KLOOSTERBALSEM
DE KLOK SLOEG
DERTIEN....
„DE OUDE DAG"
IIJPI: VWS
de darm is schuldig!
12
Wordt Ge gekweld door stramheid
ia de ledematen? Hebt gij last van
pijnlijke spieren? Gij zijt toch nog veel
te jong, om nu reeds als een oude
gebroken man een pijnlijken en stijven
rug en stroeve gewrichten te hebben.
Laat U toch wrijven met den beproefden.
Akker's Kloosterbalsem, welke de bij
zondere eigenschap heeft diep in de
weefsels door te dringen. Kloosterbalsem
bevat aromatische, geneeskrachtige stof
fen, die verwarmend, afleidend en oplos
send werken tegen de stoffen, die zich.
in Uw spieren en gewrichten vastzetten.
Kloosterbalsem tast dus die stijfheid in.
Uw spieren en gewrichten in haar oor
zaak aan, dat voelt Ge na elke wrijving.
Ongeëvenaard als wrijf middel bij spit,
rheumatiek, spierverrekkingen, stram
heid, kneuzingen, ischias, pijnlijke spieren.
A l/LCP R 1 c;
Per pot van 25 Gr. f 0.G2V*, pot van 50 Gr. f 1.04
iS0 8® IM
De darmtraagheid is de
■orzaak wanneer het
voedsel te lang in het
lichaam blijft en deover-
vloedige maaltijd waar-
delooze vetmassa's in
het lichaam ophoopt.
>Ien behoeft zijn dieet
niet te wijzigen, het is
voldoende den darm tot normalen ar
beid aan te zetten om het kwaad tegen
te gaan. Het middel, dat de darm
functie weder in gezonde banen leidt,
is DrageesNegentien". Zij bevatten
natuurlijke stoffen, welke het gezonde
lichaam zelf voortbrengt om de voort
stuwende beweging van den darm te
regelen. Personen, die aanleg hebben
tot zwaarlijvigheid, voorkomen aldus
op de gezondste manier een gewichts
vermeerdering. DrageesN egentien"
samengesteld volgens de laatste on
derzoekingen van Prof. Dr. H. Much
voorkomen ook opgezetheid en het
gevoel van oververzadiging.
Dragées „N E G E N T I E N"
zijn een zuiver natuurproduct,
veroorzaken geen krampen en kunnen
zonder bezwaar dagelijks gebruikt worden.
Prijs f 1.25 per flacon van 40 stuks.
Te verkrijgen bij
Igg Apothekers en Drogisten.
HoofddepótDen Haag,
Dr. H. Nanning,
Korte Poten 7a.
De eeuwige
strijdvraag beslecht!
(loor George Hoving
IBk Teen, ik mag niet zeggen, dat Jacob
|^j[ Elzerman een kwaad menscli was.
Hij was wel een eenvoudig en
ongeletterd man en de laatste jaren
zeer eenzelvig. Zoolang ik mij herinne
ren kan op de wereld te zijn, heb ik
Jacob Elzerman gekend vroeger als
dorpstimmerman en later als bescheiden
renteniertje. Ook zijn vrouw kan ik mij
nog heel goed herinneren, ofschoon zij
jong stierf, en met George Elzerman,
zijn zoon, heb ik gelijk de dorpsschool
bezocht. Hij had een helder hoofd en
was zeer leergierig en iedereen die het
weten kon voorspelde in die jaren, dat
hij het nog eens ver zou brengen in
de wereld.
Mijn nadere kennismaking met Jacob
Elzerman dateert van den dag, toen ik
bij hem in betrekking kwam als huis
houdster. Zijn vrouw was toen reeds
jaren dood en George woonde in de stad.
Inderdaad had zijn zoon het ver ge
bracht in de wereld voor een dorps
jongen althans want reeds op acht
entwintigjarigen leeftijd was hij eerste
bediende op een groot effectenkantoor.
Kort nadat ik het bestuur van het
kleine huishouden op me had genomen,
trouwde Georgë met een meisje uit de
stad. Dat huwelijk was tegen den zin
van zijn vader en ik begreep heel goed
'waarom.
George's vrouw heette Célestine en
zij was op en top zoo'n modern stads-
dametje met gelakte nagels en ge
stifte lippen, geteekende wenkbrauwen
en gebleekte haren. Nooit vergeet ik
den dag, toen George haar kwam voor
stellen aan zijn vader. Jacob Elzerman
bewoonde een eenvoudig huisje in het
dorp, ouderwets maar degelijk ge
meubeld. Met een nuffig gezicht trad
zij binnen en met kwalijk verholen spot
en minachting nam zij haar omgeving
op. Jacob Elzerman bespeurde het niet,
maar ik wel en ook George scheen er
eenigszins pijnlijk door getroffen te zijn.
Zij weigerde bij ons te eten en het eenige
wat zij accepteerde was .een kop koffie,
die haar blijkbaar niet smaakte, want
zij dronk hem maar half leeg. Na een
uurtje verdween zij alweer en zij
verzette er zich beslist tegen, dat haar
aanstaande schoonvader hen naar de
stoomtram bracht. Zij wilde hem vol
strekt geen last aandoen, zei ze, maar
ik vermoedde dat zij zich geneerde voor
de hooge zijden pet en de onmodisehe
pandjesjas, die hij droeg.
Toen zij weg waren, keek Jacob
Elzerman mij eens aan. „Dat is heele-
maal geen vrouw, die bij mijn jongen
past, juffrouw Andriessen," zei hij met
eeu diepen zucht.
Ik moest hem gelijk geven, maar ik
bezat menschenkennis genoeg om te
weten, dat het hem niet baten zou, als
hij zich tegen een huwelijk verzette.
Want ik had aan het optreden van het
meisje wel gezien, dat zij de eerste
viool speelde van die twee. George
scheen geheel door haar ingepalmd te
zijn, want hij keek haar gedwee naai
de oogen. Het scheen zelfs, dat hij zich
tegenover haar schaamde voor zijn
nederige afkomst hoezeer hij zijn
vader dan misschien ook genegen was.
Niet lang daarna trouwden ze deftig
in den vorm, met bruidsjonkers en
bruidsmeisjes en het bruidskoor van
Lohengrin incluis. Maar Jacob Elzerman
was er geen getuige van. Eeu paar
weken te voren had hij een brief ont
vangen, die bepaald geen vroolijke
tijding bevatte, want nadien was hjj
nog zwijgzamer dan voorheen.
„Woont u de plechtigheid niet bij,
meneer?" vroeg ik op zekeren dag,
toen de datum van het huwelijk reeds
dicht genaderd was en alle toebereid
selen voor een reis naar de stad achter
wege hieven.
Een beetje verlegen schudde hij zijn
hoofd. „Neen, juffrouw, ik blijf maar
thuis. Er komt zóóveel deftigheid, dat
ik injj toch niet op rn'n gemak zou
voelen."
„Deftigheid?" wierp ik hem veront
waardigd tegen. „Kouwe drukte, be
doelt u! U hebt me zelf gezegd, dat de
vader van dat meisje ook maar éen
gewone deurwaardersklerk was. Hoeft
een eerlijk man, die zijn leven lang hard
heeft gewerkt, zich te geneeren voor
zulke menscken? Wat zegt uw zoon
er wel van, dat u niet komt?"
„Dat weet ik niet," mompelde hij en
om een einde te maken aan mijn vragen
verliet hij het huis.
Den dag van het huwelijk was Jacob
Elzerman van 's morgens vroeg tot m
den laten middag afwezig. Hij heeft mij
nooit verteld, waar hij dien dag gezeten
heeft, maar ik weet bijna zeker, dat
hij 's morgens in zijn gewone daagsche
kleeren naar de stad is gegaan, om als
toeschouwer bij het stadhuis een blik
op zijn zoon te kunnen slaan.
Die heimelijke reisjes maakte hij in
den loop der jaren vaker. Het was mij
weldra duidelijk, dat hij zijn zoon dan
hier of daar trof, want na zoo'n uitstapje
was hij dagenlang opgemonterd. Slechts
eenmaal bracht hij zijn schoondochter
een bezoek kort nadat hij voor de
eerste maal grootvader geworden was.
Hij zou vier of vijf dagen wegblijven -
misschien nog langer, verklaarde hij
hoopvol doch den anderen dag zag
ik hem al weer verschijnen.
„Ik kon niet wennen in de stad,"
zei hij hoofdschuddend, toen hij mijn
verbaasden blik ontmoette. „Al die
deftigheid...."
„Zeg maar liever dat uw schoon
dochter u de deur heeft uitgekeken,"
viel ik hem verontwaardigd in de rede.
„Neen, dat is niet waar," protesteerde
hij, maar het klonk niet overtuigend
en hjj maakte haastig dat hij weg kwam.
Iets kwaads scheen hij niet te kunnen
hóoren van dat ij dele, hoogmoedige
schepsel en daarom bedwong ik mijn
verontwaardiging maar.
Zoo leefde Jacob Elzerman stilletjes
voort in zijn eentje. Hij was niet ouder
dan zestig jaar, toen hij ging rusten,
maar het verdriet, dat hij in zich om
droeg, had hem een veel ouder aanzien
gegeven. En het grootste verdriet
wachtte hem toen nog. Kort na zijn
drieënzestigsten verjaardag trof hem
het ongeluk, dat hij George heelemaal
verloor. Tijdens een vacantieverblijf
aan zee verdronk hij en zijn lijk spoelde
nooit aan. Het was een vreeselijke slag
voor den ouden man. Dagenlang zat hij
versuft in een hoek en weigerde te
eten. Toen stond hij op een middag op,
trok zijn pandjesjas aan en ging naar de
stad. Pas in den middag van den volgen
den dag zag ik hem terug. Hij zag er
uog even somber uit, maar hij was
mededeelzamer dan anders.
„Die arme kinderen," zei hij mee
warig, waaruit ik begreep, dat hij bij
zijn schoondochter was geweest.
„En hoe is uw schoondochter er on
der?" vroeg ik nieuwsgierig. Ik bespeurde
Ha, lekker dat windje...
Ja jongeman, maar ik krijg de
volle laag en ben direct verkou
den. Morgen ben ik schor als een
kraai.
Dat is de eeuwige strijdvraag
Kom, we zullen een kiertje open
laten en mijnheer krijgt van mij
wat Wybertjes
Twee of drie Wybert-tabletten
in den mond laten smelten, dat
behoedt tegen hoest en heesch-
heid.
Alleen .iw origineele blauwe
doozen d 25, 35 en 60 cent.