Vosreli uit één nest Qxiïzm?. 26 De monteur wist raad! liet berust dikwijls sledits op kleinig heden Zoo is bet beslissend voor stemming en zelfvertrouwendut men er gezond, jeugdig en frisdi uitziet. Verbeter derhalve Uw ge laatskleur door Khasana Rouge en Lippenstift. Ze zijn tegen weer en water bestand en kissproof. Voor een discrete teintSuperb, voor een levendige kleur: corail of cannin, voor een zongebruind uiterlijk Khasana Soieil. Generaalvertegenwoordiging J. WINKEL JZN., Den Haag, Merwedestraat 47 Telefoon 77 2 595 Vervolg van blz. 23 Fl. 1.25,-.90, -.75, - 35 Een zachte, reine huid geeft Grossmith's zuivere Lavendelzeep en de heerlijke geur blijft U urenlang omzweven. Let vooral op den naam „Wat is er aart de hand, mijn jongen?" Uit Peter's mond ontsnapte een dof gekreun en zijn krachtig lichaam kromp plotseling ineen, als onder een kwellende pijn. Het donkere en goedmoedige gezicht van den smid stond even verbaasd als verontrust. Wat had die jongen toch? Langzaam ging hij op hem toe, legde zijn handen op zijn schouders en her haalde zijn vraag: „Welnu, zeg eens wat, Peter. Wat is er met je aan de hand?" Plotseling zag hij twee dikke tranen in Peter's oogen, die langzaam over zijn wangen rolden. „Ik. ik heb je iets op te biechten, baas Kugel," bracht hij moeilijk uit. ,,Heb je mij iets. op te biechten, zeg je?" Hij keek den jongen ongeloovig aan. Peter knikte hem heftig toe. „Nou, vooruit dan maar," antwoord de de smid hoofdschuddend. ..Steek maar van wal." Peter rekte zijn gestalte en zijn blik dwaalde naar de zwarte balken van het plafond. Toen haalde hij diep adem. „Baas) Kugel, je zoon is inderdaad onschuldig! Ik kan het niet langer ver dragen, dat een ander onschuldig boet." De smid schrok. „M'n God, hoe weet lij, dat mijn jongen onschuldig is?" „Omdat een ander op dien. ge schoten heeft." „En ken je dien ander?" vroeg Kugel dringend. „Ja!" „Wie is het dan?" Peter sidderde en greep naar zijn hals, alsof hij vreesde te zullen stikken. Een lange, diepe snik ontsnapte aan zijn mond. „Ik. ik, baas Kugel." De smid vouwde de eeltige handen en sloeg zijn blik omhoog. „Almachtige God!" stamelde hij ontzet. Het volgende oogenblik scheen hij te twijfelen aan wat hij had gehoord. „Is dat werkelijk de waarheid, jon gen?" Weer kreeg hij slechts een hoofd knikje tot antwoord. „En waarom heb je dat gedaan, Peter? Waarom? Bij mijn ziel, het is bijna niet te gelooven!" Nu de vreeselijke bekentenis over zijn lippen was, werd Peter allengs rustiger. Hij hield het hoofd gebogen en zijn oogen waren half gesloten. Zenuwachtig plukten zijn vingers aan den kraag van zijn gekreukte jas, die van goedkoope oorlogsstof vervaar digd was en hem reeds veel te klein was geworden. „Waarom, Peter?" herhaalde Kugel. „Omdat ik hem haatte," barstte Peter los. „Ik moest hem haten, ik kon er niets aan doen." „Peter, Peter toch," jammerde de smid, verschrikt door dien woesten uitval uit den mond van een kind. „Ja, ik kon er niets aan doen," herhaalde de jongen met een ongeluk kige stem. „Zijn vader bedroog ons op een lage manier en hij zelf schold mijn broers voor gekken, omdat zij hun plicht hadden gedaan in den oorlog." „Hijdurfde hij zooiets te zeg gen. Kugel hield nog bijtijds een vernietigend woord in Philip Krauert was dood en een doode mocht men niet beschimpen. „En dan kwam er nog bij. Peter aarzelde, maar de smid spoorde hem aan niets te verzwijgen, nu hjj eenmaal besloten had te spreken. „Ik haatte hem ook. omdat hij Ilse Stabler met zijn valsche praatjes inge palmd had, omdat hij bij haar in- en uitliep en omdat Ilse met hem uitreed en lachte en nooit meer hij ons kwam, sinds zij hem kende. Neen, ik kon er mij eenvoudig niet bij neerleggen, dat zoo'ix lafaard mijn broers ongestraft mocht beleedigen en dat zulke lui plotseling veel meer aanzien genoten dan wij, die de slachtoffers zijn gewor den van hun laagheid en bedrog. „Peter, Peter!" schudde de smid nogmaals zijn hoofd. Hij had kunnen huilen, zoo sterk greep de biecht van den ongelukkigen jongen hem aan. Peter kruiste zijn handen en zijn adem ging gejaagd. De woorden sprongen wild over zijn trillende lippen „Het was niet mijn bedoeling hem dood te schieten, haas Kugel. De hemel is mijn getuige dat wilde ik niet. Alleen reeds niet uit liefde en eerbied voor mijn vader. Maar dien haat kon ik niet kwijtraken, ik kon er niet meer van slapen. Toen troffen wij elkander in het boseh. Ik droeg een geweer van Karei, dat hij had meegebracht van het front. Krauert lachte, toen hij me met het geweer zag. Had hij maar niet gelachen! Hij beschuldigde me, dat ik een wilddief was en eischte, dat ik het geweer zou afgeven. Maar hoe kon ik het eigendom van mijn broer afgeven? Had hij het me maar niet zoo hooghartig bevolen, dan had ik het misschien toch nog gedaan. Ik had het geweer in mijn hand en ten schoot hij. Niet op mij, maar om mij angst aan te jagen, want hij heeft me niet geraakt. En toen was ik mezelf niet langer meester. Ik wist niet wat ik deed neen, ik wilde het niet en ik trof hem tóch „Cj-roote Goden toen?" ..Hij gaf een schreeuw en viel voor over," vervolgde Peter dof. „Zonder zich te bewegen bleef hij liggen. Ik kon eerst niet gelooven, dat hij dood was. Maar toen hij niet meer opstond, ging' ik naar hem toe. Toen zag ik. wat ik gedaan had. Hij was dood. Zijn voorhoofd was bevlekt met bloed. met bloed Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht en zijn schouders schokten. Kugel keek den vertwijfelden Peter hoofdschuddend aan. Die jongen daar stamde uit een der oudste en aanzien lijkste families van Siegerland. De dra gers van zijn naam hadden eeuwen lang slechts den eerlijken en rechten weg bewandeld. Gauwdieven en misda digers waren in zijn geslacht nooit voor gekomen. Noeste arbeid, bescheiden heid. koen wagen en succes, hadden zij in het wapenschild van hun geslacht geschreven. Hieronymus Kugel kende alle jongens van Neist. Hij hield van hen - niet alleen, omdat zij evenals hij het vuur en het ijzer liefhadden en omdat hun vader tot zijn beste klanten behoorde, maar vooral, omdat zij oprecht en vrij van hoogmoed waren. Heimelijk had hij er zich altijd over verwonderd, dat de zoons van zoo'n rijken heer zich zoo graag in zijn armzalige werkplaats op hielden. Hij kende hen goed en wist dat geen van hen slecht en verdorven was ook Peter niet. Was de jongen thans niet naar hem toegekomen, omdat hij een onschuldige niet langer wilde laten boeten voor zijn daad? Neen, zoo'n jongen was niet slecht. Kugel wist nog meer dan dat. Peter was opgegroeid zonder moeder en zonder de liefde van een zuster of een ander warmvoelend schepsel. Zijn vader was Benzine Ja meneer, kom al Lekker jrisch weertje meneerI - Lekker f Gemeen koud is het. Je mag ook wel oppassen voor kou vatten op dezen tochthoek. Kouvatten t Waarom f Daar zijn de Wybertjes toch voor in de wereld Hier op den hoek kunt U Wybert tanken. Wybert-tabletten helpen radicaal tegen hoest, keelpijn en heesch- heid. Alleen in origineele blauwe doozen 25, 35 en 60 cent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 26