RECHTSPRAAK IN VROEGER EEUWEN Iedere stam en ieder land had zijn eigen methoden De beroemdste rechtspraak van alle tijden: koning Salomo, rechts prekend. zwijntjesjager, die zich bij den arm voelt, gegrepen door een dienaar der wet, jnist op het oogenhlik, dat hij zich met 'n fonkelnieuw karretje, dat niet van hem is, uit de voeten wil maken, de dronkaards, vechtersbazen, kortom allen, die de wet overtreden en „gepakt" worden, zien zich vroeg of laat voorden rechter geleid en allen voelen zich allesbehalve op hun gemak bij 't vooruitzicht der straf, die hun zal worden opgelegd. In de onschuldiger gevallen valt de straf wel mee: 'n stevige uitbrander van den kantonrechter, 'n ernstig vermaan, 'n lichte geldboete. In ernstiger gevallen treedt de rechter strenger op, maar hoe zwaar de straffen ook mogen uitvallen, zij ver- bleeken bij die, welke men in vroeger eeuwen tot heil van den mis dadiger en de samenleving toepaste. Een fietsendief bijvoorbeeld zou vol gens de middeleeuwsche rechtspraak er minstens toe veroordeeld wor den een vollen dag op een fiets met leege banden en op een zadel In de middeleeuwen hield men ervan misdadigers in 't openhaar te straf ten. Bij 'n burger, die zijn huishuur niet betaalde, werden gewoonweg alle 'deuren uit z'n woning verwijderd: een maatregel, die begrijpelijk nogal eens verzet uitlokte. Op nevenstaande teekening ziet men ten minste den wanbetaler met een lans op den deurwaardertoestormen. Zijn vrouw en knechten houden hem van z'n voornemen terug. toen twee vrouwen moeaernjKe recmen aeue/o gruis, Salomo gelastte 't kind in twee helften te verdoelen, smeekte de ware moeder 't wicht'te laten leven. Hoe Gustave Doré zich deze rechtspraak verbeeldde. Ben rechtspraak bij de oudste bewoners van Europa. Een raad ram oude. wijze mannen luistert hoe de aangeklaagde zich verdedigt. vol scherpe, stalen punten gezeten over „kinderhoofdjes" te rijden! De straf is zoo oud als de misdaad zelve. Reeds de primitieve volken kenden 'n gezamenlijk en georganiseerd optreden tegen schadelijke elementen in hun samenleving. Bij de aller oudste rechtspraak valt een onderscheid te maken tusschen jagers- en herdersstammen, bij welke de bloedwraak door de naaste ver wanten 't langst stand hield, en de landbouwersstammen, bij welke de misdadigers reeds vroeg bun straf konden afkoopen (het zooge naamde zoengeld).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 2