TWEE ZUSTERS m i 22 >loorwegen in den winter. Fraai sneeuwlandschap aan de spoorlijn Oslo—Bergen. En Freddie vroeg Kate. „Hebt u aan hem gedacht?" „Met hem heb ik de zaak nog niet besproken. Maar ik weet zeker, dat hij de stappen, persoonlijk door Helen ondernomen, onvoorwaardelijk zal goed keuren. Wilt u mij nu de brieven laten zien?" Kate zat er neerslachtig bij, terwijl de advocaat de epistels nauwkeurig doorlas. Ze begreep," dat ze de vriendschap van mr. Prince had verloren. Hoewel mr. Prince de waarheid wist, bleek dit geen enkel verschil uit te maken integendeel, hij toonde juist medelijden met Helen. SLOT En de zwakke hoop, dat een man geen -™"—liefde kon koesteren voor een meisje, dat hem de gevangenis in had laten gaan, stierf weg. Maar Helen, zoo dacht ze verder, zou het toch niet durven wagen den gouverneur te bezoeken. Ze zou veel te bang zijn, dat ze ten slotte toch nog in het openbaar bij de zaak werd betrokken. Ze zou eerder een middel trachten te vinden om den dans te ontspringen. En Kate was benieuwd, hoe Helen zich er uit zou weten te redden. „Aha, daar is ze." Mr. Prince keek op van de brieven. Zijn gezicht verhelderde, toen hij Helen op den drempel zag staan. „Dag, Kate," zei Helen en ze gaf haar zuster een kus op de wang. Minzaam reikte ze den advocaat de hand. „Ik ben toch niet te laat, wel?" „Nee, je bent niet te laat," antwoorde Prince. „Ik heb gelegenheid gehad even met je zuster te spreken. Lees dit eerst maar eens" hij gaf haar de brieven van* de Torringtons. Geduldig wachtte hij, totdat Helen van den inhoud had kennis genomen. Toen ze ermee klaar was, keek ze op. „Dat zijn prachtige brieven. Het moeten vriendelijke, eerlijke menschen zijn." „Ja ja, ze kunnen heel nuttig zijn," beaamde mr. Prince. „Mijnheer Prince," zei Helen, „wat moet ik nu doen? Ik stel me geheel te uwer beschikking." „Nee, Helen," wees Prince nadrukkelijk van de hand. „Hierin moet jëheelemaal zelf beslissen. Indien je meent, dat deze brieven een basis vormen om een beroep te doen op den gouverneur, dan kan ik wel zorgen voor een onderhoud." „Aangenomen, dat ik de juiste persoon daarvoor zou zijn," merkte Helen op. Prince glimlachte. „Jij bezit zekere min of meer onverklaarbare voordeelen, die zelfs een ervaren advocaat, zooals ik ben, ontbreken. Indien ik be scheidenheid toon, kan ik op geen resultaat rekenen, maar als-jij eenigszins bevend voor den grooten man verschijnt. „Wat zou ik tegen hem „Wel, je kunt zeggen, dat je je zelf min of meer verantwoordelijk acht voor de gebeurtenissen op dien avond - dat je je nu nóg het verwijt maakt niet bij hem te zijn gebleven, zoodra je merkte, dat hij niet meer in staat, was goed te sturen. Bovendien meen ik, dat je heel rustig natuurlijk niet zonder aan doening kunt zeggen, dat je je sinds eenigen tijd het lot van de getroffen familie hebt aangetrokken." Na een langdurige stilte vroeg Helen: „Als ik den gouverneur eens de waarheid vertelde?" „De waarheid? Maar je doet toch niets anders." „Ik bedoel, dat ik hem vertel, Ridley te willen bevrijden, aangezien ik zijn plaats behoor in te nemen?" „Helen, ik verbied je, zooiets te doen." „Zou dat niet de zekerste weg zijn om gratie voor hem te krijgen?" „Nee, het zou fataal zijn voor jullie beiden. De gouverneur zou je niet gelooven. Je weet niet half hoeveel hysterische menschen er worden gevonden, die in staat zijn een misdaad te bekennen, waaraan ze part noch deel hebben." Het amuseerde Kate, te kunnen vaststellen, dat Helen, voordat het gesprek werd beëindigd, haar woord van eer gaf, iets te zullen verbergen, dat ze, vol gens Kate's meening, nooit van plan was geweest te openbaren. Tegelijkertijd verbaasde het haar, dat Helen inderdaad van zins bleek te zijn om te gaan. Maar ze begreep bij nader inzien, dat Helen daarbij geen enkel risico liep en bovendien een buitengewoon succes zou boeken zij zou worden beschouwd als het voornaamste instrument in de bevrijding van Ridley. „Maar u vertelt Ridley toch wél, dat ik bereid was om te bekennen?" hoorde ze Helen vragen. „Ik zal hem zeggen, dat hij bij zijn kansen op vrijheid alles aan jou heeft te danken. Hij zal begrij pen, dat het geen gemakkelijke taak is, die je op je hebt genomen." Eindelijk herinnerde mr. Prince zich het derde, zwijgende lid van hun kleine gezelschap. „Er is geen reden dat we u hier nog ophouden, juffrouw Lattimer. Uw zuster en ik bespreken de bijzonderheden wel." Kate stond op en één ondeelbaar oogenblik zagen de zusters elkaar in de oogen. Terwijl de advocaat haar vergezelde naar de deur, zei Kate nog„Zult u er aan denken, mijnheer Prince, dat u mij van het resultaat, dat het onderhoud mocht hebben, op de hoogte stelt?" „Natuurlijk. Uw zuster zal u berichten." Haar zuster dus nu zou ze door Helen het een en ander over Ridley vernemen! Jaloezie kan iemand soms tot dwaasheden verleiden. Kate was woedend het kantoor uitgerend en eerst op weg naar huis drong het tot haar door, dat ze nu beroofd was van stags ieder middel, waardoor ze op de hoogte zou blijven. Zij en Helen con-espondeerden nooit en hoewel Helen regelmatig aan haar moeder schreef, zou ze het wel uit haar hoofd laten iets mede te deelen over een aangelegenheid, waarvan ze wist, dat haar moeder er haar strengste afkeurmg over zou uitspreken. Dagen gingen voorbij en Kate wist nog steeds niet of Helen naar den gouverneur was geweest. Na weken wist ze nog niets en ze begon te vermoe den, dat er op een of andere wijze van het gratiever zoek niets was terecht gekomen. De mooie dagen van het voorjaar veroorzaakten, dat Helen, nü in gezelschap van Freddie, een week kwam logeeren. Mevrouw Lattimer ging ze van den middagtrein halen. Ze was pijnlijk verrast, toen Kate niet de minste neiging toonde om haar te vergezellen. Dien middag moest Kate erkennen, dat Helen er buitengewoon slag van had om haar- moeder in te palmen. Kate zat er zwijgend bij en wachtte, popelend van ongeduld, op het oogenblik, dat ze met haar zuster alleen zou zijn. En dit oogenblik kwam eerder dan ze had durven hopen. Helen werd midden in een verhaal gestoord door de binnenkomst van de huishoudster, die mededeelde, dat mijnheer Harridge mevrouw Lattimer aan de telefoon wenschte. Zoodra de deur achter haar moeder was gesloten, vroeg Kate: „Zeg, Helen, ben je al naar den gouver neur geweest?" „En of! Het was een geweldig succes. Heeft mr. Prince het je niet medegedeeld? Enfin, dat was ook onmogelijk, want alle details waren hem niet bekend. Terwijl ik in den trein zat, kreeg ik een inval, een inval, waarbij jij betrokken was, Kate. Ik broedde het volgende verhaal uit: Jij en Ridley waren ver loofd, maar moeder had er zich tegen verklaard. Daarom ging ik dien avond met hem uit om hem te vertellen, dat de verloving moest worden verbroken. Begrijp je me? En onder den indruk van dit „vreese- lijke" nieuws dronk hij t^ veel. Dat vertelde ik den gouverneur en ik voegde er aan toe, dat 't heel jammer was, omdat mijnheer Crane zich den laatsten tijd juist zoo voorbeeldig gedroeg. De gouverneur luisterde met volle aandacht en troostte mij, toen ik nog zei, dat er misschien niets zou zijn gebeurd, indien ik op den bewusten avond het slechte nieuws wat voorzichtiger had verteld. Ik beschreef hem de verandering, die jij had ondergaan, Kate - hoe je, sinds hij in de ge vangenis zat, je als het ware uit de wereld had terug getrokken. Bovendien stortte ik een paar tranen. Daarna vroeg hij mij of jij, indien Ridley in vrijheid zou worden gesteld, weer je beschermende handen naar hem zou willen uitstrekken en ik antwoordde bevestigend. Dat is toch zoo, nietwaar?" „Jij kunt nu eenmaal niet eerlijk blijven in je daden en in je woorden," begon Kate, maar toen ze hoorde, dat haar moeder afbelde, liet ze het plan om tot verwijten over te gaan snel varen, met het doel -de waarheid te vernemen. „Is de gratie toege- op, „Ja natuurlijk." „Wanneer?" Helen trok even de wenkbrauwen alsof ze nadacht over het antwoord. „Helen, je móét het mij vertellen." Nog aarzelde haar zuster, maar juist toen haar moeder binnenkwam, besloot ze te antwoorden. „Ongeveer tegen den eersten van de volgende maand." Binnen tien dagen! Kate bezat niet vol doende zelfbeheersching om in de kamer te blijven, terwijl haar moeder uitlegde, dat de Harridg'es hen dien avond voor het diner hadden uitgenoodigd. Ze ijlde naar boven om alleen te zijn en na te denken over het feit, dat Ridley binnen tien dagen zou vrij komen vrij om te ga»n* waarheen hij wilde. Allereerst dacht ze aan hem, maar daarna begon ze zich af te vragen hoe ze den juisten dag en het juisfe uur zou kunnen vernemen. Ze hadden er dikwijls over- gesproken. Eens had ze hem gezegd,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 22