I KIPPENHOK MARTERS IN HET Maar nu als gevangenen en niét als roovers J 3ÉHW<W I ftithÉMÉ^fc^a^-T^ Eu* O «1.5a.*-»» *5 ~f-~*-ri- ~-'-w~ »fÉWÉ>>. MHMW A Is de marters evenals de menscheu de geschiedenis van hun geslacht verdeelden in perioden van bloei en verval, dan zou 't tijdperk, dat ze op het oogen- blik beleven, door hun geschiedschrijvers de „eeuw der dege neratie" genoemd ln hooien ran kippengaas, eindelooze rijen, in het geheel een paar duizend, worden de vooi- maliqe kippenrooiers opgeborgen en als baby's vertroeteld. Maar het goede leventje duurt met lang: van Mei tot November slechts, dan wordt de marter marterbont De koopster schijnt tevreden te zijn met haar nieuwen wintermantel. Hoeveel martertjes hebben het leven moeten laten om zoo'n jas te kunnen leverent Maar daar denkt dit meisje zeker niet acm. Hoofdzaak is: staat hij me goedt worden. „Waar zijn de fiere roovers van weleer?" zou de marter-historicus in wanhoop uitroepen. „Hoe lang is het geleden, dat zij de schrik der bosschen waren? Welke boer sluit nog 's avonds zijn kippenhok uit vrees voor de snelvoetige bandieten? Op het oogen- blik zitten we zelf achter kippengaas en hangen later om den hals van een of andere juffrouw!" Inderdaad: met den roem der marters is het uit; zij worden niet meer achtervolgd, maar zorgvuldig opgekweekt, alsof zij huisdieren waren. En zij zijn niet de eenige: vossen en slangen, vroeger „gevaar lijke" dieren, worden in kooien en hokken verzorgd als schoothondjes, zij krijgen op tijd hun natje en droogje en als er één ziek wordt, dan is iedereen somber gestemd, want als de ziekte besmettelijk is, dan beteekent dat 'n groot verlies voor.den kweeker. Nog niet zoo lang geleden waren de deskundigen van meening, dat marters zich in gevangenschap niet voortplantten en in diergaarden deden ze dit dan ook niet, maar volgens de ervaringen in Amerika schijnt dit toch niet 't geval te zijn. Het zal dan misschien ook niet lang meer duren, of marters worden bij de dames net zoo „populair" als zilvervossen en slan- genleeren schoentjes! Het sorteeren van het bont is een secuur en verant woordelijk werkje. Dure mantels mogen geen zwakke plekken hebben en goedkoope jassen mogen niet zoo mooi zijn als die waarvoor men een hoogen prijs heeft betaald.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 42