H
ZUID AFRIKA
t*°
Kuruman
Vegfeop
■>-
men deuken, dat het hein voor den wind gaat."
„Wij zijn er geen van allen veel beter aan toe,"
zei de Wet. „Hier is het ook niet meer uit te honden,
sedert het gouvernement onze slaven heeft afge
nomen en er geen menschen meer zijn om onze
kudden te bewaken. De Bantoes worden by den dag
brutaler, nu zij begrijpen, dat de Britten hen in
bescherming nemen."
„En alsof dat nog niet genoeg is, gaan de Engel-
schen nu ook nog onze taal uitroeien en worden onze
zonen voor hun leger opgeëischt."
„Wij zullen den heeren in Londen een bedank
brief sturen."
„Gepraat, mannen, onmacht," zei Gerrit Maritz
verdrietig. „Er blijft ons maar één mogelijkheid over:
hier zoo vlug mogelijk vandaan te trekken. Kom,
Dries, het wordt onze tijd ook. Danie en Chris; waar
zijn de anderent"
Andries Wessels stond op, schouderde zijn geweer
en keek om zich heen met een hlik, die zijn afwezig
heid verried.
„Met oom is het niet zoo goed vandaag," zei een
slanke, blonde jongen, die in zijn nabijheid stond.
„Niet al te best, neef," antwoordde Wessels, zijn
vingers door zijn baard strijkend. „Maar wat wil een
menscht Ons humeur is even onberekenbaar als de
regeering der Engelschen. Door al die narigheid
vergeten wij wel eens, dat wij toch in Gods hand zijn.
Groet uw vader van mij, Jacob, en vraag hem, of hij
nog eens komt kuieren voor het zoover is."
De vijf andere mannen, die naar het district Graaff-
Reinet moesten, zaten reeds te paard. Men moest
nog even wachten op Wessels, die het druk had met
handen geven.
„Alsof ge afscheid neemt voor immer," lachte
Potgieter.
„Men kan niet weten."
Wessels was ernstig en geen glimlach kwam op
zjjn gelaat. Eindelijk kon men vertrekken. Het werd
nu vlug stiller op de stoep en in het huis, daar ook
de overige bezoekers, die dichter bij woonden, naar
hun plaatsen terugkeerden. Een uur later was de
Wet's hoeve weder verlaten en was alleen nog maar
aan de talrijke vuile borden en koppen te zien, dat
een groot gezelschap hier bijeen geweest was. De
vrouwen begonnen op te ruimen en de Wet slenterde
naar buiten, volgde een smal pad tusschen de mie
liesvelden en kwam toen bij een klein, door boomen
overschaduwd stukje grasland, waarop een drietal
SS
Een oude gravure van het Plein en de Heerengracht van het door Hollanders gestichte Kaapstad. Op den
•ooigumd een typische ossenwagen, zooals die lang in de Kaapkolonie in gebruik was. Dit voertuig, dat tijdens
hZ J, Tre}t onwaardeerbare diensten bewees, diende den trekkers tevens als nachtverblijf. De bespan ning
bestond uit zes tot zestien ossen, die door de lange wagenzweep van den voerman werden aangevuurd.
houten grafzerken stond. Hier rustten zijn ouders en
de kleine Albert, die een jaar geleden bij een Kaffer-
overval gedood was. De Boer nam zijn hoed af en
staarde met gebogen hoofd naar het graf van zijn
vader. Hoe lang nog zou hij dezen grond, waarin
zijn dierbare dooden rustten, den zijnen kunnen
noemen t Karei de Wet zuchtte en streek een haarlok
voor zijn vochtige oogen weg.
Twee uur hadden de zes mannen gereden, toen
zij de bedding van de Zondagsrivier bereikten. Zij
konden de vallei in zuidwaartsche richting volgen,
tot in het centrum van hun district. De rivier lag
thans bijna droog en slechts hier en daar, tusschen
de grintbedden, die den bodem bedekten, vloeiden
traag een paar kronkelige waterstroompjes in de
richting van de laagvlakte.
Zambesi Rivier
lSyt-48
Mij/schaal
t-Nqaim C
Kaapkolonie in 1/10
aSj4 J1111W1I
Trekkersdorpen, i8j4-4S
Onderstreept
KALAHARI
WO ES TIJ N
Sdweinansdal
>840?
s„
Andries Ohnasiad-^
y^TA-ÖT^—
lagoattaai
room
St. Lucia Baai
Oranje
rivier
GWmbu
Bloemfontein
Weene
ela Rivier
^hitippolis J/
Port Natal
Graaff Reineï
Keirivier
Kaapstad
Simonss
rivier
Elizabeth
aa*ai.
Wessels en Maritz, die vooraan reden, hadden
gedurende het laatste uur geen woord gewisseld.
Niemand van het gezelschap verkeerde in een stem
ming om een opgewekt gesprek te voeren en boven
dien deden warmte en vermoeidheid hun drukkenden
en afmattenden invloed gelden. Wessels reed sneller
dan gewoonlijk en daar Maritz hem wilde bijhouden,
gebeurde het soms, dat zij de rest van het gezelschap
meer dan een mijl voor waren. Bij het passeeren van
kloven, waar de rivierbedding diep tusschen de
steile rotsen lag, verloor men elkander uit het oog
en dan gaf Maritz zijn gezel een teeken om te wach
ten totdat de overigen dichterbij gekomen waren.
Tegen het vallen van de duisternis was men de grens
van Graaff-Reinet dicht genaderd en spoedig zou
men afscheid moeten nemen van Danie en Chris,
wier weg in oostelijke richting lag. Aan het einde van
een rotspoort stonden zij
weder op de rest van het
gezelschap te wachten, toen
Andries zijn vriend op
merkzaam maakte op eeni-
ge Kaffers, die juist achter
een klip, ongeveer vijftig
voet boven hun hoofden,
verdwenen. Werktuiglijk
ontgrendelden de mannen
hun geweren en terwgl zij
hiermede bezig warenzagen
zjj een in het wit gekleede
gestalte achter de rotspunt
vandaag komen, waar de
Kaffers achter verborgen
waren.
„Higgins!" riep Maritz
en legde aan.
Bijna gelijktijdig knalden
twee schoten, welker echo's
door de rotsen werden
Ter verduidelijking van ons
nieuw vervolgverhaal druk
ken wij hiernaast een kaart af
van Zuid-Afrika. Geheel
links onderaan ziet men de
door Hollanders gestichte
Kaapkolonie, die geleidelijk
werd uitgebreid. Meer naar
het oosten ziet men Graaff-
Beinet, waarvan in ons
verhaal sprake is, en daar
boven Cólesberg, waar An
dries Potgieter alles voor
het vertrek der trekkers in
orde maakte. De namen der
door de trekkers gestichte
nederzettingen zijn onder
streept. Bij de Marico-
rivier, Mosega, Veglcop en
de Bloedrivier zijn een paar
gekruiste sabelt jes geteekend
daar kwam hdl tol bloedige
gevechten tusschen Boeren
en negerstammen.