De grachten van Westhove, is er En de Middelburgse he molen staat nu zoo vreemd lusscheu wel een idealer ijsbaan denkbaar t het witte geboomte en het besneeuwde plantsoen van de wallen En een grauwe, maagre kraai Qroote, witte winterman I vlucht met veel lawaai komt getreden zacht 1 in drie sprongen hoep, hoep, hoep.' door den ritselenden nacht, 1 J voor een woesten troep gaat de groote schimmels mennen dartelen en dollen, voor zijn rinkelende slee 4 bezig om een pop te rollen. langs de steile dennen 1 Eerst het lompe hoofd van de boschallee. I mond en oogen steenen 4 dan de bolle buik Groote, witte winterman f en de dikke beenen. in zijn jas van hermelijn witte wol en wit satijn, f 4 Ter versiering brengt men in zijn kraag van bont, onder luid krakeel gaat de dorpen rond. nog een ouden kookpot 1 en een bezemsteel. Willem de Wijk. 1 Haar voor wie eiken dag zijn moeizaam werk langs de straat te doen heelt, heeft het woord winterpret wel een bijsmaakje. Er was maar weinig tijd noodig om de Vlissingsche straten volop in het witte, alle geluid dempende kleed te hullen. - i Wie wordt het mikpunt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 25