MARIA CHRISTINA
Het beste
voor uw
gasten.'
GRAPEFRUIT
si
SINAASAPPELEN
12
«foot* Erik Havbanl
De passagiers
werden ongerust!
EN
Altijd saprijker
Het ligt binnen Uw bereik, het
geluk voor Ute winnen dooreen
verzorgd, jeugdig frisch uiterlijk.
Gebruik Khasana Rouge en
Lippenstift, die Uw gelaat en lip
pen steeds jeugdige frischheid
schenken. - Beide zijn tegen weer
en water bestand en kissproof.
Voor een discrete teint: Superb,
voor-een levendige kleur: corail
ofcarmin, voor een zongebruind
uiterlijkKhasana-Soleil.
Fl. 1.-, -.35
Fl. 1.25.-.75,-.35
GeneroalvertegenwoordigingJ. WINKEL JZN.
Den Haag, Merwedestraat 47
is Jaffa grapefruit, rijk
aan vitaminen en heer
lijk van smaak. Een
sieraad voor iedere tafel!
PALESTIJNSCM PRODUCT
Het kleinste kind in Varga kende
de „Maria Christina". Varga is
een nijver stadje aan de Noorsche
kust, hoog en eenzaam gelegen tegen de
Sundf jord. Het stadje is oud en de men
schen zijn er sterk en zwijgzaam. Een
zaam en ietwat gebogen gaan zy hun
eigen weg, zich schrap zettend tegen de
ruwe noordenwinden, die winter en
zomer de rotsige kust teisteren.
De „Maria Christina" was een bark,
bemand met acht koppen een sterk
schip, dat de zwaarste stormen durfde
trotseeren. Zij was gedoopt naar haar
eigenares, Maria Christina Christiansen,
die het hoogst gelegen huis bewoonde
van de stad. Als een vreemdeling in
Varga iemand zou hebben gevraagd naar
mevrouw de weduwe Christiansen, dan
zou hij waarschijnlijk een onwetend
hoofdschudden ten antwoord hebben
gekregen. En pas na langdurig nadenken
zou de aangesprokene hem terecht heb
ben kunnen brengen, want de naam
Christiansen komt in Varga even veel
vuldig voor, als er meeuwen zich nes
telen in de Sundfjord.
„Mevrouw de weduwe Christiansen
Ah juist, dat is de weduwe van wijlen
kapitein Droog. Ja, als u me nu terstond
naar Maria Christina had gevraagd Zij
woont daar in dat hooge huis een
heele klim, als je er moet zijn
Kapitein Droogdat was de bijnaam
van den kapitein van de „Maria Christi
na" tijdens diens leven. Dien zonderlin
gen bijnaam dankte hij aan zijn ont
houding van sterken drank een niet
alledaagsch verschijnsel in het zeemans
leven.
I Toen de Noorsche kustvaarders alge
meen het wisselyallige zeil in den steek
lieten voor den stoom, was hij de eenige,
die 't zeil trouw bleef. De stoommachine
was duivelsmakelij volgens zijn over
tuiging. Een andere eigenaardigheid van
hem was, dat hij halsstarrig weigerde
zijn „Maria Christina" te laten Ver
zekeren; Het waren echter geen zuinig
heidsoverwegingen, die hem hadden
doen besluiten alle risico van weer en
wind zelf te dragen het was meer een
bijgeloovige angst, dat hij den ondergang
over de „Maria Christina" zou afroepen,
als hij zich tegen de financieele gevolgen
van een schipbreuk verzekerde.
Verlichte menschen lachten om dien
angst en voorspelden hem, dat zijn
halsstarrigheid en bijgeloof hem nog
eens noodlottig zouden worden. Maar
die sombere profeten kregen ongelijk,
want de „Maria Christina" tartte dertig
jaren de zwaarste stormen, zonder ooit
noemenswaardige averij op te loopen.
Toen "liet hij een nieuwe „Maria
Christina" bouwen, nog grooter dan de
eerste en sterk en hecht doortimmerd.
Drie maanden na den stapelloop stierf
kapitein Droog. Hij was niet ouder ge
worden dan zestig jaar en het laat zich
verstaan, dat de bemanning van de
„Maria Christina" uit dien vroegen dood
hoofdschuddend concludeerde, dat een
oorlam op zijn tijd toch nog zoo. kwaad
niet was.
Toen kapitein Christiansen gestorven
was, bleef Maria Christina eenzaam
achter in haar groote huis aan de
fjord. Ofschoon het verlies haar diep
smartte, kon zij het in haar dage-
lijksch leven nauwelijks als zoodanig
bespeuren. In de veertig jaren van
haar huwelijk was zij aan het een
zame leven van zeemansvrouwen ge
wend geraakt. Slechts eenmaal in de
drie maanden verbleef kapitein Droog
hoogstens zes dagen thuis en daarvan
besteedde hij er nog vijf, om zyn schip
op te knappen en de tuigage na te zien.
Ofschoon eenzaam, bleef Maria Chris
tina nochtans niet zonder zorgen
achter. Er moest een nieuwe kapitein
voor de „Maria Christina" gevonden
worden en na rijp beraad viel haar keus
op Jarvik Jorgenson, den stuurman van
de bark. Jarvik Jorgenson was toen
dertig jaar oud, een onverschrokken
zeeman en een liefhebber van een oor
lam.
Toen Maria Christina hem haar be
sluit meedeelde hem tot schipper van
de bark aan te stellen, knikte hij slechts;
hij had dit voorstel verwacht.
„Je bent met alle zaken van mijn man
op de hoogte en ik hoef je dus niets te
zeggen," zei Maria Christina. „Alles
wat de papieren en de rekeningen
aangaat, kun je aan mij- overlaten.
Daar heb ik veertig jaar voor gezorgd
en alles blyft by het oude. Alleen zal
ik je gage verhoogen met zestig kronen."
Jarvik Jorgenson knikte dat' het in
orde was.
„Het is nu Maandag en Vrijdag kim
je uitvaren," ging zij voort. „Als het
zoover is, kom je de papieren maar
halen."
De nieuwe kapitein van de „Maria
Christina" kon gaan, maar hij bleef
aarzelend staan.
„Welf" vroeg Maria Christina, haar
oogen opheffend uit de rekeningen, die
voor haar op tafel lagen.
„Een woordje alsjeblieft," zei Jarvik
Jorgenson. „Vindt u het niet gewaagd
met een onverzekerde schuit te varen?
Kapitein Droog...., hm, kapitein
Christiansen had eigenaardige ideeën
in dit opzicht, maar...."
„Kapitein Christiansen liad heel goede
ideeën," onderbrak Maria Christina hem
waardig. „Hij heeft nog nooit averij
gehad en ik zou je de namen van min
stens twintig schepen uit Varga kunnen
opnoemen, die zoogenaamd verzekerd
waren en verloren zyn gegaan. Alles bljjft
bij het oude, heb ik gezegd, en daar
heb ik niets meer aan toe te voegen."
Jarvik Jorgenson trok een gezicht,
alsof hij op zijn teenen was getrapt,
maar hij durfde er geen woord meer
tegen in te brengen.
Zoo bleef alles bij het oude. De „Maria
Christina" voer uit, zwierf van haven
tot haven, om vracht te laden en te
lossen en keerde eens in de-drie maanden
in Varga terug.
Zoo ging het twee jaar lang. Maria
Christina was nu reeds vijfenzestig,
heelemaal vergrijsd en een beetje rheu-
matiekig. De meeste uren van haar leven
bracht zij door voor de vensters, die
uitzicht gaven op de fjord en het scheen
of een voorgevoel haar waarschuwde,
als de „Maria Christina" in aantocht
was. Zelfs 's nachts was zij vaak getuige
van het binnenloopen van de bark en
zelfs by het woeden van de ergste
stormen koesterde zij niet de minste
vrees voor het lot van het schip.
Het was in het derde jaar van zijn
kapiteinschap, dat Jarvik Jorgenson
met een voorstel kwam, waarmee hij
reeds geruimen tijd rondliep.
„Maria Christina, ik heb u wat te
zeggen," begon hij onzeker.
„En dat is, Jarvik Jorgenson?"
vroeg de oude vrouw rustig.
„Kijk eens, ik heb me er al langen
tyd over verwonderd, waarom u zich
op uw ouden dag zooveel zorgen op den
hals-blijft halen. Hoeveel gemakkelijker
en rustiger zou uw leven niet zijn, als
u van alle zakelijke beslommeringen
af was.
De tram is stampvolwant er
'striemt een lcoude regen over de
straten.
Ben heerdie zoo juist voor een
dame is opgestaan, hoest aan
houdend. -
„Die man steekt de heele tram
aan", meent Mevr. Snip.
„Dat moeten we voorkomen
zegt Mevr. Goedhart. Wybert-
tabletten helpen tegen hoest en
voorkomen besmetting."
Alleen in origtneele blauwe
doozen d 25, 35 en 60 cent.