hebben opgenomen. Alles
wat zich in de kolonie
bevindt en alles wat ze op
levert is gezamenlijk bezit
en aan ieder is zijn eigen
taak in liet gemeenschappe
lijke werk aangewezen. Er
is natuurlijk een leiding en
een centrale administratie,
doch deze werkt steeds in
overleg met de „makkers".
De getrouwden hebben
hun eigen slaapvertrek
ken, de ongetrouwden ge
meenschappelijke zalen. De
keuken is voor allen ge
zamenlijk en de maaltijden
worden ook gezamenlijk
genuttigd. De kinderen wor
den, van den zuigelingen -
leeftijd af, door daartoe
geschikte krachten opge
voed. Er zijn dus wel ge
zinnen, doch geen eigenlijk
gezinsleven zooals wij dat
kennen. Een voordeel is,
dat alle werk gedaan wordt
door hen, die speciaal
daarin zijn opgeleid.
■"%eze nederzettingen
(kibboetsim genoemd
met het Hebreeuwsche
woord: de omgangstaal is
uitsluitend Hebreeuwsch),
alle gebouwd op „Joodseh-
nationalen" grond, hebben
soms reeds grooten omvang
aangenomende oudere
beginnen een ledental van
duizend te naderen. Niet
iedere kolonist natuur lijk
voelt zich thuis in dit sys
teem.Depersoonlijke aanleg
kan zóó „individueel" zijn,
dat men zijn eigen huis
en erf, of althans een wer
kelijk gezinsleven, hebben
wil. Het komt dan ook
herhaaldelijk voor, dat
leden den „kibboets" ver
laten en gaan werken als
arbeider in de steden of de
dorpen, of eigen hof en
haard stichten. Het laatste
is om financieele redenen
niet altijd gemakkelijk. Hoe gering de levensbehoeften
in het Oriënt voor den plattelandsbewoner ook zijn,
er is nog altijd voor de vestiging van een eigen bedrijf
een bedrag, naar Nederlandsch geld, van f 10.000 a
doch ook licht ontvlambaar. De moeilijkheden in Pales
tina in de laatste jaren zijn te wijten aan deze veranderin
gen o in de algeineene omstandigheden en in het volks
karakter zelf. Echter zijn
ze, met de noodige tact en
beleid, ook gemakkelijk
weer te overwinnen.
De moderne Joodsche
bebouwing van het land is
op totaal andere leest ge
schoeid. De uit het westen
komende, zeer geculti
veerde, jonge Jood brengt
behalve zijn werkkracht
ook ultra-moderne begrip
pen mede. Hij heeft dus het
„collectieve" systeem' in
gevoerd in de meeste der
sinds 1918 ontstane neder
zettingen en zulks niet
alleen in de theorie, doch
ook in de practijk. Deze
nederzettingen zijn be
woond door jonge men-
schen, meest tusschen 18
en 30 jaren, die sinds
1933 ook vele door den
Jodennood in Europa uit
gedreven vaders en moeders
Linkoveral in de nederzettingen wordt gebru ik
gemaakt van tract ore met rupsbanden.
Overzicht van Dagania, een kibboetsin de Jordaan-
vlakte aan het meer van Oenezareth. Hier heerscht een
bijna tropisch klimaat.
Vaglooners Bedoeïnenbij
hun waterpijp tijdens de
middagrust.