1 ARTIN t Bericbl aan onze poslab onne s 85 cenl fin Wat een héérlijk kopje koffie! 27 van Mann bracht den portier niet van zijn stuk. Nee, hij kon abso luut niet zeggen wat er buiten het hek was gebeurd. Indien er iemand anders in den auto was gestapt, kon hij dit onmogelijk hebben gezien. Crane keek naar de jury. De mogelijkheid, dat er later nog iemand in den auto kon zijn gekomen, werd zelfs niet in overweging genomen. Dien middag waren alle getuigen ge hoord den volgenden dag zou Mann zijn pleidooi houden. Crane, begeleid door twee veldwachters, werd naar zijn cel gebracht. Voor het eerst ging hij ernstig rekening houden met de moge lijkheid, dat hem waarschijnlijk gevan genisstraf te wachten zou staan. Hij begon te denken aan hooger beroep, aan uitstel zelfs al zou dit gerechtshof hem veroordeelen, dan bestonden er nog mogelijkheden, met de hulp van een handig advocaat, om de zaak slepende te houden. Kate liep te midden der vele nieuws gierigen, doch sprak met niemand. Ze hoorde Gertrude Mason zeggen: „Ik zie niet in wat ze voor hem kunnen doen. Het staat er slecht voor. Arme Ridley, ik geloof, dat hij een slechte kans maakt." Kate kon het evenmin anders zien. Ze had gehoopt, dat tijdens een rechts zaak de onschuld van een onschuldig mensch onder iedere omstandigheid aan het licht kwam. Daarop waren al haar verwachtingen gebouwd. Nu begreep ze, dat deze hoop niet zou worden ver wezenlijkt. Hij zou worden veroordeeld, tenzij zij zich zou laten gelden dit „la ten gelden" kwam neer op een veroor deeling van haar eigen zuster. Ze stapte in haar sjofelen, kleinen auto en reed naar huis; op het oogenblik, dat ze de woning had bereikt, wist ze wat haar te doen stond. Ze parkeerde den wagen, liep het huis voorbij in de richting van het geboomte. Ze wist, dat Helen niet thuis was er restte haar voldoende tijd. Ze ging naar een ouden eikeboom en onderzocht den grond. Het was slordig gedaaner viel duidelijk te zien, dat de aarde kort te voren moest zijn omgewoeld het vernielde gras was nog niet opgegroeid. Ze vond een dikken tak en begon den bodem te bewerken; weldra zag ze den glans van zilverbro- caat. Daar lagen de avondschoentjes één ervan zonder hak! vragen bijvoorbeeld na verloop van een paar jaar, wanneer de openbare meening het geval min of meer zou zijn vergeten. Harridge zuchtte. Hij vond Prince uiterst ongevoelig en Mann buitenge woon oppervlakkig. Harridge was een man, die dikwijls gebukt ging onder een overdreven gevoel van verantwoorde lijkheid. Hij was een uitstekend burger zelfs zóó uitstekend, of met andere woorden: nauwgezet, dat zijn leven m den loop der jaren was geworden tot een opeenvolging van kleine sociale plich ten. Hij zat in schoolcommissies, lief dadige vereenigingen, kortom in tal van publieke ondernemingen, die in hem een toegewijd medewerker vonden. Zijn vader had jaren geleden een bank opge richt en nu dit instituut was omgezet in een uiterst moderne onderneming genoot Harridge een aanzienlijk jaar- lijksch inkomen, dat hem tevens den plicht oplegde al marcheerde het bedrijf even goed zonder zijn aanwezig heid om iederen dag enkele uren naar de stad te gaan, ten einde zich persoon lijk van den stand van zaken op de hoogte te stellen. Het spreekt vanzelf, dat de dreigende veroordeeling van Ridley Crane hem leed deed, niet alleen omdat hij den jongen graag mocht, doch ook, omdat hij het een vernedering achtte iemand van zijn stand op zoo'n manier aan de publieke meening te zien prijs - Ook mijnheer Harridge was er van overtuigd, dat de dag voor Ridley Crane slecht was verloopen. Hij zocht een gelegenheid om enkele woorden met Prince te wisselen, die, zooals altijd, kalm en waardig bleef. De advocaat gaf toe, dat de jury waarschijnlijk een veroordeeling zou uitspreken, maar dat er aan den anderen kant vele mogelijk heden bestonden om een revisie aan te Aan dit alles dacht hij, terwijl hij met gebogen hoofd en samengeknepen wenk brauwen zijn huis binnenging. In de hal kwam zijn butler hem tegemoet. „Juffrouw Kate Lattimer wacht op u in de bibliotheek, mijnheer." Harridge bleef plotseling staan. Kate, arm kind. Hij had haar in de afgeloopen weken meermalen gezien en daarbij steeds het gevoel gekregen, dat ze met hem wilde spreken opzettelijk had hij het meisje daarom vermeden. Ze zag er uit alsof ze ieder oogenblik in tra nen kon uitbarsten en hij wilde, als het eenigszins mogelijk was, hierbij niet aanwezig zijn. Vermoedelijk was ze op Ridley Crane verliefd. Voor haar zou het beter zijn, dat hij de ge vangenis inging; dan kon ze hem ver geten en liep ze geen kans haar leven lang gebonden te zijn aan een jongen, rijken nietsnutter, die haar waarschijn lijk niets dan verdriet zou berokkenen. Maar de oude Harridge had geen doch ters en kon zich de aandoeningen van meisjes niet zoo indenken. Het beste zou zijn, dat het kind haar moeder in vertrouwen nam, doch over het alge meen werd Kitty zoo door haar eigen beuzelarijen in beslag genomen, dat ze geen acht sloeg op het leed van haar dochters. Wordi vervolgd Het is niet mogelijk om aan de vele postabonné s van ons blad ons mooie Kerstboek 1938 te laten toonen. Dit is jammer, want als zij van de keurige uitvoering, bet feestelijk aanzien en den rijken inboud zouden kennis ne men, dan wacbtle er niet één met zijn bestelling. De koopers zijn eenstemmig vol lof en in de pers is er zeer waardeerend over geschreven. Wij zenden den postabonné s ons nieuwe Kerstboek met den daarbij be hoorenden fraaien en practischen wandkalender voor 1939 franco thuis, als zij postzegels overmaken °f op onze postrekening no. 142700 overschrijven of per postwissel zenden aan het hoofdkantoor Nassaulaan 51, Haarlem. Zoekt u de voor u gemakkelijkste manier van betaling uit wij zenden dan omgaand het zoo uitstekend geslaagde nieuwe Kerstboek. [Ve\>ru\V v. -w ÏKUjoG Ja, 't is maar. een weet. Eén lepeltje Buisman's G.S. doet wonderen! Het geeft aroma aan de koffie, het veredelt de smaak en 't bespaart tevens. Elke goede kruidenier verkoopt het. Maar let altijd op het merk der échte Buisman's G.S., die uitsluitend wordt verpakt onder dit merk: N.V. v.h. R. BUISMAN -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 27