Kent U het geheim van
fruai glanzend^
haar?
DE KLOK SLOEG
DERTIEN....
maken!
Toot ooSnaaAte AacAoeMufap/ig
NA HET WASSEN DROOGT HET HAAR VERRASSEND SNEL Jj
VH 1O6-03O6A
i. OGisdecoupon-
tijd niet voorbij. Nóg
hebt U de gelegen
heid om voordeelig
een paar stukjes stof
te koopen. De afge
beelde modellen too-
nen U, wat U ervan
zou kunnen maken.
Eenvoudige smaak
volle japonnen, welke
snel en zonder moeite
zijn te vervaardigen.
Maar gebruik een
Kant-en-Klaar-
patroon, dan is Uw
succes verzekerd. Het
beste is, dat U eerst
het patroontje bestelt,
dan weet U precies,
welke coupons U zich
moet aanschaffen.
No. 444
Hestellingen kunnen als volgt
geschiedendoor bemidde
ling van Uw agent of be
zorger; door girostorting op
no. 293631door toezending
van het bedrag per post
wissel of
S/of van blz. 13
Van beide modellen
zijn de volgende ma
ten direct uit voorraad
leverbaar 42-44-46
en 48. Prijs 35 cent.
Voor toezending per
No. 448 post, 5 cent extra.
PAT KOKN KANT OOR PA N O R A
Nassauplein 1 Haarlem
vergeten of geminacht te moeten ster
ven. En Jacob Ehserman stierf gemin
acht, zooals ook zijn graf geminacht
werd.
Op zekeren middag zat ik eenzaam
aan tafel, toen ik buiten de torenklok
één uur hoorde slaan. Een oogenblik
later liet ook de wandklok tegenover me
één slag hooren. Maar terstond daarop
sloeg hij voor de tweede en de derde
maal en hardop telde ik de slagen mee.
„Vier.... vijf.... zes...." Tot
twaalf toe. En toen: „dertien!"
De klok sloeg dertien
Er klonk nog een gesnor daarbinnen,
alsof er een radertje afliep en daarop
werd het eensklaps vreemd stil in de
ldeine kamer. Het tiktakken had opge
houden de klok stond stil.
Zonder lang te aarzelen nam ik haar
van den wand en opende het deurtje
van het uurwerk. Het eerste wat ik
zag was een brief. Verbaasd haalde ik
hem te voorschijn en keek naar het
adres. En toen herinnerde ik me, dat
ik dat keurige handschrift al eens eerder
had gezienhet was de brief, dien Elzer-
rnau een paar jaar geleden van zijn
schoondochter ontvangen had en waarin
zij hem had geschreven, dat zij, dank
de voorzichtige voorzorgen, die George
voor zijn dood getroffen had, tot aan
de meerderjarigheid van haar jongsten
zoon een uitkeering van dertig gulden
per week zou krijgen.
Nieuwsgierigheid is een zeer mensche-
lijke ondeugd en ik bezweek eraan. Ik
haalde den brief te voorschijn en vouwde
hem open. En toen zag ik pas dat het
geen brief was, maar slechts een kwi
tantie. Een kwitantie van een bekende
levensverzekeringmaatschappij, verzon
den onder een blanco couvert.
„Ontvangen van den heer Jacob
Elzerman de somma van twaalfduizend
gulden voor aankoop van een lijfrente
ten bate van Petrus Elzerman, oud
vier jaren, geregeld bij contract, ge
sloten ten overstaan van den weledelen
heer G. Bavink, notaris."
Ik stond perplex. Het papier beefde
in mijn handen. Jacob Elzerman had
dus inderdaad een aardig kapitaaltje
bezeten. Maar hij had er afstand van
gedaan ten behoeve van George's gezin
om diens vrouw en kinderen voor
gebrek te vrijwaren. Ik herinnerde mij
het raadselachtige glimlachje van den
notaris, toen hij de teleurgestelde erfge
name naar buiten volgde. Natuurlijk,
h\j had er alles van geweten, maar zijn
ambtsgeheim hield zijn lippen gesloten.
Toch kon ik niet gelooven, dat het de
bedoeling was geweest van Jacob
Elzerman de geschiedenis ook na zijn
dood nog voor zijn schoondochter ge
heim te houden. Hij moest haar die oude
klok alleen hebben vermaakt in de hoop,
dat zij den een of anderen dag zijn ge
heim zou ontdekken. En had hij daarbij
misschien óók gehoopt, dat zijn edel
moedigheid het hart van zjjn liefdelooze
schoondochter zou treffen en dat zij
althans zijn nagedachtenis in eere zou
houden?
Een aannemelijker verklaring kon ik
I niet vinden voor zijn handelwijze en
weldra stond mijn besluit vast. De
eenige wensch, waarmee Jacob Elzer
man den dood was ingegaan, zou niet
onverhoord blijven. Morgen zou ik de
j jonge vrouw opzoeken en dat papier
I zou me toegang tot haar verschaffen.
Den volgenden dag stond ik in een
I portiek voor een bovenhuis in de stad
en schelde aan. Een vijftienjarig meisje
deed me open en weinige oogenblikken
later stond ik in een keurig gemeubi
leerde kamer voor Jacob Elzerman's
schoondochter. Ik kreeg een ijzig hoofd
knikje, maar die koele begroeting was
me onverschillig. Er waren twee jonge
tjes in de kamer, van vijf en zeven jaar,
en het viel me op hoeveel de oudste op
George geleek. Voor een oogenblik
waande ik me weer in mijn jeugd en
zag ik me met den kleinen George Elzer
man knikkeren en hoepelen. De jongen
had de vriendelijke oogen van zijn vader
en de trek van vroegwijzen ernst om zijn
mond herinnerde mij even aan zijn
grootvader.
„Wat wenschtu?" hoorde ik de jonge
vrouw plotseling vragen.
„Ik zou u graag even alleen willen
spreken," antwoordde ik, met een blik
op de kinderen.
Een minuut later waren we onder
vier oogen en met een verwonderden
blik keek zij mij aan.
„Herinnert u zich nog, dat wijlen
uw schoonvader u die oude klok ver
maakte?" vroeg ik.
„Ja zeker," klonk het verrast. „0..
Hebt u. hebt u er misschien iets in
gevonden?"
„Jawel. Dit, mevrouw," zei ik, haar
de kwitantie toereikend.
Ik had mij voor mijn komst voorge
steld, welk een triomf het voor me zou
zijn, als ik haar die kwitantie toonde.
Den beleedigenden blik, waarmee zij mij
zwijgend beschuldigd had, mij aan het
geld van Jacob Elzerman te hebben
vergrepen, had ik nog niet vergeten en
de herinnering eraan had me met wrok
vervuld. Maar het was vreemd, ik kon
op dit oogenblik slechts medelijden met
haar voelen. De ontdekking, dat zij haar
betrekkelijk onbekommerd bestaan te
danken had aan de edelmoedigheid
van den eenvoudigen man, dien zij
altijd minachtend had genegeerd, moest
haar een gevoeligen slag toebrengen.
Een oogenblik zat zij daar als ver
steend, toen zij de geschiedenis van de
kwitantie begreep. Toen hief zij haar
blik naar me op met een hulpbehoe
vende uitdrukking, die mij ondanks alles
roerde. En daarop liet zij het ijdele,
hoogmoedige masker eindelijk vallen en
drongen de tranen in haar oogen.
„Ik wist niet.fluisterde zij.
„Hoe goed hij was en hoeveel verdriet
het hem heeft gedaan, dat zijn zoon van
hem vervreemd was en dat zijn klein
kinderen hem zelfs niet mochten ken
nen," vulde ik zachtjes aan. ,,'t Is te
laat, om nog iets aan hem goed te
maken, mevrouw, maar daarginds ligt
een vergeten en verwaarloosd graf en
aan zijn nagedachtenis valt nog wel iets
goed te maken.
En thans kan Jacob Elzerman tevre
den zijn. Aan zijn nagedachtenis is
recht wedervaren. De herfst en de
winter zijn voorbijgegaan en op zijn
graf bloeien de eerste viooltjes. Ze zijn
geplant door een paar kleine jongens,
wier heldere stemmen luidruchtig schal
len tusschen de hooge kerkhofmuren.
Zij vragen „tante Bets" honderd uit
over den lang verleden tijd, toen hun
vader nog een kleine jongen was en zij
met hem speelde en ook wel eens vocht.
Maar het liefst hooren zij tante Bets
vertellen van hun grootmoeder en
grootvader, want dat klinkt net als een
sprookje. Het sprookje van grootvaders
klok, die dertien sloeg.