m
M
Hm
21
'4
spy
slechts over heel eenvoudige, meest zelf ver
vaardigde apparaten en moest vele en groote
moeilijkheden overwinnen. Maar hij bewees,
;is een der eersten, dat het niet het toestel
ij, dat het werk doet, maar de man, die er
i chter staat. En die man begreep zijn stad
in haar psyche, hij wist te grijpen en weer
te geven wat achter de uiterlijkheid schuilt
van een straat- of grachtbeeld, dat wat van
Amsterdam was, maar dan ook alleen van
Amsterdam.
Hij was een baanbreker, deze jonge Eilers.
Kunstfoto's" maakte hij niet, maar wel
werden zijn foto's kunstwerk, omdat een
ir aarachtig kunstenaar ze vervaardigde,
<eu kunstenaar, die tevens technicus was,
ijie zijn vak verstond, door en door. Zijn
Artistieke geest zocht en vond de mogelijk
heden om met zijn fotografie alles te geveu
scheppend te werken. Zoo hoeft hij op
zijn gebied het beste gewrocht.
De ziel van het wintersche Amsterdam,
hoe heeft hij haar op zijn beste foto's
geopenbaard. Daar herkent men den be
geesterden werker, gedreven door een stu
wende liefde tot het leven, luisterend naar
een stem uit het diepste der diepten, die in
het sober verhaal van zijn fotobeeld een
boodschap legt van rust en van vrede.
Hoe kende hij de sfeer van die „zeurige"
dagen, waarop de stad haar wezen toont,
hoe minde hij het licht van den zilveren
ochtendnevel, als alle details verdoezelen,
la de eigen persoonlijkheid zich vergeet, zich opent voor de schoonheid, zooals ook de stad zich laat schouwen,
dit oogenblik, diep in haar ziel. Eilers verbaast en ontroert met zijn foto's den aandachtigen beschouwer, die
zijn goede, oude stad als met andere oogen gaat zien, oogen,
waarvan als het ware de schellen gevallen zijn en die, ofschoon
met dit alles toc.li vertrouwd, telkens opnieuw erkennen
moeten, dat zij niet wisten, dat het zoo mooi kon zijn. Want
wat Breitner en Witsen als een fantasie te voorschijn toover-
den, wordt hier door de objectieve fotolens bevestigd: het
wintersche Amsterdam, de besneeuwde stad vooral, is van
onwerkelijke schoonheid, die verrukt en beklemt tegelijk,
waaraan men zich nauwelijks kan verzadigen. Zeker, het
is het oude Amsterdam, dat op zijn foto's leeft, het
Amsterdam van dertig, veertig jaar her, met zijn eigen
aardig sloffende inenschenfiguren, met al den weemoed
van dien tijd aan de blinkende schonken vari het
aapjespaard, het is een Amsterdam, dat men zou
meenen, dat niet meer bestaat, maar dat telkens en
telkens herleeft, zichzelf gebleven en aan geen tijd
gebonden, voor wie oog heeft en hart, om te zien en
te begrijpen. Bern. P. Eilers, de meester-fotograaf
van het oude en altoos nieuwe Amsterdam, heeft met
zijn levenswerk aan velen veel geschonken.
FRED. THOMAS.
Een Amsterdamsch
straatbeeld uit de t Pittoreske Oudekerks-
plein in den winter.
"W
Wtf1
Stadsschooli in den winter, i leerengracht bij de .eidscbegracbt
«Kr.
vorige eeuw.
Onder(jezicht op de Heerengracht.