Ken der charmante finales.
Hoe gierden wij het uit, als hij, wijzende op hét cos-
tuum van zijn medespeler, serieus opmerkte: „Het
is toch een aardig streepje, dat ruitje!" Of als hij, die
zichzelf zoo'n leelijk bakkes had gegeven, smalend
zei van zijn vriend, hoe enorm leelijk die wel was!
We herinneren ons al die aardigheden en we zijn al
tijd weer benieuwd wat deze eenige Nederlandsche
komiek uitgedacht zal hebben, geestigheden, waar
mee hij de lachsalvo's van het publiek zeker weer
opwekt.
In het nieuwe Bouwmeester-Schouwspel bloeien
de planten van humor en schoonheid kostelijk op.
Buziau, Kaart, Bood, Aaf Bouber en vele anderen
doen ons weerom lachen, dat het een lust is, maar
ook zijn er momenten van ernst, die leerzaam en
opvoedend genoemd mogen worden.
Noemen we van de vroolijke scènes: „Op weg naar
Haarlem", waarin we Buus en Kaart te zien krijgen
als automobilisten met hun wagen van 't jaar nul.
Voorts de vroolijke scène van den kaashandelaar
en zijn slimmen bediende. Joh. Kaart is
hier prachtig als kaashandelaar Bolle,
terwijl Buus op zeer komische wijze de
rol van den nieuwen bediende vervult.
In het nummer: „Een muziekavondje
bij de Van Hufterens" komt Buus zeer
verdienstelijk uit als dienstbode, die ook
cello speelt. Als nachtwaker is hij zelfs
de dames in kleurig, ouder -
wetsch costuum, in den
draaimolen. Als eindelijk de
gouden koets op 't tooneel
verschijnt, hoort men het
bewonderend gemompel van
het publiek.
Met lof vermelden wij 't
nummer :„Een exotisch bal
let", waarin zwevende vogels
voorkomen en dat zeer
fantastisch is van lichtef
fect. Ook de overige balletten dienen geroemd
De muziek oversproeit al dien oogenlust met
haar sprankelende melodieën, zoodat het in
den schouwburg wordt 'n groot cn blij
dat ons hart met vreugd vervult en ons moed
geeft voor den dagelijkschen strijd, die
noodwendig door wat blijheid en schoon
heid dient te worden afgewisseld. H.
Op de ccretribune. V .1.
n.r. Nabarro, Bouw
meester jr., Aafje Bou
ber, Busiau (als baron
Buus van Gijn), H.
Bood, Marie Bouwens.
Joh. Valk en Joh.
Kaart. Op den achter
grond het afgebrande
paleis v. Volksvlijt.
Rechtstwee oud
gedienden van 't
Indische leger op
het kroningsfeest.
De tafereelen zijn voorts weer schitte
rend te aanschouwen. Welk een moeite
en voorbereiding zullen zij gekost hebben
Nog zien wjj ze in onze herinnering,
"'lij bloeien op als sproken van licht
Kaashandelaar Bolle en z'nnieuwe bediende.
Rechts: Na het feest, op weg naar Haar
lem. Buus en Kaart in 'n dolle auto-scène
en kleur, van weelde en sier. Daar zijn om
te beginnen de schouwspelen van het
kroningsfeest onzer beminde Koningin
in 1898.
Het eerste tafereel blinkt uit door
frischheid en feestelijke stemming, met