De drie reuzen, die den „Barbaarschen lor en" dragen en onder ivier bescherming het droomkasteel gesteld is. Hechtsde galerij met de trap naar den „Barbaarsthen toren". Van beroep plattelands brievenbesteller zooals mijn zevenentwintig duizend col lega's maakte ik iederen dag mijn ronde van Haute- rives tot Tersanne. Om mijn gedachten wat te ver strooien bouwde ik in mijn droomen een sprookjes achtig kasteel en trachtte alle bouwstijlen van de eerste tijden af te leeren kennen. Op het tijdstip, dat m'n droomen op den achter grond dreigden te raken, kwam een ongelukje mij te hulpik stiet met m'n voet tegen een steen, kwam te vallen, raapte den steen op en nam hem mee. Oen volgenden dag passeerde ik hetzelfde punt en vond daar nog veel mooiere steenen, die een bijzonder ongewoon effect maakten, zooals ze daar lagen. Ik zei tot mezelf: „Nu de natuur als 't ware zelf voor 't beeldhouwwerk zorgt, zal ik me tot architect en metselaar maken." Op die manier begon mijn „vervoer" van bouw materialen. Zevenentwintig jaren lang zou 't blijven duren. Iederen dag legde ik tientallen kilo meters af, vulde mijn zakken met steenen, gebruikte later daartoe manden, hetgeen mijn arbeid zeer verzwaarde, want mijn route hedroeg iederen dag tweeëndertig kilometer. Dikwijls ook stapelde ik de steenen op en ging die dan 's avonds en zelfs 's nachts met mijn kruiwagen halen want meestal heb ik halve nachten doorgewerkt. Men lachte mij mt en ik werd bespot. Toen ik flink wat materialen bijeen had, begon ik te bouwen. De fundeering wekte algemeëne verwondering, want de af metingen zijn zeer groot. De oostelijke gevel is 26 meter lang, de westelijke eveneens 26 meter, denoor- delijke 14 en de zuidelijke 12. De hoogte varieert van 8 tot 10 meter. Tusschen De bouwmeester aan den arbeid. De krui wagen en aide andere gereedschappen, die Ferdinand Oheval voor den bouw van zijn kasteel gebruik te, zijnin eenspeeiale nis vanhet bouwwerk Alle bouwstijlen der wereld werden door den fantast in zijn „kasteel" toegepast. den oostelijken en westelijken gevel bevindt zich een galerij van 20 meter lengte, rijk versierd met won derlijke ornamenten. Zij geeft toegang tot een fantastisch labyrint, geheel door mijzelf ontworpen en gebouwd, geïnspireerd op de oudste tijden met dier- en boommotieven, zooals beren, olifanten, ceders. Parallel met deze galerij, vier meter boven den grond, ligt een groot ter ras, drieëntwintig meter lang en vier meter breed met vier wenteltrappen en twee andere, die naar nog hooger voeren. Een ervan leidt naar den „Barbaar- schen toren", de andere naar den genius, diede aarde verlicht. Men zal zich af vragen, of dit alles nog werkelijkheid is of droom.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 7