in de Walcherscite bosschen Voor den imposanten gevel van Berkenbosch wachtenDe drijvers doorzoeken elk plekje van akker en simpel in de open lucht, de jagers elkander op om de struikgewas om het verscholen wild op te jagen, jacht te beginnen. K LO PJ AC HT De jager wacht de opvliegende fazanten en de voor t lawaai der drijvers vluchtende konijnen op, en weinig wild ontsnapt er aan zijn dubbelloops jachtgeweer. Ben drijver komt wat toe na een uitputtende drift door bosch en akker. Dan verspreiden zich de drijvers weer om systema tisch 'n heel terrbin te door zoeken en af te drijven. O ja, we zijn er een heel stuk handiger en practi- seher op geworden. We hebben onze leeren vesten en ondoordringbare jassen, we hebben onverscheurbare broeken en zware laarzenwind en weer en het ruigste terrein, de ontoegankelijkste wildernis hoeven ons geen dag en geen uur te weer houden. We hebben jacht geweren, waar zelfs de on handigste schutter niet mee missen kan. We hebben drijvers, die misschien niet, zulke fijne neuzen hebben mogen als honden, maar die veel systematischer te werk gaan. De jacht is een spel geworden, waarvan we de troeven te voren zorg vuldig bij elkaar gezocht in handen houden, en waarbij we van de winst, vooruit verzekerd zijn. Als ten minste niet, zooals het vorig seizoen, het mond- en klauwzeer ons voor ge weest is en onder het wild al een radicale opruiming gehouden heeft. Maar neen, eleganter, romantischer is het spel van de jacht er niet op gewor den. Daarin zijnonzezuider- buren, door achter te blij ven, ons vóórgebleven. Zie maar eens zoo'n jacht stoet uittrekken door de Vlaamsche heuvels en ak kers: zie de honden de hellingen afjagen op het spoor van het van verre geroken haas, zie de jagers volgen op de snuivende paarden in vollen galop. Zie die feestelijke kleuren van witte broeken, roode jachtrokken, zwarte jacht- petten en blinkende laarzen, zie het hoofsch verkeer en het zuiver sportieve belang bij jacht en buit. hoor de fanfaronnades van de jachthoorns. Zóó kennen wij de jacht in Zeeland niet. Maar hoe

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 16