DE ZEE-ADVOCATE Vervolg van biz. 5 om gelucht te worden. Ik behoef u nauwelijks te zeggen, dat hij de noodige volmachten hiertoe ont leent aan hetzelfde statuut, hetwelk voorschrijft, dat de passagiers met hun beddegoed op het dek geïn specteerd kunnen worden, wanneer de weersgesteld heid dit toelaat en naar het persoonlijk goeddunken van den bevelvoerenden officier." Het vooruitzicht met beddegoed en al publiek op het dek gelucht te worden, verbijsterde Dorrit zóó zeer, dat ze hem slechts met groote schrikoogen kon aankijken. Meedoogenloos ging hij voort: „Op bevel van den kapitein moet met het luchten terstond worden aangevangen. Mocht u zich hier tegen willen verzetten, dan maakt de kapitein u beleefd attent op art. 304 van de Haven en Naviga tie Code van den staat Californië, hetwelk hem mach tiging geeft ieder persoon, die zich op zee aan z'n wettige bevelen onttrekt, gevangen te zetten. „We hebben ditmaal een echten boeman getrof fen," zei Dorrit tegen Laura, toen ze onder een red dingsboot in het verste en donkerste hoekje van het sloependek hun bed opsloegen. Liever dan den smaad te-verduren onder de oogen der overige passa giers hun beddegoed weer benedendeks te brengen, hadden ze besloten maar in de openlucht te Mij ven overnachten. „Ik voel zoo half en half, dat er aan kapitein Martin's wet ergens een steekje los zit, maar wat 't precies is, weet ik niet. Er staat vel iets over in 't wetboek. Toch heb ik intusschen iets bedacht, waarvan ie morgen raar zal opkijken. We gaan te Esmirillada van boord." „Dan hebben we onszelf te grazen," protesteerde Laura. „Eerstens zouden we de helft van het passage geld kwijt zijn. want terugbetalen doen ze niet.'t Staat duidelijk op 't biljet. En tweedens missen we morgenavond het dekbal bij maanlicht in de haven. En waar vinden we te Esmirillada onderdak? 11 Hotel kunnen we onmogelijk betalen." „0, geen zorgen voor den dag van morgen," zei Dorrit luchtig. „De Spanjaarden staan bekend 0111 hun gastvrijheid en we ontmoeten vast wel een grandee, die ons op z'n hacienda in de bergen invi teert. We moeten er natuurlijk van overtuigd zijn, dat hij een heer is en nog andere gasten heeft, anders beloopen we de kans op 'n schandaal. Misschien organiseeren ze wel een fiesta voor ons, dan kun je t dekbal van kapitein Martin van mij cadjau krijgen. En maak je nu maar niet druk over het passagegeld. Ze betalen 't ons heusch wel terug. Ik heb je toch gezegd, dat de kapitein nog niet van mij af is! De ongewone rustplaats en harde ongemakkelijk heid van het stalen dek waren oorzaak dat ze»uren lang bleven woelen voor ze den slaap konden vatten. Den volgenden morgen werden ze pas laat wakker. Het schip had het anker uitgeworpen in een sikkel vormige baai, vlak tegenover een klein stadje, dat nog gedeeltelijk schuil ging in de schaduwen der hooge. kale bergen, die het van drie kanten omringden. Roeibootjes met proviand en passagierende va- cantiegangers dobberden tusschen het schip en de kust; op een smalle wandelpier, die ver in zee voor uitstak, heerschte een kleurige bedrijvigheid van levendige, kleine figuren, die elkaar in alle toonaar den trachtten te overschreeuwen: een tooneeltje, waaraan elke vreemdeling spoedig gewoon raakt, die ten zuiden van de Rio Grande komt. rouwen in dunne zwarte sjaals gehuld en mannen met enorme sombreros op 't hoofd probeerden den touristen reis dekens, zilveren snuisterijen en ansichtkaarten te verkoopen; mannen met uniformpetten en patroon gordels, waaraan zware revolvers bengelden, in specteerden ijverig paspoorten en identiteitsbewijzen. Er niet ver vandaan slenterde een slanke, donker harige jongeman met een gitaar over z n schouder. In z'n opzichtig zijden shirt, kleurige fafa en strakke broek leek hij sprekend op Warner Baxter, zooals ze hem pas in een film gezien haddenhij was het type van een echten Castiliaanschen Spanjaard, een cabal- lero, die het hart van ieder meisje kon doen ontbran den' door z'n slepende muziek en zacht vloeiende poëzie. De verlokking van deze romantische gestalte en de betoovering van het schilderachtige landschap deden allen twijfel bij Laura, of ze 't schip nu wel zou verlaten, verdwijnen. Zonder eenig protest volgde ze Dorrit naar de brug, waar kapitein Martin zeer met zichzelf vergenoegd op en neer liep. „We gaan van boord," zei Dorrit kort. Kapitein Martin bleef op en neer loopen. „Ik heb er niets op tegen. Als u vannacht voor twaalven maar weer terug bent," „We gaan voorgoed,' hernam Dorrit stug. „We willen ons geld terug hebben." „Dan kunt u lang wachten," antwoordde kapitein Martin met eenigen trots. Z'n overwinning van den vorigen avond had hem veel milder gestemd. „Ik ken de zeewetten op 'n prik, maar ik heb nog nooit ergens gelezen, dat de passagiers hun geld terug kunnen eiseheu, iederen keer dat ze 't in hun hoofd halen onderweg van boord te stappen. ;,'t Schijnt dat uw kennis van de zeewetten toch wel wat te wenschen overlaat," hernam Dorrit. ,,l denkt, dat u een heele Piet bent, omdat, u me een keer de loef afgestoken hebt, maar u kunt heusch niet zoo'n buitengewone wetskenner zijn of u moest weten, dat ons verzoek om teruggave van de reissom zeer billijk is. Als we wachten tot we weer in San Diego zijn, krijgen we 't in een wip met nog ieder tien dollar toe. „Hè?" Kapitein Martin staakte z'n geloop. „Met nóg tien dollar toe," herhaalde Dorrit. „Zóó luidt de wet. Ik las de zee- waard igheidsverklaring van de zeevaart-inspectie alvo rens ik aan boord kwam en dit document staat u toe niet meer dan vijftig eerste klaspassagiers te vervoe ren, ofschoon ik er bij ons in d; eerste klas tweeën vijftig tel. P maakt zich hierdoor schuldig aan wets overtreding. Of kent u art. .451 van liet wetboek voor de scheepvaart niet: de zee- vaart-inspectie zal in het certificaat van zeewaardig heid, dat aan een schip, ingericht voor het transport van passagiers, voor het vertrek wordt uitgereikt, precies bepalen hoeveel passagiers dit schip met inachtneming der veiligheid kan vervoerenen het zal onwettig zijn een grooter getal passagiers aan boord te nemen dan in de zeewaardigheidsverklaring van de zeevaart-inspectie staat vermeld: voor iedere schending dezer bepaling wordt de kapitein of eige naar aansprakelijk gesteld: tevens is hij verplicht aan ieder persoon, die hem deswege vervolgt, het pas- sage-geld terug te betalen, vermeerderd met een be drag van 10 dollar voor iederen passagier, die boven het vastgestelde aantal is vervoerd. Vindt u 't zoo prettig, dat u later in San Diego een veer moet laten en misschien nog in de gevangenis terecht komt?" In de gevangenis?" hak kelde kapitein Martin. „Ik zei gevangenis," zei Dorrit vinnig. „De wet zegt. dat de kapitein of eigenaar van een schip, éón hunner of beiden, die be wust de hierboven genoem de bepaling overtreedt, ver oordeeld kan worden tot een boete van honderd dol lar, subsidiair dertig dagen hechtenis, of tot beide. R.S. 4405, Feb4. C63, Stat. 018. Wanneer u ons de reis som teruggeeft en ons zon - der veel deining laat gaan, toont u daardoor aan, dat u deze bepaling niet bewust overtreden hebt. Over de BUURPRAATJE gevangenis praten we dan niet meer. Maar als u ons verzoek afslaat, zie ik er voor u heusch geen weg op." Kapitein Martin streek met een bevende hand over z'n voorhoofd en gaf den purser noodgedwongen op dracht het passagegeld terug te betalen. Hij bezat echter genoeg geestkracht om hen duidelijk aan t verstand te brengen, dat ze beter voorgoed konden wegblijvenz'n houding voorspelde in t tegenover gestelde geval weinig goeds. Het, was stiller geworden op de pier toen Dorrit en Laura er met hun bagage werden afgezet. De inland- sche kramers waren verdwenen en de eenige beambte, die nog was overgebleven, gaapte ongegeneerd, terwijl hij hun passen controleerde. De caballero met de gitaar over z'n schouder stond aan 't eind van de pier te praten' met een zeeman, maar toen hij zag dat ze hun bagage in een taxi laadden, brak hij het gesprek eensklaps af en snelde naar hen toe. „Perdón, senoritas." Hij nam met een zwierig ge baar z'n hoed af, boog diep en glimlachte innemend. Ze werden eenige rijen hagelwitte tanden gewaar. „Ik hoop dat u 't mij niet kwalijk neemt, dat ik u zoo on voorgesteld aanspreek?" OP HET AMSTERDAMSCHE BEGIJNHOF

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 12