IN DEM STORM
KALZAN
Grapefruit
door Adri tian Witzenburg
POTTERen MOORE'S
Mitchain Lavender
38
ALTIJD
WELKOM
ALS
GESCHENK
ongeëvenaard sinds 17-49
Lavender Water Zeep
Lotion Brillantine
Scheerzeep Poedercrème
GeschenkdoOzen enz.
iMP. C. F. G. - BIERKADE 10 - DEN HAAG
een smakelijk begin, een
heerlijk besluit van iederen
maaltijd
PALEST IJ NSCH PRODUCT
Een half uur huiten de stad ligt het
landhuisje „De Kievit" onder den
nu stormaehtigen Novemberhemel. Het
is zelfs in de duisternis, die er nu heerscht,
ondanks den rijkelijk neerstroomenden
regen nog goed te zien dat het een aardig
huisje is. De bewoners moeten zich veilig
weten onder 't hooge, rieten dak, dat als
'n warme vacht op dé lage, witte muren
rust.. Trots steekt de nok haar ge
krulde eindpannen omhoog en trotseert
de woedende aanvallen van den feilen"
stormwind. Tevergeefs rukt deze rumoe
rige vriend aan de goed gesloten blinden,
bestormt met een door niets te stuiten
vaart de dorre struiken en piepende
populieren, die in den duisteren avond
staan te zwaaien als een dronken opper
man op Zaterdagavond. Dan gaat hij
met 'n machteloozen schreeuw van woe
de verder, over het vlakke, wijde, on
heilspellend verlaten polderland. Groote,
grijze wolken ijlen langs den donkeren
hemel. De maan is van schrik achter een
dik wolkendek weggekropen en komt
slechts af en toe met een geniepig lachje
om het hoekje gluren.
Op het gelaat van Tine de Graaf ligt
een stille glimlach. Zij weet dat „De
Kievit" hecht en sterk gebouwd is. Er
mag wat kraken en piepen, de blinden
mogen eens wat rammelen, haar woning
zal den strijd tegen den geduchten vijand
weerstaan. Onder het warme licht van
de lamp, met de voeten tegen den haard,
voelt Tine zich echt op haar gemak. Af
en toe werpt zij een blik op de klok.
Gelukkig, over enkele uren zal Frits,
haar man, weer thuis zijn. Zij zal goed
op den tijd moeten letten, om gereed te
zijn met het eten, als het knerpen van 't
grint zijn komst verraadt. Hij zal moe,
nat en verkleumd zijn, door den moei
lijken tocht naar zijn eenzaam huis.
Zoo blijft Tine waakzaam maar rustig
werken aan het kleedje, waaraan haar
gewillige handen al geruimen tijd bezig
zijn. Al werkend wordt haar glimlach
dieper, want de vreugde in haar geldt
piet alleen het gevoel veilig te zijn voor
het noodweer buiten, maar tevens het
werk, dat zij onderhanden heeft en waar
over de gulle glans van komend geluk
verspreid ligt.
Terwijl daarbuiten, in den eenzamen
polder, de storm zijn heerscherslusten
botviert, denkt Tine aan zoo'n zelfden
avond, nu meer dan een jaar geleden.
Toen ging er als nu een woedende
storm over 't land. Later dan gewoonlijk
was zij dien avond uit school gegaan.
Enkele meisjes moesten bijgewerkt wor
den en omdat de school zoo ver van
haar woonplaats gelegen was, deed zij
dit onmiddellijk na de normale school
uren. Na afloop was zij nog wat bij een
vriendin blijven plakken, zoodat het al
jj acht uur was, toen zij probeerde met haar
fiets tegen den feilen storm op te
tornen.
Halverwege den landweg, aan welks
einde zij woonde, was het gebeurd. Een
felle windstoot nam haar op en smakte
haar tegen een landhek aan, wat nog een
fortuintje beteekende, want anders was
zij ongetwijfeld in de sloot terecht ge
komen. Nu waren een geschaafde arm,
een gekneusde voet en 'n beschadigd rij
wiel het resultaat van die stormbalda-
digheid. Geruimen tijd had zij, hulpeloos
geleund tegen het landhek, staan wach
ten op iemand, die haar helpen kon.
Eindelijk was er hulp komen opdagen.
Het was de zoon van den hoofdonder
wijzer de Graaf, die haar thuis bracht.
Enkele dagen moest zij rust houden en
gedurende dezen tijd kwam Frits de
Graaf geregeld naar haar welstand infor-
meeren.
Tine's rustige glimlach gaat over in
een breeden lach, als zij terugdenkt aan
de tallooze mogelijkheden, welke Frits
wist uit te denken om haar te ontmoeten.
Deze ontmoetingen hadden tot gevolg
gehad, dat zij na enkele maanden met
elkander getrouwd waren. Frits behoef
de op niets te wachten. Als bedrijfs
leider van een flinke timmerfabriek aan
de overzijde van de rivier genoot hij een
ruim inkomen en Tine zelf was allang tot
de ontdekking gekomen dat zij voor on
derwijzeres niet den aanleg had, welken
zij eerst meende te bezitten. Hun weder-
zijdsche ouders maakten geen bezwaar.
Zij waren vijfentwintig en geen kinderen
meer. Op verzoek van Frits' vader
waren zij in het dorp, dat aan de stad
grensde, blijven wonen. Voor weinig
geld kocht Frits een aardig landhuisje
en zij richtten dat in met al de uitbun
digheid en bezorgdheid, jonggehuwden
eigen. Het wonen daar, zoo ver bij zijn
dagelijksch werk vandaan, bracht voor
Frits wel eenige moeite mee. Hij moest
nu, als in zijn vrijgezellentijd, na met de
veerboot de rivier over gezet te zijn, de
stad doorpeddelen en dan nog een half
uur trappen langs den landweg om in het
dorp te komen, waar zijn woning gelegen
was. Hij deed dit opgewekt, omdat de
moeiten, aan zoo'n dagelijkschen tocht
verbonden, wel opwogen tegen de genie
tingen, die het buiteuwonen daarvoor
in ruil gaf.
Tine denkt aan al deze dingen, terwijl
zij, knus bij het vuur gezeten, luistert
naar den storm. Zij is gelukkig met Frits
en hij met haar, ondanks de ongewone
wijze, waarop zij elkander hebben leeren
kennen.
„Wij hebben elkander in den storm
gevonden, Tine," zegt Frits vaak, als zij
het over hun eerste kennismaking heb
ben.
„En er zal een flinke storm noodig zijn
om ons weer van elkander te halen,"
antwoordt Tine altijd op die herinnering
van Frits.
Als de klok op den schoorsteen zeven
uur slaat, legt Tine de Graaf haar werk
neer en gaat naar de keuken om voor
het eten te zorgen. Zij heeft nog geen
dienstmeisje, zoolang zij maar samen
zijn, wil zij alleen alles doen. Straks, als
het verwachte kindergeluk gekomen is,
zal een hulp haar welkom zijn.
In de keuken is niet veel meer te
doen. Als Frits over een half uur thuis
komt, zal zij onmiddellijk het eten
kunnen opdoen. Door het keuken
venster werpt zij een blik in den tuin;
een rumoerig, gapend gat in de donkerte
van den avond. Aan het einde ervan,
achter de zwaaiende populieren, moeten
nu de eenzame polders liggen. Koud,
nat en guur, onder een stormaehtigen
N ovemberliemel.
Huiverend trekt Tine zich weer terug
in de behaaglijk verwarmde en prettig
verlichte huiskamer. Zij verheugt zich
op Frits' spoedige thuiskomst. Het zal
een genoeglijke avond worden. Frits
houdt van dit weer. Na het eten zullen
zij gezellig bij den haard kruipen, zij
naaiend, hij lezend, met een lange pijp
tusschen zijn sterke, witte tanden. Vol
van dit komend genot, zet Tine de
pantoffels van Frits gereed, stopt zijn
pijp en zoekt den roman op, waaraan hij
bezig is. Bovenop koint het avondblad
te liggen, dat zoo juist gekomen is. Dan
is het tijd om de tafel te dekken.
Tine heeft nu geen rust meer. Zij
drentelt van de kamer naar de keuken
ëOEDER
vier
i,, gezonde
'kinderen en
tóch nog
kunnen bogen
op een
jeugdig
uiterlijk,
en op
prachtige
sterke
tanden
Dat kan alleen,
als die moeder
vóór
de geboorte
van haar
kinderen
en ook tijdens
de zelfvoeding
steeds weer
regelmatig
Kalzan
heeft gebruikt.
Met Kalzan
het kalkhoudende
versterkings
preparaat
bewaarde zij
haar
jeugdige
veerkracht.
Door Kalzan
behield zij
haar gave,
blinkende
gebit
en dat mooie,
glanzende
haar.
Een moeder
én een vrouw
om trotsch
op te zijn
VERSTERK UW LICHAAM MET
Het kalkhoudende
versterkingspreparaat
in tablet- en poedervorm