het bestuur ingrijpen, want de
Javaan en Soendanees zijn eco
nomisch niet krachtig genoeg om
aan de gevolgen der mislukking
het hoofd te bieden.
Er zijn twee soorten van rijst
bouw het planten op ladangs
(droge rijstvelden), welke plant-
wijze vaak in de buitenbezittingen
wordt toegepast, en die op sawahs,
op natte rijstvelden. Deze wijze
van verbouwen is de beste, en op
Java (vooral in berg- of heuvelland)
de gebruikelijke. Om den sawah-
bouw op z'n allermooist te zien,
moet men eigenlijk zijn in de
Preahger of zooals dit gedeelte van
West-Java met den inlandschen
naam thans gewoonlijk genoemd
wordt: de Priangan. De Soenda-
neezen vooral zijn uitstekende
sawah-bouwers en complete inge
nieurs op het gebied van water
bouwkunde. Zij voeren het water
der berg-kali's vaak op ingenieuze
wijze naar de hoog tegen een berg
rug gelegen rijstvelden. Amphi-
theatersgewijze zijnde sawahs aan
gelegd, elk stukje sawah met een
aarden dijkje afgesloten. Twee dei-
bij dit artikel gepubliceerde foto's
geven van dien aanleg een goed
beeld. Die sawah-dijkjes zijn op verschillende plaatsen even onderbroken,
zoodat het water van een hooger gelegen terras naar een lager kan stroomen
(zie de foto met pas geplante rijst). Dat stroomende water heeft de te velde
staande rijst noodig.
Als de tijd voor het uitplanten van de jonge padi is aangebroken, wordt van
een kweekbed, waarop de zaai-padi tot ontwikkeling gekomen is, een bosje
padiplantjes gehaald, die één voor één op de sawahs worden overgeplant.
Dit werk geschiedt door vrouwen, die, steeds achteruitloopend, de plantjes
in den natten grond steken. Het is een vroolijk gezicht de vrouwen in haar
kleurige kleedij althans in de Soenda-landen is de kleeding dér vrouwen
kleurig en fleurig - aan den arbeid te zien gaan.
Als de padi is uitgeplant heeft de tam (de boer) er niets meer aan te
doen: het water stroomt geregeld door met fijne geluiden, als het ruisclien
van beekjes en de zon stooft het kostelijke voedsel goudgeel.
Wanneer de tijd voor het oogsten daar is, gaan de vrouwen opnieuw naar de
rijstvelden. Ze zijn voorzien van kleine, zeer scherpe mesjes, waarmede de
padi wordt afgesneden. Op de foto der vrouwen in het rijstveld is duidelijk
te zien (vrouw links) hoe de rijsthalmen er uitzien en hoe deze gebundeld
worden. Vóór de padi aan de mannen, die deze naar het dorp zullen pikolen,
wordt overgegeven, noteeren een paar dorpsopzichters hoeveel bossen de
vrouwen afleveren. Want haar loon bestaat in een deel der geoogste rijst.
Dan gaat de padi naar het dorp. Nu moeten we even een „gewichtig" pro
bleem aanraken. Er bestaat op Java „communaal" en „individueel" grondbezit.
Zij, die persoonlijk grond bezitten, zijn natuurlijk vrij met de opbrengst van
dien grond te doen wat zij willen. Ze kunnen hun rijstoogst doen opnemen in
de desa-rijstschuur of ze kunnen dien verkoopen. Heel vaak verkoopen ze hun
rijstoogst aan een Chinees. De Chinees geeft voorschot op den te velde staanden
oogst en heeft het recht dien oogst op te koopen tegen een door hem te
De bonnen padi worden door
mannon aan eev pi kola n
weggebracht. Het huis is van
gevlochten hamboe en rust
op houten stijlen. De ruimte
onder het huis kolong
genaamd dient meestal
voor slaapplaats van het
pluimvee.
De zoogenaamde lijstvogels richten veel schade aan
want ze vreten bij voorkeur het jonge zaad op
bepalen prijs! Wat hiervan
het gevolg is. behoeft niet
nader te worden omschre
ven. Kromo wordt van den
Chinees afhankelijk Het
bestuur tracht een derge
lijke verhouding tegen te
gaan en wil den inlander
helpen door voorschotten
van de afdeelingsbank.
Maar omdat de inlander
tegen officieel gedoe en
„soésah" opziet, gaat hij
naar den Chinees, die alleen
maar de verstrekte voor
schotten in een vettig
hoekje opschrijft.
Met den oogst van ..com
munaal" of „gemeentelijk"
bezit gaat het anders. Die
wordt geheel in de desa-
loemboeng (rijstschuur) op
geslagen, na nauwkeurig
gewogen te zijn. En ieder
dorpsgezin krijgt telkens
van den voorraad, zooveel
het noodig heeft. Voor de
waarde van de gebruikte
rijst wordt het natuurlijk
„belast" tof de eindafreke
ning. Twee der bij dit arti
kel geplaatste foto's geven een beeld van de aankomst
der jonge rijst in een desa. Eén foto maakt een
nogal feestelijken indruk. Daar staan de rijstdragers
op het dorpsplein, de aloon-aloon. Op dit plein:
de belangrijke gebouwen. In liet middeii met den
„toren": de moskee (missigit), rechts de baleh-
desa (gemeentehuis) en links naast de missigit de
rijstschuur, waar de padi zal worden opgeslagen.
De rijstdragers hebben hun pikolan met vlaggen ver
sierd en ontlokken schrille tonen aan hun rijstfluitjes.
Op den achtergrond: nieuwsgierige dorpelingen en
vlak achter de rijstdragers kippen, die de vallende
rijstkorrels oppikken. Een echt Indisch tafereeltje.
Hetzelfde „gedoe", maar minder feestelijk, geeft de
andere fotode aankomst van het rijsttransport in een
kleinere bergdesa. Maar ook hier wordt het transport
met vreugde begroet.
M. v. d. Hl EST
Met welke primitieve
middelen de Javagnsche
landbouwer zic.h moet
behelpen.
Bij het vervoeren der padi blazen de mannen op
bamboe-fluitjes. Midden op den achtergrond een
Javaansch bedehuis.