altijd een afschuw gevoeld voor ongelukken de aanblik van bloed en lijden maakte haar ziek. Soms beschouwde ze dit als een zwakheid, soms als een bewijs van buitengewone gevoeligheid, doch nim mer had ze iets gedaan om dit te over winnen en nu was ze ten einde raad. Ze bleef loopen totdat gebrek aan adem haar noodzaakte om te blijven staan. Ze kon nauwelijks lucht krijgen; haar schouders schokten. In de verte hoorde ze het geluid van stemmen, van auto's blijkbaar waren er reeds men- schen gearriveerd op de plek, waar het ongeval plaats vond. Ze wachtte even om op adem te koöien en snelde toen verder. De kleine laan lag verlaten op dat uur ging niemand haar voorbijZe zou iemand in het halfduister den schrik op het lijf hebben gejaagd met de wijde cape, die achter haar aan wapperde in den koelen ochtendwind. Ze vloog het hek door en het tuinpad opin het vage licht stond het huis bleek en koud. Bijna geruischloos ging ze naar binnen, bereikte haar kamer en wierp zich snik kende op het voeteneinde van haar bed. Er bewoog iets Kate was in het bed gaan liggen om op haar te wachten. Ze ging rechtop zitten en staarde haar zuster verbaasd aan. „Helen, wat is er aan de hand?" Helen antwoordde niet ze kon niet. Ze verborg haar gezicht tegen Kate's schouder en snikte hartstochtelijk. „Is er iets verschrikkelijks gebeurd?" „Ja, ja! Die afschuwelijke man. Je mag je nooit ineer met hem inlaten, kind." Kate ontsteldezou hij zich tegenover Helen hebben misdragen? Wat kon het zijn? „Je je hebt toch niets, wel?" „Nee ik ik ben in orde." „Wat is er dan toch gebeurd, Helen?" Helen ging eveneens rechtop zitten en kreeg wederom eenige controle over haar tranen. Ze had het verhaal, dat ze onder de bestaande omstandigheden wilde opdisschen, nog niet overwogen, maar toch kwam het er uit alsof het de waarheid was. En zelf was ze er zich nauwelijks van bewust, dat het géén waarheid was: Ze zat naast hem aan het diner bij de Masons; ze vond hem wel aardig en ze hadden wat gekheden gewisseld. Toen had hij haar gevraagd of ze met hem mee ging dansen. Hij had haar naar dat vreeselijke café gebracht Murani waar ze geen van beiden feitelijk heen mochten, en zoodra ze daar waren, was hij gaan drinken. Het was haar onmogelijk geweest om hem tegen te houden. De toestand, waarin ze hierdoor raakte, was onbeschrijfelijk. De zaal scheen vol menschen, die niet te vertrouwen waren. Ten slotte was het haar te bar geworden ze was weggehold en had heel den weg naar huis op een draf geloopen. „0, Helen," zei Kate, „wat is dat verschrikkelijk. En je hebt het voor mij gedaan!" „Het was afschuwelijk, Kate. Je mag nooit meer een woord met hem wisselen, hoor je? En we moeten er voor zorgen, dat mama hiervan geen woord te hoo- ren krijgt." „Dat zal wel onmogelijk zijn. Kijk eens naar je japon en je mooie schoenen. Helen, je hebt een hak ver loren!" Helen rukte het schoentje uit. Daar om was het loopen haar zoo moeilijk gevallen. Ze liet zich door Kate helpen bij het uitkleeden. Even later vroeg Kate: „Heb je hem in het café achter gelaten?" „Ik geloof, dat hij aanstalten maakte om zijn auto te bereiken. Wat kon ik anders doen, Kate?" Kate wist het niet en ze gaf geen antwoord. Ze pakte Helen's verfom faaide japon op en hing deze in de kast. Ze zette de schoentjes weg en vond toen de handschoenen de nieuwe, witte handschoenen. Ze waren niet langer nieuw. Op de palmen zaten bruine strepen van een stuurwiel. Ze merkte op: „Kate, je hebt met deze handschoenen gereden." Helen greep ze uit haar handen en keek naar de vlekken. Toen antwoordde ze nadrukkelijk: „Daar is geen sprake van. Waarschijnlijk zijn ze er in geko men bjj het openen van het tuinhek." Even zag Kate haar aan. Het hek was groen geschilderd en gaf inderdaad nog af, doch deze vlekken waren bruin. Bovendien wist ze precies welke indruk ken een autostuur op handschoenen achterlaat. TWEEDE HOOFDSTEK De motor-agent Higgins reed op dien rustigen Juni-morgen in snelle vaart langs den hoofdweg. Men had hem gete lefoneerd, dat er in de buurt van Murani een ongeluk was gebeurd een man gedood. Op zijn vraag had men geant woord, dat er sprake was van een ver- keei'songeval. Inwendig stond Higgins met zijn sympathie steeds aan den kant van den automobilist. Hij wist uit ervaring hoe voetgangers zich kunnen gedragen. De vorige week nog, toen hij door een dorp reed, had hij bijna een klein meisje geraakt; het was overge stoken zonder naar links of naar rechts te kijken. En hoe zou het er voor hem uit hebben gezien, indien hij het kind had gedood - te midden van een cam pagne om de wegen veiliger te maken? Het zou zijn schuld niet zijn geweest, doch zijn superieuren zouden het wel licht hun plicht hebben geacht om een voorbeeld te stellen, zelfs al werd hier van een agent het slachtoffer. Hij naderde de plek, waar het ongeluk was gebeurd; een kleine menigte had zich verzameld klein, want het was nog vroeg in den morgen. De zon, als een toeschouwer met een rood gezicht- keek juist over de heuvels. Higgins stopte, plaatste zijn motorrijwiel tegen een muur en ging zich op de hoogte stellen. Hij bukte zich en keek naar het stoffelijk overschot van den man, dien hij kende als den beheerder van het plaatselijke postagentschap. De aanblik deerde hem niet hij was zooiets gewoon. „Van wien is die wagen?" Niemand antwoordde, maar de heele groep draaide zich langzaam om en keek naar een figuur, die op een meter of tien afstand tegen een telegraafpaal leunde. Het was de figuur van een jon gen man in smoking. Hij leunde rustig tegen den paal en staarde voor zich uit niet naar de menschen of naar den auto, maar in een geheel andere richting, alsof de zaak hem niets aanging. Hig gins stelde onmiddellijk vast, dat. de man dronken was. Hij liep op hem toe. „Is dat uw wagen?" Zonder zich de moeite te getroosten het hoofd om te draaien, knikte de figuur. „Mag ik uw rijbewijs zien?" De jonge man maakte een beweging naar zijn binnenzak, maar gaf deze poging weldra op. Higgins aarzelde niet, doch haalde zelf de portefeuille te voor schijn en bestudeerde het rijbewijs. „Bent u Ridley Crane?" Wederom een knikje. „Geeft u toe dien man daar te heb ben overreden?" „Nee, agent. Ik zat niet, achter het stuur." Weest niet langer een prooi van de ondragelijke last en de folterende jeuk, wanneer een eenvoudig middel uitkomst kan brengen. Een paar druppels van de heldere vloeistof D.D.D. op de pijnlijke plek en de jeuk bedaart onmiddellijk, de aandrang tot krablteu verdwijnt. Denkt U eens in, weer rustig te kunnen slapen en *s morgens verkwikt aan den ar!>eid te kunnen gaan. Het D.D.D.-Reeept van Dr. D. Dennis wordt sinds vele jaren met succes aangewend tegen Eczeem, Open Beenen, Zweren, Puistjes en andere huidaandoeningen. Flacons a 75 cent, f 1.50 en f 2,50 bij Apothekers en Drogisten. Dat is zoo prettig van Juvena lingerie. De heel zachte, zuivere wol voelt aan als echte zijdeOok al heeft U misschien een heel gevoelige huid! Alle Juvena modellen hebben een zeer modieuzen pasvorm en zijn bijzonder verzorgd afgewerkt. Het aardige kantje, van echt Angora, is doorweven met draadelastiek. Daardoor blijft de nauwsluitende pasvorm ook na vaak wasschen absoluut behouden. Zoekt U eens zoo'n aardig- garnituurtje uit. U zult verrukt zijn over zulk modern, warm en zacht ondergoed Juvena underkleeding wordt in bijna alle goede zaken verkocht. Waar niet. vrage men het adres van den dichtstbijzijnd en leverancier aan Jos. Köninqs, Koningin Wilhelminalaan 475, (k) Voorburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 35