Vinolia® Creams Uw kostbaar Kunstgebit m r m heeft STERADENT noodig voor het dagelijksch onderhoud! j De waarde van een goed verzorgd gelaat 23 „Er is niets aan te doen. we zullen het op moeten geven," zuchtte Peter ten slotte. „Het dier is koppig als een ezel en hard als een pleistersteen! Als wij water in de huurt kunnen vinden, zullen wij hier vannacht maar hlijven." Hij steeg af en nam het paard aan den halster. Zoo leidde hij het naar een hoomlooze plaats, waarlangs een vroolijk kabbelend beekje dartelde. Het was een eenzaam plekje, geheimzinnig en stil. „Net als in een sprookje," vond Ilse. De zon neigde naar den ondergang en het avondrood deed de toppen der dennen gloeien, alsof zij in brand ston den. Gezellig kolkte het beekje en vef- vulde de avondstilte met sprookjes achtige stemmen. Peter spande Bubi uit en liet hem drinken. Toen bond hij hem den haver zak voor en de uitgediende vierbeenige veteraan verlustigde zich zoo in zijn overvloed, dat hij vroolijk begon te hinniken. „Hij heeft er plezier in," lachte Ilse. „Nu, ik heb ook honger zullen wij ook maar beginnen?" Zij namen plaats op den bok en pakten hun proviand uit. Peter had slechts droog brood, maar het smaakte hem heerlijk, want de rit had hem hongerig gemaakt. Droog brood was trouwens in het jaar 1918 voor alle kin deren een tractatie, want er was zelden een uur, dat zij geen honger hadden. Ilse's moeder had brood met boter ingepakt, al was het nauwelijks te bespeuren, dat het grauwe brood be smeerd was. Eerlijk wilde zij haar weelde met Peter deelen, maar deze weigerde beslist iets van haar aan te nemen. ,,'t Is erg aardig van je, Ilse," zei hij, ijverig kauwend, „maar droog brood smaakt mij even goed." „Als wij bij tante zijn, zullen wij het er eens van nemen," beloofde Ilse zich zelf en haar vriendje. „Ham en eigen gemaakte worst ik ben er werkelijk den smaak van vergeten. De vurige gloed van het avondrood speelde nog altijd tussehen de spitse toppen der denneboomen. „We houden mooi weer, Ilse," verzekerde Peter met kennis van zaken. „Gelukkig maar," antwoordde het meisje. „Het is allesbehalve prettig, als het regent, en je hebt geen dak boven je hoofd. „Vind je dat zoo erg?" Peter maakte een onverschillig gebaar. „Onze Karei heeft bij Ieperen wel veertien dagen lang in de modder en in den regen gestaan. Denk daar eens aan: veertien dagen achtereen. En dan werden ze ook nog door de Engelsche kanonnen beschoten." „Ja. maar Karei zei Ilse bewon derend. Allengs had de schemering tussehen de dennen zich verdicht tot een ondoor grondelijk duister, dat ook hen ten slotte omving. Zij gaven het paard nog wat hooi en bonden het vast aan een boomstam. Peter maakte in den landa uer een slaapplaats voor het meisje gereed, terwijl hij zelf op den grond zou gaan liggen. In zijn romantische ver beelding zag hij zich als een schildwacht, die erop bedacht moest zijn bij een on- verwachten aanval onmiddellijk ver dedigend op te kunnen treden. Hse had zich tot nu toe 'goed ge houden, maar langzamerhand bekroop haar een lichte vrees. Het was zoo beangstigend stil en zoo onbehaaglijk duister tussehen de dennen. Alleen het beekje zong zijn klaterenden zang, die nu en dan doorsneden werd door een huiveringwekkend „Huliuuuu" van een op buit belusten uil. „Peter," fluisterde zij angstig, terwijl zij zich in den wagen in een paarde- deken hulde, „als er nu eens iemand komt?" „Ben je bang!" vroeg Peter uit de diepte. „Ja, een beetje wel," 'bekende het meisje huiverend. „Jij niet?" Peter lachte. „Onze Karei zou mij een pak slaag geven, als ik hier ban a was. Hoe zou ik dan in een loopgraat kunnen wennen? Neen, bang ben ik gelukkig niet. Ga maar rustig slapen. Ilse. Ais er werkelijk iemand komt. bah. dan speel ik het best met hein klaar. Ik ben toch geen papkiudje meer In weerwil van die bemoedigende en geruststellende woorden duurde het nog lang voor Hse in slaap kon komen. Die harde wagenvloer was nu eenmaal geen bed en het boseh geen kamer. Behalve haar angst kwelde haar ook haar ge weten. Zij dacht aan haar moeder en aan Peter's vader, die niet het minste vermoeden hadden van dit avontuur. Pas een uur later viel Ilse eindelijk in slaap. Peter had zich op een boomstronk neergezet en luisterde naar de nachte lijke geluiden en de diepe ademhaling van het meisje. De maansikkel verhief zich boven den diepzwarten rand van het bosch en vulde de kleine open plek met een zacht, zilverig schijnsel. Terwijl hij daar peinzend neerzat, dacht hij aan zijn vader. Ongetwijfeld zou deze zich zorgen maken over zijn afwezigheid. Hij voelde berouw in zich opkomen, maar krachtig onderdrukte hij dit gevoel. Vader moest weten, dat hij geen jongen was, zooals de meeste anderen van zijn leeftijd, maar reeds een man. En zooveel vertrouwen moest hij m hem hebben, dat hij hem zoiul\i vrees kon zien vertrekken. Wat betee- kende zoo'n vacantie-uitstapje eigen lijk? Het was'n onschuldig avontuurtje en hij ondernam het met een goed doel alleen om Ernst vaarwel te zeggen, voor hij naar de loopgraven in Frankrijk vertrok. Met die overwegingen stelde Peter zijn geweten gerust. Boven hem, aan het wijde uitspansel, flonkerden de sterren. Nu en dan klonk er een licht gekraak in het onderhout, of de lichte stap van een hert. Maar angst bleef I hem vreemd. Hij had het woud met zijn nachtelijke geheimzinnigheid even lief als op den dag, wanneer het door zeefd werd van gouden zonnesprankels. De bosschen waren zijn natuurlijk element en hij hield van alles wat er in leefde van de boomen, de planten, de bloemen en de dieren. Soms had hij het gevoel dat hij er eigenlijk heelemaal in thuis hoorde evenals de herten, de hazen en de vogels. En het geheim zinnig zwijgen van het bosch wekte in zijn jongensziel een diepen eerbied op voor den Schepper, Die dit alles zoo wonderbaar gewrocht had. De nacht verstreek. Ergens in de diepte van liet dal sloeg een torenklok twaalf uur. Ilse sliep thans diep en vast in den wagen. Het beekje kabbelde Toen dwaalde Peter's blik naar den wagen. Hij dacht aan Ilse en voelde een warme genegenheid in zijn hart ont waken voor dit tengere meisje, dat hem zoolang als hij heugde een trouw vrien dinnetje was geweest. Een moeder had hij nooit gekend alleen een zuster. En die zuster heette Hse. Zijn hart was in deze uren vervuld van dankbaarheid en geluk. Niet alleen dezen nacht, maai' nog honderd en meer nachten zou hij bjj Ilse hebben willen waken. De reis vorderde toch langzamer dan zij hadden gedacht, want Bubi was vaak nukkig en onhandelbaar. Dan moest Peter afstappen en hem geduldig aan den teugel verder leiden. Toen zij het schoone Sayndal bereikten ging het gelukkig wat vlugger, maar eindelijk I Vervolg op blz. 26 Er is een spreuk, die zegt: "Op het uiterlijk kan men niet afgaan." Hoe waar dit ook moge zijn, de wereld oordeelt anders! Met medogenloze wreedheid noemt men U onver schillig en slordig, als Uw uiterlijk er onverzorgd uitziet. Geen enkele vrouw zal dit aangenaam vinden. Daarom moet U er steeds voor zorgen, dat Uw teint fris en aan trekkelijk blijft. Dit kan U bereiken, als U geregeld Vinolia Vanishing Cream gebruikt, de crème met haar speciale bestanddelen en extra fijne emulgering. vc 61-0141 Er is geen beter middel om Uw kunstgebit rein en zuiver te houden dan Steradent. ater alleen is onvoldoende. Doe 'n weinig Steradent in het gebitbakje inet lauw water, roer het flink om en leg gedurende den nacht daarin Uw kunstgebit. Na afspoelen 's morgens is het dan volkomen gereinigd en ziet het er weer uit als nieuw. Aanbevolen door ineer dan 10.000 tandartsen over de geheele wereld. In bussen Tan SO en 90 cent bij apothekers en drogisten. I'roefbusjc gratis #p aanvraag aan A'.Y. Handeliuij. Reckitts, Pharnt. aftl., lie Kilt. iMtlt GEBITBAKJE, 't Sierlijke matglazen Steradent- gebitbakje met plaats voor onder- en boven- §ebit, is verkrijgbaar a 0 et. bij apothekers en drogisten of wordt U na storting van 50 ct. op postrek. 118638 van H.V. Handelmij Reekitts, Pharm. Afd., De Bilt, franco toegezonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 23