Een oud manteltje, dat bijna versleten is, een paar goedkoope velletjes van een uitverkoop en we kunnen wonderen ver richten! Het mantelpakje van het eerste plaatje was uitgevoerd in paars met grijs Indisch lam. De combinatie van groen met een of ander bruin bont zal het echter even goed doen. oor de japon kan slechts een zeer soepel kortharig bont verwerkt worden. Ideaal zou zijn het lichtgegolfde breitschwanz. Zoo'n zacht soepel kalfshuidje zal echter ook goede diensten bewijzen. Ons tweede plaatje brengt een mantelpakje van wollen stof, dat al dienen kan zoodra hét Februari-zonnetje ons gaat koesteren. Cape, die half van bont, half van stof is en bijpassende réticule, die ook uit tweeërlei materiaal bestaat. En zijn er nog een paar lapjes over, dan kunnen die uitstekend verwerkt worden tot een Russisch mutsje. Ten slotte kleinere resten! Een fluweelen ruche langs een drie kant stukje bont en we hebben een aardige hoofdbedekking bij ons avondtoilet of een aparte garneering voor een eenvoudig wollen japonnetje. Ten slotte een set van tasch en hand- schoenen, die we zelf maken door zoowel de handschoe- r l nen als het taschje te voor- f zien van een driekantig stuk jf 1» bont. En zoo zijn er nog h een massa andere manieren y -j om onvoordeelige stukjes - 'I bont productief te maken. r

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 38