GEBREIDE JAPON VOORPAND RUGPAND MOUW 36 JBOVENWUDTE 90 cm. de naald telkens 3 steken af, zoodat voor ieder armsgat in het geheel 15 steken worden afgekant. Voor den hak kanten we bij de 433e naald de 'mt trrafh w T middelste 17 steken af en breien dan de beide schou- Inderdaad is het japonnetje van onze foto een overtuigend bewijs van het bekende spreekwoord „Eenvoud is het kenmerk van het ware." Iedere breister zal dan ook met genoegen naar deze afbeelding kijken en.-... naar de naalden grepen. Proejlapje: 30 steken en 40 naalden zijn 10 cm. Benoodigdheden voor deze ja/pon zijn: 700 gr. zeer. fijne boucléwol, 2 breinaalden nr. 2 y2, 4 kleine knoopjes en bovendien zouden we degenen die niet zoo erg hfl.ndig zijn met borduren willen adviseeren de geborduurde ceintuur en het pasje voor den hals kant en klaar te koopen. We zetten voor het voorpand 213 steken op en breien hierboven in patroon als volgt: le naald: (goede kant van het werk) 3 av., 1 r. We herhalen dit afwisselend nu nog 25 maal (in het geheel hebben we dan 104 steken gebreid). Daarna breien we de middelste 5 steken averecht en breien dan de andere helft van de naald in omgekeerde volg orde, dus 26 maal afwisselend 1 r., 3 av. 2e naald: (verkeerde kant van het werk) recht boven recht, terwijl de averechte steken worden afgehaald waarbij we den werkdraad voor den afgehaalden steek 1 r., 3 av. breien. Den middelsten steek breien we recht, vervolgens 26 maal afwisselend 3 av., Ir., waarna de naald eindigt met 2 av. - 14e naald: Als de 2e naald. 15e naald: Als de 3e naald (op het verspringen letten). 16e naald: als de 4e naald. - Deze 16 naalden herhalen we nu voortdurend. Yanaf de 81e tot en met de 201e naald minderen we aan het begin en einde van iedere 5e naald 1 steek, vanaf de 204e toiren met de 264e naald min deren we aan het begin en einde van iedere 3e naald 1 steek. Boven het verkregen aantal steken breien we nu verder tot en met de 304e naald. A an het begin en einde van de 305e, 313e, 321e, 329e, 337e, 345e, 353e naald meerderen we 1 steek en breien boven dit aantal verder tot en met de 368e naald. Yoor de armsgaten kanten we te beginnen bij de 369e tot en met de 378e naald aan het begin van 3e naald: als de eerste naald doch de steken die we bp de vorige naald heb ben afgehaald worden nu eveneens afgehaald, waarbp de werkdraad achter den af gehaalden steek wordt gelegd. 4e naald: als de tweede naald doch ook hier worden weer dezelfde steken afge haald, waarbij de werkdraad voor den afgehaalden steek wordt gelegd. 5e naald: Het patroontje verspringt nu 1 steek naar binnen zoodat we het vol gende krijgen: 1 r., daarna nog 26 maal afwisselend 3 av. 1 r., de middelste 3 steken breien we averecht, waarna weer in omgekeerde volgorde afwisselend 1 r., 3 av. volgen. De naald eindigt met 1 r. 6e naald: als de tweede naald. 7e naald: deze naald breien we als de 3e naald, doch we letten er op dat het ver springen van het patroontje dat in den öen toer heeft plaats gehad gewoon door- 8e naald: als de 4e naald. 9e naald: Het patroon ver springt hier weer. We breien dus 1 av., 1 r., waarna we 26 maal afwisselend 3 av., 1 r. breien. Den middelsten steek breien we averecht, dan weer 26 maal afwisselend 1 r., 3 av., waarna de naald eindigt met 1 r., 1 av. 10e naald: als de 2e naald. Ile naald: als de 3e naald maar ook hier letten we er op dat het patroontje in den 9en toer weer versprongen is. 12e naald: als de 4e naald. 13e naald: het patroon verspringt hier weer. We breien nu dus 2 av., daarna Vanaf de 434e tot en met de 442e naald kanteD we aan den kant van den hals telkens 1 steek af Yoor den schouder kanten we bij de 449e, 451e 453e, 455e en 457e naald aan den kant van het arms gat telkens 7 steken af. De linkerschouder wordt oi dezelfde maar tegengestelde wijze gebreid. De rug wordt tot en met de 416e naald op dezelfde manier gebreid als het voorpand, waarna we het werk in de helft deelen. De rechterhelft wordt boven 55 steken gebreid. Bij de 424e, 434e, 444e, 454e naald breien we aan den kant van den hals eenlmoopsgat in. Dit knoops gat breien we op een afstand van 4 steken vanaf den rand van het splitje en elk knoopsgat is twee steken breed. Deze twee steken worden afgekant en bij de volgende naald weer erbij opgezet. Voorden schouder kanten we aan den kant van het armsgat bij de 449e, 451e, 453e, 455e en 457e naald telkens 7 steken af. Bij de 458e naald kanten we de overgebleven steken in een keer af. Bij de linkerhelft zetten we aan den kant van het split 5 steken erbij op, zoodat er een ondertreetje voor het split ontstaat. Yoor het ove rige breien we deze helft precies hetzelfde als de andere helft doch tegengesteld af. We zetten voor de mouw 53 steken op en breien hier boven in hetzelfde patroontje verder als bij de panden tot en met de 40e naald. Bij de 41e en iedere Volgende 7e naald meerderen we aan het begin en einde van de naald 1 steek. Hiermee gaan we verder tot en met de 188e naald. Boven het verkregen aantal steken breien we dan verder tot en met de 194e naald. Yoor den kop van de mouw kanten we aan het begin van de 195e, 196e, 197e en 198e naald telkens 2 steken af en aan het begin van iedere volgende naald telkens 1 steek tot we in het geheel 250 naalden ge breid hebben. De overblij vende steken kanten we in een keer af. De verschillende deelen worden onder een vochtigen doek gestreken en daarna in elkaar genaaid. Yoor degenen die zelf het jurkje willen borduren zijn hierbij enkele bloempjes geteekend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 36