VOGELS, lie tot ons SPREKEN Papegaaien en Parkieten, Ara s en Kaketoes, Nestors en Lori's „PollyPol-lie-iéetén hoor ik vleierig-uitnoodigend 'n teer kinder stemmetje roepen. Hé, 'k wist niet, dat de buren logeetjes hadden. „Koppie koffie," klinkt het dan kelig, aarts vaderlijk. Ineens straatjongensgefluit, schel, baldadig I Even later gekras, gekerm, gekraai zit buurman weer op de korte golf naar verre stations te visschen? Vreeselijk. „Koppie koffie" (weeke loktoon), „krau-iaüw" (zoo ordi nair mogelijk uitgehaald), „lorre (omfloerste Zarah Leander-stem). Ik kijk uit het raam dat dacht ik al! Kond en rond tollend, hangend aan kromsnavel en klauterpootjes, een prop groen in een omhulsel van koperstangen. Een groene amazone. M n „stukje" over beren en hun verbreidingsgebied krijg ik vandaag niet meer af, ben ineens geïnspi reerd op. Psittacornithès. den boekennaam voor al wat valt onder „papegaaien en zoo". Groote familie in qroote families Dé papegaai bestaat niet zooals wel de musch be staat. Liefst 'n 500 soorten zijn er, als orde onder verdeeld in zoo'n 50-tal geslachten. Begin daar maar eens aan. Dit amusant vogelgilde komt dan ook overal voor, behalve hier bij ons in Europa.. De kleurensymphonie, de klankencaeophonie, de bloem rijke „taal", dat schijnt niet te passen tusschen onze sobere lijsters en sombere kraaien. Met de apen, waarmee zij op diverse punten van den aardbol, o.a. Afrika, hun woongebied deelen, zijn het tropen- kinderen, hoewel als te verwachten bij die vertakkingen langs heel de „warme ceintuur der keerkringen om de aarde heen papegaaien in ver schillende uitvoeringen ook wel voorkomen in verre- van-heete bergstreken en wel boven sneeuwvelden vliegend zijn waargenomen, bijv. noordelijk van Mexi co, in de Ver. Staten. Onze populaire soorten en wel de groene Amerikaansche amazone en de grijze Afrikaansche jako en de witte Australische kaketoe, als de courante praat-artikelen uit den vogelwinkel, zijn mooi-weer-kinderen. Wat hebben die uitbundigen ai een troost gebracht in het suf bestaan der vereen zaamden, niet alleen aan mijnheer Robinson uit het boek, die ze onnoodig en wreed „van den tongriem sneed", maar vooral aan eenzamen in drukke steden, waar men het ergst alleen zijn kan. Eén verschijnsel is onbegrijpelijl en zeer zeldzaam bij juist deze gezel lige vogelsoort, ditdat, hoewel zij uit stekend vliegen en in hun vaderland groote afstanden afleggen, zeer be weeglijk zijn en daarenboven van gezelschap en gezelligheid hou den, (want in den natuurstaat trekken zij in groote vluch- Een gieren-, een arenden- snavel is er om vleesch uit een dierenlichaam te haken Maar een papegaaiensnavel is er om zijn drager het air van een ouden wereldschen heer, van een militair-in- ruste, van een kwij nende jonge dame, die al veel beleefde of veel beleven wil, te geven. S. E. v. l'raag: ,,'n Sprookje op Aarde".) ten tezaam op) de gevangen exemplaren toch maar jaren- en jarenlang oolijk en vroolijk (kunnen) blij ven. Vreemd, dat ze „ge lukkig" zijn zónder hun vlerken uit te slaan, zónder hun gul klimaat, zónder hun collega's - kinderloos, ongetrouwdProbeer dat 's met minder voor aanpas sing geschikte dieren; die zouden zóó wegkwijnen. Maar in één levensverrich ting laten zij toch zien, dat zij niet volkomen te vreden zijn: zij nestelen niet, zij planten zich hier practisch niet voort, schij nen lichamelijk toch ont worteld. Vreemd dus als het klinkt is geen papegaaien soort of ara of kaketoe (alleen enkele parkieten), ofschoon zij, bijv. de Indi sche en Afrikaansche types, sinds tweeduizend jaar al der mensehen huisvriend zijn, een huisdier, zooals de kanarie of de duif. Immers elk kooiexemplaar komt uit zg. wildvang, zooals dat heet, d.w.z. is uit vrije ouders geboren, werd gevangen en toen ge- importeerd. Aardig gezins leden den regel sluiten de papegaaien een levens lang „twee-persoons"-hu- welijk: man en vrouw dragen elkanders lasten door om beurten de broed- taak over te nemen in den hollen boom, die het nest vormt; beide ouders helpen het kroost gelijk-op groot brengen tot de jonkies zelf op de wieken gaan. Die trouw heeft alle reizigers, die eenparig opgetogen zijn over de sfeer, die zij in liet oerwoud brengt, getroffen nadien verfoeien zij een kwebbel ziek-afgericht exemplaar met z'n voetkettinkje verankerd op een zit- stok van een el! Ook hun gracelijke vlucht en htm avondlijk gekeuvel en gekibbel op de vaste slaap doornen, die ze als dikke vruchten be dekken, hebben menige pen in beweging gezet. Geen vogelsoort, die zoo vaak af gebeeld is wijzelf hebben er een kranig fotoarchief van, zoo ge ziet als de „gevederde aapjes". Van het begin der jaartelling af, toen de Romeinen de schrandere lorres van hun tochten naar Azië terugbrachten, hun „Caesar!" leer den uitroepen en zooals de Indische vol ken het reeds lang deden in kostbare kooien van zilver, schildpad of ivoor hielden en onzinnig verwenden, heeft deze, meer dan eenig andere, dresseer- bare, makke menschen vriend ons bekoord. Wel mogelijk vindt, wanneer we daar een oorzaak voor willen zoeken, bij het gemis van zijn kornuiten en van PAPEGAAI (Met welwillende toestemmii door Sam van Beek le en Zonen overgenomen uit haar ArtiB-album.) zijn druk stamleven, zijn vertrouwelijkheid-zoekende aard een uitlaat en een uitweg bij zijn inenschelijke verzorgers. Misschien zet het soortelijk karakter, inge steld op een groepsbeleving, zich wel om in 'n opgaan in 'n andere,een menschen-samenleving. We blqven bq mekaar; nog jaar WWier komt. nog bij, dat deze huisgenooten, zooals de lezer wel weet, oud worden. Er is dus.... tijd voor het uitgroeien van een gewoontevriendschap. Ja, ze kunnen een hoogen leeftijd bereiken: 20, 30, wel 40 jaar is bij doelmatige verzorging geen uit zondering. Zoo gewaagt de Zuid-Amerika-onderzoe- ker A. v. Humboldt van een „groene", die er woorden uitgooide uit een doode taal, die der Atoeven, 'n toen al uitgestorven Indianenstam, welk volk het dier dus overleefd had. Er moet op Madagascar een oudje leven, dat al drie menscliengeslachten, hon derdvijfentwintig jaar zeggen ze, meemaakte in het bezit van een Frausche familie, welke afstamt van een van Napoleon's officieren, een vogel dus, die als zoo danig den kleinen grooten keizer „nog gekend heeft". Dan schijnt er in Australië, waar immers, toen daarvoor de Uiver-tocht georganiseerd werd, het honderdjarig bestaan der stad Melbourne herdacht werd, een kaketoe te vegeteeren, die bij de eerste steenlegging tegenwoordig is geweest en toen al niet zoo bijster jeugdig meer was. Zoo pas ben ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 46