*c verhaald kan worden op den kapitein of eigenaar van liet betrokken schip en dat iedere passagier, die door de achteloosheid, slordigheid of het opzettelijke wangedrag van een kapitein, stuurman of loods, ver liezen lijdt of lichamelijk letsel bekomt het recht heeft tegen dezen kapitein, stuurman of loods een vervol ging in te stellen en schadevergoeding te eischen. Zóó luidt de wet en niet anders. Ik werk op een advo catenkantoor en weet dus waar ik aan toe ben. M'n chefs beweren van me, dat ik een geheugen heb als een gramofoonplaat. Behalve de wetten van Califor- nië, Arizona, Colorado en Utah, die ik als de tafels van vermenigvuldiging kan opzeggen, bestudeerde ik ook het wetboek voor de scheepvaart om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn." Ze maakte een woedend gebaar naar de geopende patrijspoort, toen naar haar koffer en dien van Laura, die wegens tekort aan ruimte tegen den buitenwand van de hut lagen opgestapeld en waarop zich een wolk van fijne waterdeeltjes vastzette. „Hoe denkt u. dat onze bagage er uit zal zien tegen den tijd dat we in Esmi- rillada arriveeren? En wat zullen uw directeuren ervan zeggen, wanneer ik na m'n terugkeer 'n eisch tot schadeloosstelling indien wegens onachtzaamheid en moedwillig wangedrag van een hunner kapiteins?" Kapitein Martin draaide zich geïrriteerd om naai den steward. „Bates, doe die patrijspoort dicht. Je weet, dat de patrijspoorten van de tweede klas gesloten moeten blijven, omdat ze te dicht bij de waterlijn zijn." „Als u die patrijspoort dicht doet. zult u er latei- spijt van hebben als haren op uw hoofd," zei Dorrit dreigend. „U zorgt voor behoorlijke ventilatie of zult anders voor de gevolgen moeten instaan, zooals bij voorbeeld in het geval van de Pacific stoomvaart maatschappij tegen Ctrismore, No F 68, 55 CC. A 545, Washington 1902. waarin met bevestiging van 110 F 22, Washington 1901, de Pacific veroordeeld werd wegens het samenpakken van passagiers in slecht geventileerde hutten. We hebben onze rechten, al reizen we ook maar tweede klas." Kapitein Martin begon opnieuw luid te ademen en 't fluitje op 't eind klonk ditmaal veel scherper. Hij belieerschte zich met moeite en zei zoo vriendelijk mogelijk: „Laten we het kort maken. U zegt dat u ons zult vervolgen als we de patrijspoort open laten en ook als we haar sluiten. Wat verlangt u dan, dat we doen?" „Voor zoover ik 't bekijk, is er maar één ding dat u kunt doen," oordeelde Dorrit koeltjes. Ze kwam nu tot den climax, dien ze zoo zorgvuldig had voorbereid, niet alleen in deze ontmoeting, maar ook in de scher mutseling met den steward, die er aan was voorafge gaan. „Ik weet toevallig, dat er een eerste-klashut vacant is, omdat eenige ouders in de eerste klas op 't laatste moment besloten hebben hun kinderen bij zich te houden, in plaats van ze in een aparte hut te laten slapen. U kunt ons bijvoorbeeld daarheen laten verhuizen. De eerste-klashutten liggen ver genoeg boven de waterlijn, zoodat de patrijspoort gerust open kan blijven. Alleen zeg ik u van te voren, dat we er niet aan denken extra-passage te betalen. We willen de voorrechten genieten van alle eerste-klas- passagiers, met inbegrip van maaltijden in de eerste klas-eetzaal en toegang tot het eerste-klasdek en de eerste-klassalons, waar we onze kleeren tenminste kunnen dragen." Kapitein Martin wou luidkeels gaan protesteeren, maar ze gaf hem geen kans aan 't woord te komen en zei: „O, we praten er niet meer over. 't Is allang goed. 't Was maar een ver-onderstelling van me. Als u er iets beters op weet, ga uw gang, maar schiet alleen 'n beetje op. Over een paar minuten is onze bagage doordrenkt van 't zeewater en ik laat 't er zeker niet bij zitten." Kapitein Martin kon in den beperkten tijd, welken hem toegestaan werd, niets beters bedenken en even later gaven Dorrit en Laura reeds aanwijzingen voor- het overbrengen van hun bagage naar de vacarrte eerste-klashut, terwijl kapitein Martin met looden schreden naar de brug terugkeerde. Hij voelde dat 't meisje hem op handige wijze bedot had,- dat de klacht over de patrijspoort slechts 'n foefje was om zonder extra-kosten eerste klas te kunnen reizen. Een zwak kere man zou zich bij deze nederlaag neergelegd hebben, doch kapitein Martin was van beter hout- gesneden de strijd was voor hem nauwelijks be gonnen. Toen hij veilig en wel in z'rr eigerr hut was, buiten het gehoor der passagiers, uitte hij z'n woede door middel van eenige krachtige, welgekozen woor den, veegde vervolgens de dikke laag stof van het wetboek voor de scheepvaart, dat hij uit 'n koffer had t Perdón, senarilm." Hij nam met een zwierig gebaar z'n hoed af, boog die}> en glim lachte innemend. opgediept en zette zich aanstonds ijverig aan de studie. Z'n zoeken bleef geruimen tijd vruchteloos, doch plotseling liet hij een juichkreet hooien en boog zich nog dieper over het boek. Het triomfantelijk gegrom, dat uit z'n keel kwam, voorspelde Dorrit weinig goeds. Intusschen kleedden Dorrit en Laura zich voor het diner en betreurden het dat de verhuizing te laat was geschied om nog met hun cocktailjaponnen te kun nen pronken. Na den maaltijd wandelden ze vol verwachting over het promenade- en sloependek, maar zonder resultaat. Ook in de eerste klas telden ze op iederen man vijf vrouwen. Ten slotte gaven ze het maar op en besloten naar hun hut terug te gaan. Onderweg vond Laura het jammer dat Arthur en Oscar, hun ver eerders, niet meegekomen waren. „Ik ben blij, dat ze geen vacantie konden krijgen," zei Dorrit. „Je weet, zelf hoe kleingeestig ze de dingen soms kunnen bezien en hoe denk je dat ze zich ge dragen zullen, wanneer we in Esmirillada zijn en eenige Castiliaansche cabaUeros met een gitaar achter ons aanloopen. liedjes zingend ter verheerlijking onzer schoonheid." „Wanneer wat?" „Eenige zwierige Mexicanen ons 'n hartstochtelijke serenade brengen. Dat doen ze altijd voor ieder knap meisje, waarnaar hun hart uitgaat. Dat heeft m'n chef me verteld, toen ik hem een week vacantie kwam vragen. Hij zuchtte en schudde z'n hoofd en zei dat iedere Amerikaansehe vereerder een kleurloozeu en prozaïschen indruk op mij zou maken, wanneer ik terug vvas. Hij zei. dat de bergen achter de Mexicaan- scbe kustplaatsen voornamelijk bewoond worden door zuivere Castiliaansche Spanjaarden, met een vurig temperament en een roep Van deftige, oude gratie en dat ze onze harten door muziek en poëzie in één slag zouden veroveren." „We moeten er maar geen aandacht aan schenken, als ze met dien nonsens beginnen." zei Laura on zeker. „Ik vind 't niet netjes." „Natuurlijk niet! We negeeren ze straal. Maar 't zou toch wel een prettige herinnering zijn als we latei- getrouwd waren en 'n huisgezin hadden. We kunnen nog wel vijftig jaar optrekken met Arthur en Oscar, zonder dat ze onze harten ooit door muziek en poëzie zullen doen ontvlammen." Ze wierp de deur van hun hut open en schrok terug van den ondraaglijken geur, die haar van binnen tegemoet kwam. „Een desinfecteerend middel, juffrouw. Op bevel van den kapitein," verklaarde de steward, die op het woedende gebel van Dorrit in de gang verscheen. Hij hield zich buitengewoon goed. doch diep in z'n hart lachte hij hen uit. „Een bijzonder doelmatig preparaat, dat onder persoonlijk toezicht van kapitein Martin is bereid. Hij verzocht mij u te zeg gen. dat hij slechts z'n plicht doet volgens de letter der wet. t" kunt dit niet anders dan op hoogen prijs Stellen." „Welke wet?" vroeg Dorrit stampvoetend. „Art. 156 van het wetboek voor de scheepvaart. Zooals n ongetwijfeld weet, schrijft dit den kapitein van een stoomschip voor aan boord een strenge discipline te handhaven en ter bevordering van de gezondheid der opvarenden de grootst mogelijke properheid te betrachten. Het is zijn plicht de ruim ten, welke bestemd zijn of bewoond worden door passagiers, te alleu tijde in een properen en zinde- lijken toestand te houden en deze, zoo dikwijls dit noodig mocht blijken, te desinfecteeren niet chloor kalk of eenig ander doeltreffend preparaat. Kapitein Martin heeft verder bepaald, dat u en juffrouw Wel don met uw beddegoed 'op het dek moeten aantreden Vervolg op blz. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 5