HET HERSTEE VAN NEDERLANDS ONAFHANKELIJKHEID Voor 125 jaar eindigde de Fransche overheersching 16 November 1813. Gevecht tusschen Franschen en 19 November 1813. De Fransche troepen verlaten 30 November 1813. De Kozakken, rukken Kampen Kozakken bij Deventer. Dordrecht. binnen over de Vtschbrug. De beslissende nederlaag, die Na poleon in 1813 bij Leipzig leed, deed in ons land het verzet tegen de Fransche overheersching hoog oplaaien. In de laatste twee we ken van November voltrok zich de omwenteling, bekroond door den terugkeer van prins Willem Frederik: Nederland en Oranje waren weder vereend „Reportages" van ooggetuigen Wat ons een bijzonder vlot verloopende om wenteling toeschijnt, die reeds maanden lang „in de lucht hing", moet in de oogen van den gewonen Nederlandschen burger een tijd van bijna ondraaglijke spanning geweest zijn. En het is maar gelukkig, dat er toen nog geen radio was om de menschen in te lichten, want dan had men vernomen, dat op 16 November een opstan dige beweging, die den vorigen dag begonnen was, te Amsterdam verliep, terwijl op 17 November in Den Haag de Oranjevlag op den toren van het stad huis werd gezet, dat daarentegen op 24 November Woerden door de Fran- schen werd heroverd, ter wijl juist op dien dag de Kozakken Amsterdam bin nentrokken en dat de prins van Oranje in dezelfde stad op 2 December tot sou- verein vorst werd uitgeroe pen, terwijl Naarden nog door de Franschen bezet was. De brave burger, die Van Hogendorp, Van der Duyn van Maasdam of Van Limburg Stirum alleen maar van naam kende, zou zeker, als hij deze verwar rende berichten gehoord had het idee gekregen heb ben, dat het herstel van Nederlands onafhankelijk heid niet zoo snel verliep als men het wel wilde doen voorkomen. En toch was de heele omwenteling in ongeveer veertien dagen afgeloopen. Op een paar vestingen, Den Helder, Naarden, De venter, Coevorden en Delf zijl na was het heele land ten noorden van den Rijn al door de Franschen ontruimd, toen de prins op 30 November in het land kwam. Dat, afgezien van. enkele incidenten, de omwente ling meer het karakter had van bestuurswisseling dan van een revolutie, was in de eerste plaats te danken aan de vooraanstaande Hagenaars, die alles tot in details hadden voorbereid. Hoe gemoedelijk dit „oproer" verliep, blijkt uit het verslag van de gebeurtenissen in Den Haag op 17 November door een ooggetuige: ,,'s Morgens ten tien uren daverde reeds de stad van het gejuich Oranje boven! Iedere straat leverde een waarlijk aandoenlijk schouw spel op. De menschen waren als losgebrokenen uit een gevangenis, die voor 't eerst de zon weder mogen aanschouwen en de vrije lucht inademen. Het bleef nu bij geen broederlijk handendrukken, maar men vloog elkaar verrukt om den hals, de vriend zelfs zijn vijand en men noemde zich dankbaar welkom in het herborene vaderland. Ik zag zelfs volwassen menschen en kin deren hand aan hand zonder op stand of rang te letten op de straten dansen, terwijl de lucht opnieuw van het blijde Oranje boven! weergalmde. Intusschen was de prefect, zoo ik mij niet geheel bedriege, nog altoos op de Prefecture om de laatste orde op zijne zaken te stellen, doch zijne gardes, in plaats van hem te volgen, waren gedeeltelijk reeds weggeloopen of gedeeltelijk hadden zij aan de overzijde bij den Graaf van Styrurn hunnen vaderlandschen dienst aangeboden. De douaniers, gendarmes en de Pruis- sische troupes (étrangers) liepen verlegen herwaarts en derwaarts door de stad en schenen angstiger voor het ontzettend volksgesclireeuw dan zij misschien immer voor het canon en het staal geweest waren. In de bedwelming der vreugde geloof ik niet dat iemand zich over hen bekommerde of bedacht, dat zij nog altijd macht genoeg hadden om de geheele stad in een bloedbad te doen verkeeren. Ten een of twee men 's middags werd onder klokkengelui de Oranjevlag op den toren van 't stadhuis gezet en die eerste proclamatie afgele zen, waarin de Graaf van Styrumuit naam van Z.D. II. den Prins van Oranje de goede burgers van DenHaag tot eensgezindheid en tevre denheid vermaande, totdat Z. Hoogheid zich in hun midden zou vertoonen." Een week later, op 24 November, wordt het ernst. De Franschen trekken wel geleidelijk weg, doch zij laten zoo nu en dan hun tanden zien en Woerden Toen op 2 December 1813 de prins van Oranje te Am sterdam tot souvirein vorst uierd u itgeroepen, waren en kele vestingsteden nog door de Franschen bezet. Onze prent toont de hoofdwacht der Nationale Garde te Muiderberg tijdens de blok kade der vesting Naarden. Het duprde tot Mei 1814 eer de Fransche bezetting Naarden overgaf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 6