1 s! I toen zij aarzelend liet nog zoo ver verwijderde oogenblik van zijn vrijheid aanroerde, dat ze buiten het hek in haar kleinen auto op hem zou wachten. En hij had hierop geantwoord, dat tegen dien tijd haar wagen waarschijnlijk weinig «meer zou zijn dan een hoop oud roest en zij zelf gelukkig getrouwd zou wezen met een welgesteld zakenman, die haar onge twijfeld. niet zou toestaan een ontslagen gevangene op te wachten. Maar hij had haar niet verboden te komen integendeel, .ze wist, dat hij er op rekende. Dat oogenblik zou voor hóór zijn. Daarna kon Helen zich van hem meester maken en al haar invloed op hem uitoefenen. Zij, Kate, zou dan een prettige herinnering behouden aan dat moment dat ze de eenige was geweest, die hem had opgewacht en had geholpen door het beklemmende uur van de in- J vrijheidstelling, dat voor eiken gevangene meestal het moeilijkste uur van zijn leven is. Dien nacht sliep ze slecht gevoelens van vreugde en verdriet bestormden haar ze bleef zelfs zóó lang wakker liggen, dat ze den ochtend zag aanbreken. Toen overmande haar de slaap en eerst tegen negen uur werd ze wakker. Het huis leek verlaten. Kate glimlachte spottend. Indien Helen zich van haar beste zijde wilde toonen, dan stond ze vroeg op om haar moeder naar de markt te verge zellen. Het deerde Kate niet, dat ze alleen aan de ontbijttafel zat de stilte deed haar goed. Het ochtendblad lag voor haar en haar blik vloog over de koppen oorlog, stakingen, politiek totdat een Inaam trok haar aandacht zijn naam Ridley Crane. Men had hem gratie verleend en om tien uur dezen morgen zou hij in vrijheid worden gesteld. Ze sprong op tien uur het was bijna zoo laat. Ze wendde zich tot de huishoudster, Jane, die juist wilde komen afruimen. „Waar is mama, Jane?" „Naar het dorp, juffrouw Kate. Het is vanmorgen de jaarlijksche vergadering van de liefdadigheidsbibliotheek." „En mijn zuster?" Jane trok even de wenkbrauwen op. Helen was nu niet direct haar favoriet. „Ik weet niet waar ze heen is. Om zeven uur kwam ze beneden voor een kop thee en toen is ze hals-over-kop vertrokken." „Ze is toch niet met mijn auto gegaan, Jane?" Het klonk als een kreet van vertwijfeling. Jane wist het niet en Kate holde naar het gedeelte van den stal, dat als garage Iwas ingericht» De kleine auto stond er niet Kate sloop radeloos naar haar kamer. Gelukkig had ze het huis voor zichzelf en kon ze haar aandoeningen den vrijen loop laten. Dit was het ergste, wat haar in de afgeloopen maanden was overkomen. Helen had het waardevolste oogenblik van haar leven gestolen door een lagen, gemeenen streek. Toen Helen dien morgen in snelle vaart de richting insloeg van de gevangenis, was haar geweten toch niet- heelemaal gerust. Ze begreep, dat de streek, dien ze nu uit haalde, eigenlijk alles te boven ging. Lang liet ze haar geweten echter niet spreken het was de eenige manier om de gevangenis te bereiken en alleen met Ridley te zijn. Van mr. Prince had ze reeds eenige dagen tevoren het uur vernomen, waarop Ridley in vrijheid zou worden gesteld. Ze zorgde er voor zoo vroeg mogelijk te zyn, te meer omdat ze er prijs op stelde reeds te zijn vertrokken, vóórdat haar moeder en Kate beneden kwamen. Wachten was anders een nieuwe gewaarwording voor Helen. Tot dusverre hadden de menschen altijd op haar moeten wachten, doch ze meende in dit geval een „offer" te kunnen brengen. Ze parkeerde den auto en staarde naar de hooge, dreigende muren. Een autobus stopte. Een oude man stapte uit en met langzamen tred liep hij naar de hermetisch gesloten poort. Ook hij wachtte. Eenige minuten later hoorde ze het geluid Manilla, haven van ijzeren staven, die werden verwijderd, en na weinige seconden zwaaiden de zware deuren open. Twee mannen stapten naar buiten Ridley en een ander. Helen keek naar hem. Ja, hij was iets veranderd magerder geworden, maar voor het overige was hij nog even knap als maanden geleden. Hij keek niet in haar richting, hoewel hij den auto toch onmiddellijk had moeten zien. Hij groette den zwartharigen jongen man, die gelijktijdig met hem was vrij gelaten. Toen kwam Ridley op haar toe. „Helen!" riep hij uit. „Verwachtte je mij niet?" „Ik verwachtte Kate. Is-er iets met haar?" „Nee hoor. Ze slaapt nog als een roos. Ben je teleurgesteld?" Ze opende het portier en hij stapte in. Onmiddellijk bracht ze den wagen in beweging snel verwijderden zij zich van de dreigende, bijna overweldigende steenmassaZe voelde, dat hij haar aankeek. „Wat ben je toch mooi!" merkte hij op. „Ik kon me je bijna niet meer voor den geest halen." Nadat ze een kwartier lang den grooten hoofdweg hadden gevolgd, sloeg Helen ineeifs links af en reed ze den wagen op een kleinen, ongelijken weg, die zich door een bosch slingerde. Hier bracht ze den auto tot stilstand. „Ik moet je iets uitleggen," verklaarde zij. „Ik hoop, dat je mij begrijpt. Dien nacht ben ik weggeloopen misschien had een man dat niet gedaan, maar een vrouw is nu eenmaal zwakker van geest kracht. En later viel het zoo gemakkelijk om niets te zeggen en ik moest denken aan mijn moeder, Ridley. Het zou haar dood hebben beteekend. Ik verontschuldig mijzelf niet alles wat ik deed, moet worden ver oordeeld alleen hoop ik, dat jij dit niet doet." „Maar, Helen, daar is ook geen sprake van." Vriendelijk zag ze hem aan. „Is het werkelijk?" „Ja. Ik ben je eerder dankbaar. Je hebt me veel nieuwe moeilijkheden bespaard, omdat er eigenlijk gezegd geen andere op lossing bestond. Ik had jou eenvoudig niet de gevangenis in kunnen laten gaan voor iets, dat feitelijk door mijn schuld werd ver oorzaakt." „Een andere man zou het anders zien, Ridley." „Maar ik verzeker je, dat geen enkele man een knap meisje zooals jij in de gevangenis zou laten zitten." Ze kon het niet hebben, dat hij zoo luchtig over het onderwerp heen zou stappen. „Geloof je, dat ik heb geleden om hetgeen ik deed?" „Daar ben ik van overtuigd meer dan ik waarschijnlijk." „Dat natuurlijk niet. Ik weet, wat jij hebt doorstaan en heel mijn leven...." Hij viel haar in de rede. „Laten we er geen levenskwestie van maken," glim lachte hij, niet al te ernstig. „Om heel eerlijk te zijn, Helen, ik heb mijn lot kunnen dragen. De eerste weken vielen het zwaarste. Ik deed mezelf de hevigste ver wijten, dat mijn dronkenschap aanleiding had gegeven tot den dood van een huis vader. Totdat ik verder redeneerde en zei: Jij bent nu eenmaal zoo'n mensch - waar schijnlijk ligt er nog een heel leven voor je, zelf8 al zal je de tien jaar uit moeten zitten. Verander stel je op een hooger plan! En toen ging het gemakkelijker. In deze maan den heb ik meer geleerd dan in al de jaren van mijn leven. Het resultaat is, dat ik nu gezonder en zuiverder tegenover het leven sta. Ik weet, dat ik onder elke omstan digheid mijn verstand moet gebruiken Enfin en nu stappen we van mijn per soontje af. Hoe maak jij het? Hoe gaat het met Freddie?" „Freddie!" antwoordde zjj. „Ik dacht wel, dat Freddie's naam zou worden genoemd. Ridley, het is volkomen verkeerd van me Slot op blz. 26 Deftige dame van de belangrijkste stad der Philippijnen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 23